Fluistersfeer en ongeduld
bij personeel wegnemen
derling eikaars positie kennen, gaan ver
gelijken. Het leidt tot reacties als 'Hij of
zij doet maar dit, en toch Zoiets kan
heel pijnlijk zijn.'
Om de classificatie-uitkomsten te illu
streren delft de heer Marcellis vaardig
wat cijfermateriaal op uit een bureaula
de. Als hij praat over de Rabobank Venlo
heeft hij het over zestig personeelsleden,
wat betreft de mannelijke helft gemid
deld ruim dertig jaar oud terwijl bij de
vrouwen de gemiddelde leeftijd ruim 22
jaar bedraagt.
Van de 27 mannelijke personeelsleden
bleken er in het verleden drie te hoog in
geschaald te zijn. Marcellis: Voor de en
keling die er wat bekaaid af komt is zo'n
project misschien ontnuchterend. Het
gevaar bestaat dat hij'— ten onrechte -
het systeem als onrechtvaardig gaat be
oordelen. Wij hebben de bewuste mede
werkers ook heel eerlijk gezegd: de nog
aanwezig doorgroeirechten qua salaris
ontleen je aan het oude systeem. Geno
men over de hele lijn betekende invoe
ring van functieclassificatie met zijn acht
salarisschalen dat ons mannelijke perso
neel van beloningspeil 4,37 opschoof
naar 4,81 gemiddeld. Bij de dames lag
het peil vroeger op 1,93 terwijl ze thans
2,68 scoorden. Globaal kun je stellen dat
bij de start ieder personeelslid de helft
van een normale jaarlijkse salarisperio
diek extra kon opstrijken. Dat hield ver
band met het advies om bij de inschaling
het oude salaris te nemen, waarna je
dan het 'naast-hoger liggende' salaris
volgens de nieuwe indeling kon toeken
nen.'
Andere - permanente - voordelen naar
de kant van de personeelsleden ziet
Marcellis eveneens. Hij doet er heel ge
decideerd over: 'Veel duidelijker dan in
het verleden kun je thans zien wat je
dient te presteren om ergens naar toe te
groeien. Wie in salarisschaal vier zit en
naar vijf wil verhuizen, weet wat hem te
doen staat en op welk niveau het werk
daar ligt. Iemand die hogerop wil en mij
vraagt wat zijn mijn mogelijkheden, kan
ik nu precies voorleggen hoe bepaalde
functies worden gewaardeerd.'
De voormalige vergaderruimte van het
bestuur fungeert tegenwoordig als di
rectiekamer in het Harderwijkse hoofd
kantoor van de Rabobank Ermelo-Har-
derwijk. Wat terzijde langs de wand
houdt zich een gezelschap vrouwen op,
een in brons gestold gesprek. 'Ter com
pensatie van al die pratende kerels' liet
de architect die het gebouw ontwierp,
bij de aanbieding van het geschenk we
ten. Bankdirecteur H. van den Broek kan
er niet onderuit. De realiteit is eenmaal
zo. Het gesprek dat hij voert met Rabo-
band over ervaringen met de invoering
van functieclassificatie is - alweer - een
aangelegenheid van louter mannen.
VdB: 'Wij geven hier vrij veel voorlich
ting. Circulaires worden in veelvoud ver
spreid, er bestaat een intern blad In
structie en Informatie, en een van onze
mensen is landelijk voorzitter van de
Vereniging Personeel van Rabobanken.
Langs de diverse kanalen stroomden al
lang berichten binnen dat er een nieuwe
systematiek in aantocht was. Daarbij
kwam vanuit de Centrale Rabobank ook
het verzoek om in de gegeven situatie
pas op de plaats te maken met het op
nieuw inschalen van personeelsleden.
Maar door allerlei oorzaken trad er ver
traging op. Alles duurde veel langer dan
men aanvankelijk dacht. Dat uitstel
wreekt zich wanneer je zoals wij het hele
jaar door beoordelingsgesprekken voert
en salariswijzigingen aanbrengt. Je kunt
dan niet alsmaar blijven zeggen dat de
salafispositie van ieder persoonlijk 'te
zijner tijd' nader bekeken gaat worden.
Dat is niet meer te verkopen. Men gaat
zich zorgen maken. Op een goeie dag is
hier dus gezegd: wij zetten door. De zaak
was er rijp voor. Men begon ongeduldig
te worden door de optredende stagna
tie.'
VdB: 'Die geprikkeldheid bij ons was vol
ledig verklaarbaar en ik verwacht dat het
bij collega-banken niet wezenlijk anders
zal liggen. Men vraagt zich af: wat zou
die functieclassificatie voor mij inhou
den? De een verwacht een volledige om
wenteling en denkt dat de hele zaak op
z'n kop gaat. Je krijgt gissingen, vooral
vanaf het moment waarop uitgedragen
wordt dat de eigen bank heeft besloten
te gaan meedoen. Je bespeurt de angst
dat men denkt erop achteruit te gaan.
Sommigen daarentegen vlassen op een
enorme salarissprong vooruit. De groep
die denkt er beter van te worden is vrij
groot. Je hebt mensen die menen vol
strekt onvoldoende gehonoreerd te wor
den. Om die fluistersfeer te voorkomen
en ook om een eind te maken aan ge
ruchten die geen uitweg konden vinden,
zijn we toen aan gerichte voorlichting
gaan doen. Je neemt dan alle geheim
zinnigheid weg, haalt het taboe eraf.'
Hoe verliepen de voorlichtingsbijeen
komsten?
VdB: 'Het gemis aan een gekozen perso
neelsvertegenwoordiging bleek nadelig.
Je staat bij dit soort zaken voor overleg
tamelijk machteloos. Wij kennen wel
een personeelsvereniging met een eigen
bestuur, maar zij vindt haar werkgebied
op het terrein van de ontspanning. Uit
eindelijk is het voltallige personeel (85
personen) in vijf groepen gesplitst en
iedereen werd voor een bijeenkomst uit
genodigd. Persoonlijk wilde ik daar be
slist bij zijn, iets wat ook gold voor het
personeelslid dat was belast met de
coördinatie van het project bij ons. Door
de groepen niet groot te maken voelde
iedereen zich op z'n gemak. Er zijn be
sprekingen geweest die bijna drie uur
duurden. Je kreeg pittige discussies,
hele spitse vragen. Hoe meer er op tafel
kwam, zo leerde de ervaring, des te be
ter de heersende misverstanden werden
weggenomen. Daarbij kwam uiteraard
naar voren in hoeverre werkzaamheden
die iemand maar incidenteel doet, inge
calculeerd kunnen worden bij het opstel
len van de functiebeschrijving. Wij zijn
ervan uitgegaan dat je ook dergelijke
dingen moet meenemen zolang ze ten
minste behoren tot het normale taken
pakket van de betrokken man of vrouw.
Een meisje van de administratie dat op
vrijdag telkens aan de balie assisteert,
kan daarbij gebaat zijn. Nogmaals, ik
was bijzonder blij dat ik erbij zat. Je
merkte, het zijn zeer belangrijke dingen
voor de mensen. Naderhand, bij het in
vullen van ieders afzonderlijke functiebe
schrijving, deden zich juist de minste
problemen voor op die kantoren waar
zich tevoren de heftigste gesprekken af
speelden.'
VdB: 'Wij zijn als bankleiding aan die
functieclassificatie begonnen vanuit het
rotsvaste vertrouwen dat we ook in het
verleden steeds geprobeerd hebben het
personeel op een evenwichtige manier
in te schalen. Inderdaad is achteraf ge
bleken dat dan de overstap niet schok
kend hoeft te zijn. Als je met de hand op
het hart kunt zeggen dat je daar steeds
uitermate serieus aan gewerkt hebt, dan