kelijk.' Als vrouw spreekt Joke Termeer
een duchtig woordje mee in het dage
lijks bestuur van de Nederlandse Organi
satie van Pluimveehouders. Bij de Ter
meers, waar in het gezin onderling een
duidelijke taakverdeling bestaat, is de
term mammoetbedrijf aanleiding tot
mateloze irritatie. 'Wat praat men toch?
Dan is elke onderneming met meer dan
drie arbeiders een mammoet. Men wil
de boer alleen graag allerlei beperkingen
opleggen. Vooral milieumensen hebben
het niet op grootschalige bedrijven. De
stedeling ziet het platteland graag als
zijn achtertuin. Maar de boer die naar
mest stinkt en dialect spreekt is verleden
tijd net als de streekromans over dokter
treuze dingen gebeurd. Diverse interes
sante huizen kwamen leeg te staan, toen
na de oorlog de vraag rees of er hier nog
viel te wonen. Heel snel verwaterde
daarop ook de traditie van de 'jour'-be-
zoeken. Tot dan was het in notabele
kringen de gewoonte dat men periodiek
'ontving.' Het afleggen van visites op
dergelijke ontvangdagen was onvermij
delijk voor wie tot 'de clan' wenste te
behoren.
Vanouds kende Tiel natuurlijk zijn zoge
naamde landadel. De bestuurscolleges
van de polderdistricten Tielerwaard en
Neder-Betuwe vergaderden er. Dan wa
ren er de regenten van diverse stichtin
gen: burgerweeshuis plus het oude
mannen- en vrouwenhuis. De rechter
lijke macht op haar beurt zorgde weer
voor een andere notabiliteit. Er is een tijd
geweest dat de maatschappelijke bo
venlaag Tiel min of meer regeerde en
heel wat privileges voor zich opeiste.
Debatten in de gemeenteraad geven
fraaie staaltjes weer van regentendom
zoals 'perfecte liberalen' het bedreven.
Er werd in alle ernst aandacht geschon
ken aan schriftelijk ingediende klachten
betreffende geluidsoverlast door het ge
klepper van klompen op straat en het
klokgebeier van de Roomsche kerk. Om
de welgestelde heren in een prettig ge
bouw gelegenheid tot borrelen te geven
verrees in Tiel een sociëteitsgebouw, het
eerste van heel Nederland. Tegenwoor
dig dient de Groote Sociëteit als streek
museum. Datzelfde Tiel ging trouwens
ook als eerste stad in de Nederlanden
over tot aanleg van een begraafplaats
buiten de wallen. Het voorbeeld-kerkhof
kreeg een naam die te denken geeft: 'Ter
navolging.' Ook op andere fronten kwa
men vooruitstrevendheid en betekenis
van Tiel naar voren. De stad werd baker
mat voor een van de eerste brandverze
keringsmaatschappijen met landelijke
bekendheid. Het samengaan van alle
factoren leverde een welvarende ge
meenschap op; er werd, om maar wat te
noemen, wekelijks twee keer markt ge
houden. Voor de paardenhandel te Tiel
bestond belangstelling tot in Italië toe.
Maar de betekenis brokkelde af.
Vee(ver)kopers meenden in Den Bosch
en Utrecht veel beter zaken te kunnen
doen. Een overname van 'De Tiel' als
brandverzekeringsmaatschappij bete
kende een volgende aderlating. Het ver
dwijnen van de elitaire rechterlijke
macht verergerde de situatie nog. De
naam van de man die er verantwoorde
lijk voor was herinnert Tiel zich nog op
perbest: minister Donner. Het uit 1931
daterende besluit is hem allerminst in
Vlimmen waaraan zulke opvattingen zijn
ontleend. De boer moet mechaniseren.
Op kantoor zijn de kopieerapparaten
toch ook ingeburgerd. Wat zou er een
hoop werk gewonnen zijn door zoiets
ambachtelijk te houden, niet? Maar er is
geen aardigheid aan. Het schenkt geen
voldoening. Je moet je zoons ook een
toekomst geven.' Joke Termeer praat
met vuur. Haar man voerde de bouw van
de eierfarm grotendeels in eigen beheer
uit. Er kwam geen aannemer aan te pas.
Echtgenote Joke die haar spaarcentjes
na het huwelijk niet in meubels belegde
maar in kippen, praat nu moeiteloos
over legpercentages, voedselconversie
en veterinaire aspecten van de verede-
lingslandbouw. 'Per legperiode is een kip
goed voor de produktie van 18 kg eieren,
de gemiddelde voerprijs ligt op 60 cent
per kg en de benodigde hoeveelheid
voer voor een kg eieren schommelt tus
sen 2,3 en 2,7 kg. Dat is het hele som
metje,' doceert Joke Termeer, terwijl ze
gauw even de watervoorziening in de
legbatterijen controleert. Ze weet dat de
marge tussen winst en verlies minimaal
is. 'Om uit te komen is een eierprijs van
f 2,- per kg vereist,' stelt ze. En met een
grote stelligheid: 'Technische verwor
venheden moet je toepassen. Iets an
ders kun je niet verantwoorden. Als zo'n
batterij dan nog maar een halve dagtaak
oplevert moet je weer uitbreiden. Ik be
grijp de boeren niet die bang zijn het niet
aan te kunnen en dan de regering maar
vragen voor hogere prijzen te zorgen
In hoeverre zijn houding en karakter van
zulke inwoners medebepalend voor de
ontwikkeling van een stad? Waarom
heeft Tiel een behoorlijke veer moeten
laten? Waarom groeide het niet uit tot
een werkelijk aanzienlijke stad, onweer
staanbaar en met allure? Waarom bleef
de algehele doorbraak achterwege?
Waarom werd de opgaande lijn van het
verleden niet met vaste hand doorge
trokken? Waarom een moeizaam verlo
pend groeiproces, om nog maar te zwij
gen van de definitieve verhuizing naar
het tweede plan waarover sommigen
schaamteloos spreken? Het antwoord
ligt ook hier in beginsel besloten in het
verleden. Hoewel de echte insiders er de
voorkeur aan geven ongenoemd te blij
ven - welk nut heeft de vermelding van
namen? - maken zij er geen geheim van
dat Tiel er qua cachet zeer op achteruit
ging met het vertrek van een paar ver
mogende oude families. Er zijn desas-