Functieclassificatie Het begrip functieclassi ficatie klinkt de trouwe (lezer)es van Rabobank niet vreemd meer in de oren. Enig snuffelwerk in oude jaargangen wijst uit dat in augustus 1976 het onderwerp voor de eerste keer aandacht kreeg. In de juni-uitgave van het daaropvolgende jaar verscheen een tweede publikatie met nieuwe informatie, fei ten en bijzonderheden. Inmiddels konden ook de eerste praktische be vindingen genoteerd worden aan de hand van ervaringen die deskun digen opdeden bij toe passing van het systeem voor met name de grote Rabobanken. Naar ver wachting is eind dit jaar 50 van het perso neelsbestand afgehan deld. De operatie func tieclassificatie is echter zo omvangrijk van aard dat met de algehele in voering zeker nog wel de nodige tijd gemoeid zal zijn. Het vloeit voort uit de grote zorgvuldig heid waarmee een en ander gepaard gaat. De functie-analisten besef fen beter dan wie ook hoe subtiel hun inde- lingswerk is. Ze gaan behoedzaam te werk in de wetenschap dat er persoonlijke belangen op het spel staan. Ze weten dat foutieve be slissingen - ook al wor den ze nadien (desnoods via een verzoek tot her classificatie) weer onge daan gemaakt - diepe wonden kunnen slaan. De zorgvuldige werkwij ze waarvoor werd geko zen, draaide onvermijde lijk op vertragingen uit. Het feit dat men lange tijd niets hoorde leidde sporadisch zowaar al tot de opvatting als zou heel die functieclassifi catie inmiddels een zachte dood gestorven zijn. Niets is minder waar. Op grote schaal worden er informatiebij eenkomsten voor be heerders en directeuren gehouden. Veelal wor den deze gevolgd door informatie op de banken zelf, aan directeuren, staffunctionarissen en, bij voorkeur, de overige personeelsleden. De in formatiebijeenkomsten voor beheerders en di recteuren zijn als regel het startsignaal voor de eigenlijke invoering bij een bepaalde bank. Des gevraagd geven specia listen van de Centrale Rabobank daar een uit eenzetting van het hoe en waarom. Ze houden er geen wervende rede voeringen, maar puur technische verhandelin gen waaruit het nut van het project naar voren komt. Het betekent evenwel ook regelmatig dat er toch weer afgere kend moet worden meti, een aantal opvattingen en standpunten die on juist zijn. Onzekerheden en onduidelijkheden in verschillende opzichten. En dan de vragen c.q. ontboezemingen niette vergeten. Ze verraden ieders persoonlijke be trokkenheid: Niemand begrijpt hoe druk ik het heb Hoe komt het feit dat ik als assurantie-mede- werker vaak tot 's avonds laat in touw ben voor mij tot uiting in het resultaat? Waarom wordt als je een bepaalde functie uitoefent het aanwezige kennisoverschot niet ge honoreerd? Telt de ervaring die je in het werk hebt opge bouwd wel zwaar ge noeg mee? Ik doe alle functies, want bij een kleine bank als de onze zit er niets anders op Is het waar dat perso neel uit de commerciële sector hoger op de rang lijst eindigt dan degenen die administratief werk doen? Iedere functie-analist kent uit de eigen prak tijk deze en dergelijke geluiden. Hij hoort ze graag, want het biedt hem de gelegenheid er dieper op in te gaan en opheldering te verschaf fen. Omstreeks de tijd dat deze regels in druk verschijnen maken ook de eerste banken met betrekkelijk weinig per soneel - misschien nog wat onwennig - kennis met functieclassificatie. Er is een nauwgezet on derzoek aan voorafge gaan naar de gangbare takenverdeling. Toch houden specialisten re kening met de mogelijk heid van nieuwe compli caties. Anders dan bij grote banken is men op een klein kantoor meer gewend in mensen te denken dan in functies. Voor eeri juiste toepas sing van functieclassifi catie kan het problemen opleveren. De Rabo- band-redactie ging dus andermaal op onder zoek uit een praatte met mensen die vanuit ver schillende invalshoeken, gebaseerd ook op eigen ervaringen, de zaak kon den bekijken.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1978 | | pagina 5