Kinderaftrek
kinderbijslag
loonbelasting:
een toelichting
De salarisafrekening voor alle gehuwde personeelsleden met kinderen zal vanaf
oktober een beeld vertonen dat duidelijk afwijkt van de situatie in voorgaande
maanden. Als gevolg van overheidsmaatregelen zal er voor de bewuste categorie
collega's voortaan meer loonbelasting worden ingehouden. Daar staat een verho
ging van de kinderbijslag tegenover.
Gezien de actualiteit van het onderwerp en met het oog op de talrijke vragen die er
vanuit de personeelsrijen ongetwijfeld zullen rijzen, geeft de heer P. J. Kerremans,
deskundige op het gebied van fiscale aangelegenheden hippen het werkgebied soci
ale zaken van de Centrale Rabobank, in bijgaand artikel een nadere toelichting.
Daar over de wettelijke kinderbijslag
geen belasting en premies sociale verze
keringswetten verschuldigd zijn, vormt
de kinderbijslag voor velen een belang
rijk inkomensbestanddeel. Nu met be
trekking tot deze kinderbijslag een be
langrijke wijziging heeft plaatsgevonden
en er waarschijnlijk nog enkele zullen
volgen, is een nadere uiteenzetting ge
wenst.
De eerste wijziging is speciaal van be
lang voor loontrekkenden. Enerzijds
wordt de kinderbijslag voor de eerste
drie kinderen verhoogd, anderzijds komt
de kinderaftrek voor de loonbelasting te
1 vervallen. Deze kinderaftrek was in het
huidige tarief loonbelasting beperkt tot
drie kinderen, zodat er ook slechts voor
drie kinderen een verhoogde kinderbij
slag geldt. De genoemde verhoging van
de kinderbijslag is ingegaan op 1 juli
1978 terwijl de kinderaftrek voor de
loonbelasting eerst op 1 oktober 1978 is
komen te vervallen. Dat de data van
deze wijzigingen niet samenvallen houdt
verband met het feit dat de Raden van
Arbeid de kinderbijslagen doorgaans
eerst na afloop van het kwartaal uitke
ren. Zou de kinderbijslag evenals de kin
deraftrek eerst met ingang van 1 oktober
1978 zijn gewijzigd dan zouden deze
verhoogde bedragen eerst begin 1979
van de Raden van Arbeid worden ont
vangen terwijl de meerdere loonbelas
ting reeds vanaf de maand oktober 1978
verschuldigd is. Om hier geen onge
wenst 'gat' te laten ontstaan, is voor
deze oplossing gekozen.
Omdat de kinderaftrek voor de loonbe
lasting 1 oktober is vervallen zal voor
loontrekkenden die in aanmerking ko
men voor een aanslag inkomstenbelas
ting over 1978 de kinderaftrek naar
evenredigheid worden toegepast.
De verhoging van de kinderbijslag ener
zijds en het vervallen van de kinderaftrek
voorde loonbelasting anderzijds resul
teert in gering voordeel bij een bruto-
inkomen tot f 40 000,-. Daarboven gaat
men er, naarmate het inkomen hoger is,
op achteruit. In de loop van 1979 wordt
het zogenaamde draaipunt van
f 40 000,- waarschijnlijk alsnog enigs
zins opgetrokken.
Met deze eerste fase beoogt men een
besparing van f 300 miljoen te bewerk
stelligen.
Vervolgens bestaat het voornemen om
voor kinderen die né 31 december 1978
16 jaar worden, een eventueel recht op
dubbele of drievoudige kinderbijslag te
verschuiven naar 18 jaar.
De slotfase zou op 1 januari 1980 moe
ten ingaan. Vanaf die datum zullen geen
afzonderlijke opslagen op de kinderbij
slag meer worden uitgekeerd. Er zal dan
één nieuwe kindervoorziening van
kracht worden.
Uitzonderingen
Zoals gebruikelijk zijn ook op de hierbe-
doelde reeds ingevoerde wijzigingen en
kele uitzonderingen:
- Partieel leerplichtigen. Voor deze
kinderen had men geen recht op kinder
aftrek voor de loonbelasting. Op grond
hiervan heeft men voor deze kinderen
geen aanspraak op de opslag op de kin
derbijslag.
- Grensarbeiders. Personen die in het
buitenland wonen doch hier te lande een
dienstbetrekking vervullen hebben recht
op kinderbijslag. Omgekeerd hebben
personen die hier wonen doch in het
buitenland werken in Nederland geen
recht op kinderbijslag. Voor zover deze
personen in aanmerking komen voor een
aanslag inkomstenbelasting behouden
zij het recht op kinderaftrek.
- Alimentatieplichtigen behoeven de
opslag op de kinderbijslag niet aan de
verzorgende ouder af te staan daar zij
anders door het vervallen van de kinder
aftrek zouden worden gedupeerd. Deze
regeling geldt slechts voor overeenkom
sten en rechterlijke uitspraken van vóór
1 oktober 1978. Hoewel de man als ge
rechtigde op de kinderbijslag is aan te
merken wordt deze door de Raden van
Arbeid om praktische redenen als regel
aan de gescheiden vrouw uitgekeerd.
De Raden van Arbeid zullen in deze
situatie de normale kinderbijslag aan de
echtgenote uitkeren en de opslag voor
de eerste drie kinderen vanaf het 3e
kwartaal 1978 aan de man. De geschei
den man verliest namelijk het recht op
kinderaftrek voor de loonbelasting en
ontvangt als compensatie de opslag op
de kinderbijslag.
Daartegenover behoudt de gescheiden
vrouw kinderaftrek voor de loonbelas
ting. Om deze kinderaftrek te behouden
dient zij een beschikking te vragen bij de
inspecteur der belastingen.
Door de banken worden veelal voor-