Ger heeft
in de benen
Talent dient zich aan
per fiets
macht
Neeritter, verstopt langs de onderkant
van Nederland. Aan de achterdeur ligt
België. Er bestaat hier een innige ver
standhouding tussen weilanden, het ak-
kerland en de aanwezige smalle weg
getjes, speciaal voor insiders aangelegd.
De sportieveling die sinds begin dit jaar
dagelijks af en aan jakkert tussen Neerit
ter en Stramproy heet Ger Lurvink. Zelfs
verbaasde koeien lodderogen de ge
haaste figuur vol ontzag na.
Een broer zat bij de Rabobank in Ell,
even verderop. Dat beviel prima. Een ge
schikte baan zonder meer. Toen die
veelbelovende advertentie. Een vacature
bij de Rabobank in het naburige Stram
proy. Ger Lurvink erop af, HAVO-diploma
kreukvrij op zak. Met opgemeld resul
taat.
Collega's ontzien de nieuwkomer niet.
Ze zullen hem de geheimen van het mo
derne bankbedrijf wel even bijbrengen.
Weldra rammelt de telmachine dat het
een lieve lust is. Alles moet geleerd wor
den. Geen pardon. Een fluwelen hand
schoen kent deze leerschool in Mid
den-Limburg niet, wel helpende handen.
Je kunt de dingen die je onderneemt ge
lijk het beste serieus aanpakken luidt het
gemeenschappelijk parool. Geen half
werk. Meteen dus ook maar ingeschre
ven voor een cursus die opleidt voor het
praktijkdiploma boekhouden. En ook
snel even een aanmeldingsformulier in
gevuld voor het lidmaatschap van de
Vereniging Personeel van Rabobanken.
Het hoort erbij.
Tot zover niets bijzonders. De bankbe
diende Ger Lurvink zou vast geen extra
aandacht gekregen hebben, wanneer
het was gebleven bij het vlekkeloos ver
richten van de elementaire bankhande-
lingen. Maar de sportieve Limburger zat
in zijn vrije tijd niet stil. Als wielrenner
weerde hij zich geducht. Een enkele blik
op de resultatenlijst van het zojuist afge
sloten seizoen zegt voldoende. In het
klassementsoverzicht van alle in
NWB-verband verreden wedstrijden tus
sen 19 maart en 1 oktober prijkt de
naam Lurvink op een eervolle tweede
plaats. Maar daarmee is nog niet alles
gezegd. Bij diezelfde Nederlandse Wie
lerbond - zeg maar de Brabants-Lim
burgse tegenhanger van de KNWU -
fietste hij en passant ook nog regelrecht
naar het nationale kampioenschap op de
weg en bemachtigde hij vervolgens de
felbegeerde baantitel.
Beide klinkende triomfen hebben de
winnaar persoonlijk ook niet weinig ver
rast, sterker nog, ze vormden een zekere
belasting. De doorbraak maakte de vroe
ger zo onopvallende figurant uit het gro
te peloton opeens tot een gevaarlijke
concurrent die door alle gegadigden
voor de ereplaatsen overal nauwlettend
in de gaten gehouden werd. Het zat Lur
vink niet lekker: 'Van nature ben ik al
geen geweldige sprinter en daar komt
een chronisch gebrek aan trainingstijd
bij. Ook al door die studie voor het prak
tijkdiploma boekhouden kan ik alleen
maar dinsdag en donderdag stevig oefe
nen. De zaterdagse trainingen ter aan
vulling mogen geen naam hebben. Je
wilt dan niets forceren met het oog op
de wedstrijdinspanningen op zondag.
Volgend jaar zal er toch iets moeten ge
beuren. Dan kom ik met mijn 19 jaar
voor het eerst bij de KNWU-amateurs uit
en dat betekent dat er ook op de kilome
ters behoorlijk getraind moet worden.' In
het trainingsprogramma zoals hij dat
thans afwikkelt ligt het accent nog voor
namelijk op de techniek: 'Het bochten
werk, met aansluitend telkens weer het
optrekken. Je moet zien weer gauw op
snelheid te komen. Ook het klimmen kun
je trainen in zekere zin. Leren toch door
te gaan, zelfs als je helemaal kapot zit.'
Ger Lurvink vertelt het verhaal hoe hij in
de wielrennerij verzeild is geraakt. In zijn
woonplaats floreert de wielersport. De
plaatselijke wielerclub kan bogen op
ruim dertig leden, maar Ger Lurvink is
een buitenbeentje als wedstrijdrijder.
Alle overigen behoren tot het legioen
van de toerfietsers. Zo begon het ook in
zijn geval overigens. Twee fietsende
buurmannen haalden hem over. Er
kwam een racefiets: 'Een lomp ding met
breed spoor. Als iemand zich daarmee
tijdens wedstrijden zou vertonen, dan la
chen ze hem uit. Maar ik wist niet beter.'
Tegenwoordig wordt er gekoerst op een
maatfietsje, kostprijs zo'n slordige 2000
gulden. Elk reservewiel kost ruim 100
gulden. Ze wegen de helft van de band
jes waarmee z'n wielerloopbaan begon.
Lichtere fietsen bestaan ook. 'Tegen een
dubbele prijs, spaar je twee kilo gewicht
uit,' licht Ger Lurvink toe.