delhoofd tijdens de Tweede Wereld
oorlog in vlammen opging? Was daar
niet een onderzeeboot nagebootst uit
een boek van Jules Verne? Zoeven zijn
de twee een kijkje gaan nemen bij het
Panorama Mesdag in de Haagse Zee
straat. Ze hebben aandachtig geluisterd
naar het verhaal van de gids. Ligt ginds
nou het duin waar de Groningse ban
kierszoon Hendrik Willem Mesdag de
eerste schetsen voor zijn in vier maan
den tijd voltooide spektakelstuk van
1684 m2 vervaardigde? Een verwijzing
naar het naburige Seinpostduin brengt
opgetogen reacties teweeg. Er is wel het
een en ander veranderd sinds de schilder
in 1881 aan de slag ging met assistentie
van zijn vrouw Sientje en de schilder
Breitner. Baksteen, beton, flats en rijzige
bouwkranen beheersen nu aan landzijde
grotendeels het beeld. Op het strand is
geen enkel schip meer waarneembaar.
De platte bomschuiten hebben immers
afgedaan sinds Scheveningen beschikt
over een paar binnenhavens waar ook
schuiten met een respectabele diepgang
probleemloos konden binnenvallen.
Veel herinneringen aan het door Mesdag
uitgebeelde tijdperk koestert Schevenin
gen nog in een leegstaand schoolge
bouw dat het 'Oudheidkundig en vis
serijmuseum' herbergt. Weet men er
wanneer het tijdperk van de bomschui
ten voorgoed werd afgesloten? Julika
Baan hoeft geen seconde op het ant
woord te wachten. 'De laatste twee zijn
in 1919 eruit gegaan en je hoefde er niet
treurend om te zijn. Het waren ondingen
om te zeilen.' Er wordt als om de woor
den te onderstrepen langdurig en vurig
door onze 74-jarige gids gesnoten in een
knalrode zakdoek. Hoe hij het allemaal
zo precies weet? Dat zal hij mevrouw zo
dadelijk eens precies uitleggen. Maar
eerst haalt hij even een foldertje vol vis-
recepten. 'Daar heeft u toch zeker ook
wel belang bij? Nou dan Uit het vol
gende relaas blijkt dat hier soms gemak
kelijker Engels dan Nederlands gespro
ken wordt. Heel het museum drijft op
gepensioneerde visserslui. 'Voor ons,
retired fishermen as you see, is het een
bezigheid. Vertellen zoals wij, dat ken
het bestuur niet. Vroeger 'ad Schevenin
gen geen haven. Je zag dan op de boele-
vart de schepen staan. Daar wierd ook
vis verkocht. Een ouwerwetse tijd, be
grijp je wel? Ik zal maar niet vragen of u
bekend bent in de bijbel. Doet er ook
niet toe. Van huis uit tref je in de Sche-
veninger een diepgelovig man, die zijn
lot legt in de handen Gods. Vergeet niet,
de dood vaarde dikwijls mee op onze
bommen en loggers. Trouw iedere zon
dag was er kerk. Je leeft dicht bij de na
tuur, dan voel je de werkzaamheid van
de Schepper eerder. Watte we aten aan
boord, behalve vis? Zeekaak, een nap
gort, rijst of bruine bonen. Je bleef soms
wel 12 weken weg. Dan lag je maar te
drijven. Wachten tot je eens een koutje
1 O kreeg. Wou moeder je na thuiskomst
uitsloven met lekkernijen en raakte je
dagen aan de diarree van het ongewend
goede eten.' Het geestdriftige betoog is
doorspekt met de meest uiteenlopende
wetenswaardigheden. Er wordt gepraat
over zoveel 'palm' water, over ankers
stijf halen, over huidplanken en het laad
vermogen van een bomschuit. Dat laat
ste schommelde tussen 14 en 15 last.
Waarbij 17 kantjes telden voor een last,
en een kantje 92 kilo woog
Even later gaat het over oogjes splitsen,
een opgesjord zeiltje, Turkse knopen en
bolknopen. Er is voor de buitenstaander
geen touw aan vast te knopen. Het
groeiende gebrek aan amicaliteit onder
de mensen komt ter sprake, alsmede de
gevaren die de plaatselijke klederdracht
bedreigen: 'De omstandigheden zijn ver
anderd. Jonge meisjes kunnen die kap
niet langer gebruiken. Ze rijden brom
mer, moeten helmen dragen. Vroeger
denkt dat hij te maken heeft met een
flink zelfstandig dorp, blijkt Schevenin
gen sinds mensenheugenis in feite een
wijk van Den Haag te zijn geweest. Ge
zien door hautaine Haagse ogen woon
den er in Scheveningen uitsluitend dom
me schollekoppen, en het is net alsof er
tot op de dag van vandaag onder de be
volking een zeker minderwaardigheids
gevoel bleef voortbestaan. Op de plaats
waar vroeger een van de drie scheeps-
onderhoudswerven lag, zetelt thans de
plaatselijke Rabobank. Het hoofdkantoor
ligt alsof het zo moest zijn ook nog in de
naar Jacob Pronk genoemde straat. In
1818 nam hij ter plaatse als eerste de
exploitatie van een houten badhuis ter
had je de lagere school. Dan was het af.
Al leer je niks tegenwoordig, naar school
gaan zul je. Daar spotten de klasgenoten
met klederdracht. Alleen oude vrouwen
gaan hun dracht niet meer veranderen,
dat spreekt. Maar zoals nu, dat is toch
veel frisser. En zeg nou zelf, wie kan er
tegenwoordig nou nog een nieuw ijzer
opsparen? Daar komt bij, wat is het niet
voor een opgave de muts te laten was
sen en plooien? Met hete tangen moet
dat gebeuren.'
Opeens tijdens de rondwandeling door
die met de meest uiteenlopende visserij
attributen volgepropte klaslokalen
breekt daar het besef door dat Scheve
ningen meer is dan een toeristische trek
pleister. In de schaduw van het kermis
achtige en schreeuwerige badplaatsbe-
drijf ligt de oorspronkelijke kern §r wat
verlegen bij, een beetje achteraf mis
schien ook. Hoewel de buitenstaander
hand. Als we de verhalen mogen gelo
ven dan beziet Scheveningen met ge
mengde gevoelens de recente toeristi
sche ontwikkelingen. Bepaalde bevol
kingsgroepen hebben aanzienlijke moei
te met alle activiteiten ten behoeve van
'mensen die het verschil niet kennen
tussen een zaterdag en een zondag'. We
praten met Rabobank-directeur Van de
Velde, in gezelschap van het school
hoofd Verbaan, als voorzitter bij het
bankbestuur extra geïnteresseerd in
alles wat met visserijbelangen te maken
heeft. Uitsluitend uit liefhebberij behaal
de hij in zijn vrijetijd zelfs een visserij
akte. Maar laat ons niet vooruit lopen op
de ontwikkelingen van de dag. De bank,
pas opgericht in 1959, vraagt aandacht.
Er staan belangrijke dingen op het spel.
Een marktonderzoek dient duidelijkheid
te verschaffen over het te voeren vesti
gingsbeleid. Weggaan uit de oude kern