Beschikbare loonschalen zijn te gering in aantal er eens goed voor zitten. In het wachthokje naast de fabriekspoort reageerde de portier bij het vernemen van de naam Sies niet voor niets met een verrast 'aha, onze man van perso neelszaken'. Een kist sigaren staat reeds gastvrij op tafel. Hoe kan het anders, hier bij Willem II? Steek gerust eens op, het kan wel wat lijden in deze omgeving waar met een totale personeelsbezetting van 1500 mensen wekelijks 17,5 miljoen rokertjes worden vervaardigd. Als het om functieclassificatie gaat, dan boogt de heer Sies op een langjarige ervaring. Bij zijn toenmalige werkgever- AVIO-Fokker in Rijswijk - kreeg hij in 1957 al voor het eerst met de materie te maken. Hij kwam er niet meer los van sindsdien, zelfs niet in zijn vrije tijd nu hij fqngeert als bestuurslid van de plaatselijke Rabo bank. Daarover eerst. Vanuit zijn werk kwam de heer Sies van ouds al behoorlijk in contact met de plaatselijke gemeenschap. 'Je bent dan ergens een kapstok, en er blijken heel wat mensen een jas te hebben.' Precies zo ging het bij de Rabobank. In 1975 kreeg hij zitting in de raad van toezicht, een poos daarna werd hem gevraagd een stoel op te schuiven. De heer Sies stemde toe in de overtuiging dat het zijn kijk op een aantal zaken zou verruimen. Het werk viel niet eens tegen. 'Het heeft me meer gebracht, dan ik ervan ver wachtte. Je raakt heel erg betrokken bij het functioneren van de bank in de ge meenschap. In plaats van de bezadigde heren die daar de dure sigaren zaten te roken, trof ik in het bestuur een stel mannen dat zich samen met mensen van de bank zelfs op de avond dat PSV tegen Barcelona voetbalt buigt over een ingewikkeld marketingplan.' 'Ons verzoek om ook in Valkenswaard met het fenomeen functieclassificatie geconfronteerd te worden,' herinnert be stuurder Sies zich dan, 'stond recht streeks in verband met de noodzaak tot het opzetten van een nieuwe organisa torische structuur. Als bestuurslid bij een bank, heb ik gemerkt, bekijk je zoiets toch weer heel anders dan als perso- neelsman in een produktie-technisch be drijf waar zich voortdurend wijzigingen voordoen, waar je economische proble men op je weg vindt en waar je te ma ken krijgt met een graad van mechanisa tie waarvan je je zo nu en dan afvraagt of je het de mensen nog wel kunt aan doen. Je zit eigenlijk dus met 2 petten op tijdens de besprekingen. Maar ik ge loof werkelijk dat het een goed ding is te streven naar een adequate en verant woorde beloning over de hele lijn. Daar bij kan functieclassificatie een prima hulpmiddel zijn. Het is duidelijk ook een bedrijfsbelang. Door rechtvaardig te be lonen, stimuleer je de motivatie bij de mensen. Natuurlijk kan iemand via pro motie naar een hogere plaats worden geroepen, maar ik hoop vooral dat de personeelsleden door het voorbereiden de werk dat met de invoering van het systeem verband houdt, ook eens met wat extra aandacht het werk van de col lega's gaan bekijken. Je krijgt daar eer der respect voor als je alles eens zwart op wit ziet gezet. Een beter inzicht in el- kaars functioneren. Dat lijkt me belang rijk om als eenheid te kunnen opereren; wanneer een bank haar taak in de ge meenschap naar behoren wil uitoefenen, dan kun je daar niet buiten.' De heer Sies verwacht dat - eenmaal ingevoerd - het systeem van functieclassificatie ook een heel bruikbaar instrument kan zijn bij het voeren van de periodieke be oordelingsgesprekken; 'Iemands functio neren in de functie wordt er beter be spreekbaar door.' Tegelijkertijd waar schuwt hij echter voor een al te grote nadruk op de financiële aspecten. 'Als we praten over functieclassificatie dan wordt er dikwijls op geld en salarissen gezinspeeld. Maar dan zit er iets fout. Functieclassificatie is geen middel om de beloning recht te zetten. Het gaat om het verkrijgen van meer inzicht en duide lijkheid in de zwaarte van bestaande functies. Door ze in de onderlinge sa menhang te bekijken ontstaat een to taalbeeld. Het is nodig. In het verleden werden functies lang niet altijd precies gedefinieerd. Het hoeft niet zo te zijn, maar de kans bestaat dat incidenteel mensen zich verantwoordelijkheden hebben toegemeten die weinig of niets behelsden aangezien ze toch weer door controles achteraf werden gedekt. In zulke gevallen gaan er misschien links en rechts wat heilige huisjes overhoop. Maar ik ga er van uit dat de betrokkenen dan verstandig en mans genoeg zijn om die lichte tegenvaller op te vangen.' 'Wanneer ik thans een nieuwe kracht nodig heb, is het opstellen van de wer vingsadvertentie niet meer dan een peu- leschil. Op papier heb ik precies staan wat er verwacht wordt van een bepaalde functie, wat erbij komt kijken. Wel moet je daarbij erkennen dat functiegroepen niet meer door de werkgever worden vastgesteld zoals voorheen het geval was, maar dat dit nu gebeurt door een objectief instituut, de Centrale Classifica tie Commissie. Thijs Marcellis pauzeert een ogenblik om zodoende zijn woorden maximale draagwijdte te gunnen. Bij de Rabobank Venlo doet hij de beheers- technische zaken en zulks bracht bij voorbeeld een innige betrokkenheid te weeg toen de invoering van functieclas sificatie actueel werd. Hij windt er geen doekjes om: 'Toen we er ons voor het eerst mee zagen geconfronteerd, waren de consequenties zeker nog niet geheel te overzien. Die mening heerste ook bin nen het bestuur. Het heeft ertoe geleid dat Venlo niet op voorhand heeft ge zegd: wij doen mee. Afgesproken werd dat we na inlevering van de takenlijsten voor ieder personeelslid eerst eens een voorlopig indelingsvoorstel van de func tie-analisten zouden afwachten. Dat re sultaat is ter beoordeling aan het be stuur voorgelegd en op grond van de be vindingen zijn we toen formeel ingestapt en de zaak gaan effectueren.' Marcellis heeft bij de voorbereidende werkzaam heden onder collega's een nogal af wachtende houding geconstateerd. Kwam het misschien door de aanwezig heid van een-weg-terug? Hij: 'Het had naar mijn smaak meer te maken met de aard van de mensen in deze streek. Men geloofde het wel, beschouwde de invoe ring als onafwendbaar. We zullen wel zien wat er uit de bus komt. Rustig afwachten. Pas als iemand iets niet zint, wordt er aan de bel getrok ken.' Incidentele onzekerheden kwamen tot uiting in vragen als 'Hoe staat het er nou mee?' Ook iemand die net volop in de groei van een functie zit en dacht er wel iets van te kunnen verwachten, rea geerde zo. De eigenlijke informatiebij eenkomsten verliepen vrij vlak. Aanvul lende informatie verstrekte je in de wan delgangen. Je stond soms een half uur te kletsen met iemand op de stoep voor het kantoor. Maar niet officieel bij je naar binnen stappen voor meer gege vens.' Thijs Marcellis moet erkennen dat hij in de beginfase noodgedwongen nog al eens wat vaagheden moest verkon digen. Zo wist hij het exacte antwoord niet op vragen als 'Wat stellen die aangekondig de acht nieuwe salarisschalen nou ei genlijk precies voor?' Nu hij die gege vens wel al lang en breed tot zijn be schikking heeft, komt hij voorzichtig tot deze kanttekeningen: 'We kennen meer niveauverschillen in het werk dan in het beperkt aantal beschikbare schalen tot uiting komen. Meer mogelijkheden om die verschillen aan te geven zouden erg welkom zijn. Personeelsleden die nu on-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1978 | | pagina 7