m
28
H
H
gaat. Je ogen vallen dicht; je merkt dat
mensen je wakker schreeuwen. Maar
dat je die ogen sloot, had je niet eens in
de gaten. Informatie over het aantal uren
dat we nog moesten, drong niet meer
tot me door. In het begin deed je nog
wel dingen om bezig te zijn. Later moest
alles van de menigte omstanders uit
gaan. Zelf nam je geen initiatieven
meer.'
Hoe heb je de afloop ervaren?
Philip: 'Ik had het niet zo precies in de
gaten ondanks dat gigantische joelen en
zingen. Dat het afgelopen was, drong
niet tot me door. Je staat op het ere
schavotje, en dan pas ben je er weer. Je
komt bij. Ooggetuigen vertelden me na
derhand ook dat ik vooral de laatste uren
af en toe 'verdween', er niet meer bij
was. Het zei me niets, hoewel iedereen
heel precies kon aangeven wanneer ik
goed was, wanneer ik weinig sjoege gaf,
of volkomen pleite ging. Ik kon niet meer
dan heel stompzinnig zitten op dat paal
tje. De collega's van de bank hebben me
steeds geweldig opgepept. Ze kwamen
bij toerbeurt moed inspreken. En vanaf
de bank Berkel, vlakbij onze zitplaats,
bestond frequent telefoonverkeer met
Bleiswijk.'
Naderhand nog lang van slag af ge
weest?
Philip: 'Na afloop van de prijsuitreiking is
er eerst thuis nog wat nagekaart tot een
uur in de nacht. Toen onder zeil natuur
lijk, maar toch heb ik dinsdag meteen
weer het normale ritme opgepakt. Het is
toen toch nog wel de hele dag bij me ge
weest. Woensdag voor het eerst weer
naar kantoor. Opnieuw weer al die reac
ties uit enthousiasme. Je bent er nog
niet helemaal. Een merkwaardige druk
op de ogen, dat hou je de eerste dagen.
Maar alles is inmiddels weer helemaal
geregeld gelukkig.'
Was automatisering een aantal jaren ge
leden nog een zaak die zich stilletjes vol
trok in de sfeer van 'eventjes met z'n al
len naar een voorlichtingsbijeenkomst
en veranderd is het systeem', heden ten
dage liggen die zaken veel moeilijker.
Niet alleen de leiding van het bedrijf
stoeit met het probleem, niet alleen het
personeel van hoog tot laag buigt zich
met rode koontjes over de moeilijke ma
terie. Nee, ook pers, radio, televisie en
zelfs de regering hebben - in het kader
van Bestek '81 - zo hun inbreng.
De automatisering is een nationaal
strijdperk geworden met voor- en tegen
standers, fervente aanhangers en on
heilsprofeten. En de 'ongelukkigen' die
met automatisering te maken krijgen,
zitten bibberend midden in de arena,
angstig afwachtend van welke kant de
klap zal komen. De automatisering is
dus duidelijk geen zaak meer waar ie
mand handenwrijvend zijn enthousias
me op zou willen botvieren. Want wie
wil er nu met de vinger nagewezen wor
den dat hij weer een x-percentage aan
Vereniging Personeel van Rabobanken
Postbus 336, Veenendaal
het werkeloosheidscijfer heeft toege
voegd?
Men mag overigens niet veronderstellen
dat ik zo naïef ben te geloven dat er
geen bedrijven zijn waar de werkgele
genheid een veel minder centrale plaats
inneemt dan de winst.
Al wordt er ook daar met die werkgele
genheid krachtig geschermd. Aangezien
echter onze banken krachtens hun statu
ten het maken van winst niet tot hun
doelstelling mogen maken, laat ik die
mogelijkheid voor onze banken verder
maar buiten beschouwing.
't Is jammer dat ik op dit terrein geen
deskundige ben, ik zou dan veel meer
met de antwoorden kunnen komen en u
veel minder behoeven op te schepen
met vragen. Helaas, het is niet anders.
Laat ik me voorshands beperken tot een
vraag: toen we in de zestiger jaren in de
administraties steeds meer gingen me
chaniseren, heeft men toen ook zo veel
aandacht besteed aan die ontwikkeling?
Is toen ook het woord 'werkeloosheid'
ter tafel gebracht? Of was dat toen min
der belangrijk omdat er praktisch geen
werkeloosheid was?
Aan deze en andere vragen werd ik her
innerd toen ik, notabene tijdens mijn va
kantie, in een landelijk ochtendblad een
pagina-grote reportage aantrof over het
automatiseringsvraagstuk. Maar tegelij
kertijd wist ik op dat moment het ant
woord op een heel andere vraag. De
vraag namelijk waar de werkzaamheden
van de VPR dienen te beginnen en waar
deze eindigen.
Ter verduidelijking het volgende. Binnen
onze regering wordt al een hele tijd ge
werkt aan een aantal wijzigingen met
betrekking tot de Wet op de Onderne
mingsraden. Aangezien deze wijzigingen
waarschijnlijk voor een groot aantal van
onze banken van belang kunnen zijn,
meende het bestuur van de VPR er goed
aan te doen zich eens zo breed mogelijk
te laten informeren over alles wat met
de ondernemingsraad te maken heeft.
De VPR installeerde daartoe een werk
groep 'Ondernemingsraden'. Een kwes
tie van bij de tijd blijven en niet straks
achter de feiten aanhollen. Per slot van
rekening hebben onze leden er recht op
zo goed mogelijk te worden geïnfor
meerd. In het kader van haar opdracht
vroeg de werkgroep aan een aantal
Rabobanken waar reeds een onderne
mingsraad geïnstalleerd was, of zij de
werkgroep van de nodige informatie wil
den voorzien. Tot onze grote vreugde
werd daar door alle betrokken banken
zonder terughoudendheid aan meege
werkt. Eén bank plaatste echter bij haar
mededelingen een kritische kantteke
ning.
De OR van die bank vroeg zich namelijk
af, of het wel op de weg van de VPR lag
zich ook op dit terrein te begeven. Geen
gekke vraag, want als je in je doelstellin
gen zeer ruim geformuleerd hebt, dat je
de belangen van je leden naar beste we
ten zult behartigen, dan kun je bij een
heel stel concrete gevallen je inderdaad
afvragen of dat nu wel of niet tot je taak
behoort.
't Antwoord op de vraag van de betref
fende Ondernemingsraad meen ik intus
sen gevonden te hebben dank zij de dis
cussie rond de automatisering. Dat ant
woord doe ik u overigens in de vorm van
een wedervraag toekomen. Bent u van
mening dat we ons niet moeten bemoei
en met zaken die ons als personeelsle
den van de Rabobankorganisatie aan
gaan en dat er genoeg anderen zijn die
zich maar druk moeten maken over ons
wel en wee? Dat de wal het schip wel
zal keren? Dat de soep nooit zo heet ge
geten wordt als ze wordt opgediend? En
dat je vooral je nek niet moet uitsteken
om dat dat gevaarlijk is?
Of bent u van mening dat we gezamen
lijk en in goed overleg ieder ons steentje
bij kunnen dragen aan een vruchtbare
discussie, een discussie over zaken die
ons aangaan en waar we vroeg of laat
mee te maken krijgen? Een discussie
ook waarbij iedereen zijn standpunt, uit
gaande van zijn ideeën, mag en kan in
brengen met respect voor elkaar!
Uitgaande van die gedachte behoeft
automatisering voor onze organisatie
niet dat pijnlijke onderwerp te zijn dat
het - als ik de nieuwsmedia moet gelo
ven - voor velen nu is. De heer Van Eldik
gaf aan die laatste gedachte in ieder ge
val een goede start, door op de leden
raad van de VPR uitgebreid in te gaan op
vele ins en outs rond de automatisering.
Hans Koet, vice-voorzitter VPR