Controle 23 van het Haagse bankbestuur, zich aan het slot van de enerverende finalepartij en schrap zette voor de prijsuitreiking, kon hij voor wat betreft de dames zijn fe licitaties richten aan de teams uit Leid- schendam, Zwijndrecht en Gouda. Zij legden beslag op de drie ereplaatsen. De speelsters uit Leidschendam hadden er overigens drie sets voor nodig om de hoogste eer te bemachtigen. Daarvoor reeds was de ploeg uit Gouda enigszins fortuinlijk door de kwartfinale gerold. In de ontmoeting tegen Pijnacker namelijk wonnen beide ploegen een set. Een ver schil in setstand zou hier reglementair de beslissing hebben kunnen brengen, maareen dergelijk verschil was er niet. Gedwongen door het strakke tijdschema hadden de reglementenmakers voor der gelijke situaties bepaald dat er dan via het lot een beslissing geforceerd moest worden. Het ploegje uit Pijnacker dat tot dan toe enkele leuke partijen volley had gespeeld, trok daarbij aan het kortste eind en zag zich zo op een wat zielige manier uitgesloten van verdere deelna me. Ongemeen spannend ging het er aan toe in de eindronden bij de heren. Met mi niem verschil klopte daar het team van de organiserende bank de tegenstanders van Leidschendarnj-Voorburg. Het team uit Delft bezette de derde plaats. Resu merend was men bij de Rabobank Den Haag van mening dat het volleybalge- beuren een schot in de roos is geweest. Zelf heeft men twee jaar geleden voor het eerst tijdens een Rabobank-volley- baltoernooi in de kring Twente kunnen proeven welk een typische sfeer er hangt rond zo'n volleybaldag. De Haagse spelers werden daar bij wijze van uitzon dering toegelaten, en unaniem vond men het jammer dat het gastoptreden in het oosten niet meer herhaald kon wor den. Den Haag besloot toen maar te gaan proberen zelf eens iets te onderne men en inderdaad bleef hier na afloop de indruk hangen dat zowel spelers als sup porters zich zeer nadrukkelijk bij het ge zellige gebeuren betrokken voelden. De compactheid en overzichtelijkheid van het strijdtoneel droeg er in niet geringe mate toe bij. De organisatoren die dank baar profiteerden van nuttige wenken die de voorzitter van de 'volleybaltak' bij sportvereniging Velo hen belangeloos verstrekte, hopen er in stilte op dat hun voorbeeld elders in Rabobank-verband navolging vinden zal. Misschien, zo filo soferen ze zelfs, is het dan mogelijk om eens hier of daar een onderlinge kracht meting te organiseren tussen de win naars van de diverse toernooien. 'Zeg Roel,' wendt het hoofd van Interne Organisatie en Controle zich tot één van zijn naaste medewerkers, 'ik heb jouw kascontroleverslag van het kantoor Maasakker nog niet gezien. Is die contro le wel gedaan?' 'Zit er aan te komen,' luidt het antwoord. Zo gaat dat vandaag den dag. Interne functionarissen contro leren geregeld de gelden en geldswaar den. Vroeger controleerde het bestuur de kas. Een paar leden van dit college, rudimen taire akkerstudenten, verschenen daar toe een keer of zes per jaar onverwacht op de bank. Ook weer niet zo onver- I wacht, of in het bescheiden vergader zaaltje werden efkes tevoren de borrel glaasjes, de fles en het rookgerei verrig gezet. En wel door de directeur, die toen nog kassier heette, ook al keek hij nooit naar het kasgeld. En daar kwamen de commissieleden dan. Eén hunner verscheen nooit anders dan in een schoon uitgewassen overall. Z'n wijfke, dat in haar kleine teen meer ge voel had voor reinheid dan hij in heel zijn agrarische body, had hem weer stikkes opzijn mieter gezeten. Want Mijnheer de I BeheerderderBankhad recht vanachter j de biggende zeug vandaan naar de kas- I controle annex pimpelstonde willen lo pen. Over zijn schone overall had hij een slordige jas aan, die jaren geleden reeds de benaming jacquet verspeelde. Feit dat deze figuur, boer Van Woerden, in het bestuur zat, bewijst, dat de ge meenschap best iemand tot een leiding gevende functie kan verheffen, ook al spot de man met elke vorm van etiquette, weilevendheid of intellect. Het andere lid van de onverwachte kas controlecommissie, Thijs Waters, was de volmaakte tegenpool van de gribus- figuurVan Woerden. MaarThijs had het dan ook al diverse keren bekant tot wet houder gebracht. Hij kwém alleen maar 'sedert mensenheugenisiedere vier jaar één stem te kort. Slechts één stem van een collegaraadslid, dat hem niet moest. Jammer, want hij was best een geschikte kerel. Bezadigd, helder oordeel, redelijke uitdrukkingsvaardigheid. Alzo, de heren togen aan de slag. Na vie ren, als de kas toch opgemaakt moest worden. De bril van Van Woerden staalde veel op het uilebrilleke, dat sommigen met Carnaval wel eens op hun voorste ven hebben. Daarbij vertoonden de glaaskes van het brtlleke een vettige laag, als had het slap geval een tijdlang in het spekvet liggen te sudderen. Maar denk nu alsteblieft niet, dat de he ren hun werk maar half kwamen doen om toch maar zo gauw mogelijk aan de bor reltjes te zitten. Om de mieter nietAlles moest geteld worden. Thijs Waters schreef op en zorgde boven dien voor het vermenigvuldigingswerk. Een en ander voor zover het niet 'maal tien', 'maal honderd' of "maal één' betrof. Dat vertrouwde hij Daan van Woerden niet meer toe sinds die ene keer. Toen had de kasbediende Daan willen helpen door hem voor te zeggen, dat 560 van f 25,- veertienduizend gulden maakten. 'Dat kan nie, zo veul,' had Daan na enige peinzende achterdocht gezegd. Een ca mouflerend gekuch van de bankbedien den, die van deze nieuwe leerstelling kennis namen werd gevolgd door een droog toeterend neuzengesnuit. Maar nu ging het er niet meer neven, want correcte Thijs wist wat hij delegeer de. Hij lietVan Woerden alleen maar de duizendjes tellen, alsmede het bakske met pasmunt. Deze duzendjes, omdat er op dat geringe aantal vrijwel nooit neven geteld kon worden. En het bakske met pasmunt, omdat foute telling hier zulke geringe afwijking veroorzaakte, dat her telling achterwege kon blijven. Overigens een erg oppervlakkige controle. Thijs Waters verzocht ten slotte de kasbedien de om de door hem opgestelde specifica tie met behulp van de telmachine te tota liseren. Hij liet zich warempel ook nog de telstrook aanreiken, die hij nauwgezet vergeleek met de handgeschreven speci ficatie. Maar dan kwam, als het ware, het slapend intellect van Daan van Woerden met een ontzaglijke geeuw overeind. Want hij nam hierna de machinetelling over van Thijs en ging die breeduit en op z'n dooie gemak met behulp van z'n blote hoofd na zitten tellen. Ge weet wel, de methode van: Zo veul opschrijve, zo veul onthouwe. 'Da's toch wel hendig, zo'n briefke' lichtte hij dan stereotiep toe, 'nu staat het te minste nie meer zo schieps ondereen, als dat gullie 't opschrijft.' De vreemde biljetten mocht Daan tellen. Vaststelling naar soort geschiedde door Thijs. Op één soort na. Dat was de coupu re van Zw. Francs 50,-. Want die kende Daan. De herkenbaarheid zat 'm voor hem in de rugzijde, waarop onder meer een zogende moeder met haar kind afge beeld stond. Dit op zich hartveroverende en zeer natuurlijke tafereel ontlokte de gribusbewoner steeds de bemerking: 'Da kos ons Ciska wel zijn.' Waarna de beton nen beheerder grinnikend vaststelde: 'Zoveel briefkes van vijftig Zwitserse gul den.' Onnodig te zeggen, dat een kascontrole u toen een klein uur overwerk bezorgde. Maar toentertijd scheen de zon nog over uw werk. Nu ligt het vaak in een gebied met lage barometerstanden, terwijl de functionarissen constant in een hoge- drukgebied zitten te werken. Het gevolg is: depressies aan de lopende band, her en der. Hoelang nog? De Knipbeurs

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1978 | | pagina 29