w gewikkelde welriekende preparaten te fa briceren. Ze stopten er hun mummies mee vol om bederf te voorkomen, maar ook het levende vrouwelijke geslacht legde beslag op deze vindingen van de kosmetikafabri- kanten. Ze epileerden toen al wenkbrau wen, tekenden keurige boogjes rond hun ogen en gebruikten een soort mascara om meer schoonheid te verwerven, al was dat zalfje aanvankelijk ook bedoeld als middel tje tegen oogkwalen. Lippenstift en nagel lak? De dames van Egyptenaren die aan wijsbaar tot de hogere inkomensgroepen behoorden, hadden er de kleurstoffen voor in huis en schaamden zich niet zeer exclu sief de nagels te verfraaien met goudglan zende spullen uit kostbare flesjes en potjes. En vooral: ze roken héérlijk, want de aro matische reukwaters stroomden er rijke lijk. De onvergetelijke dure Cleopatra was er een mooi voorbeeld van. Die was met kosmetika even handig als met mannen, zoals men in het oude Rome tandenknar- Fonteinen met reukwater send bemerkte toen ze Marcus Antonius inpalmde, met schalks gebruik van de kleurtjes en luchtjes uit haar boudoir. Trouwens: in Rome konden ze er ook wat van, toen ze eenmaal toe waren aan het uit rusten na hun wereldomvattende vechtpar tijen. Bij Nero thuis spoten de fonteinen geen water maar odeur en rijke joffers hiel den er een complete slavenstaf op na om zich volgens de regels der kunst te laten opmaken. Wangen, lippen en ogen werden naar Egyptisch model van schoonheids middelen voorzien. Vindingrijk is de mens terwille van de schoonheid altijd al geweest. Tegen kaal hoofdigheid gebruikte men mirtebladen en om het plezier van het minnespel te verho gen werd het beddegoed bestrooid met poedertjes. Dat was de tijd van de kolossa le badgelegenheden, waar ze met z'n twee duizenden tegelijk de tijd konden doden. Winkeliers kwamen er op af en begonnen in het badhuis bijpassende nering. Inder daad: met kosmetika. Karmijn op tong En wie dacht dat de nachtcrème een nieu we vinding van de twintigste eeuw was, heeft het danig aan het verkeerde eind. Ver voordat we in Europa aan leren-schrijven begonnen, gingen de Japanse dames al naar bed met een schoonheidsmaskertje van rijstebloem, thee en olie. Daar bleven ze mooi en jong van. Om dat nog wat te accentueren beschilderden ze hun wangen en lippen geraffineerd met karmijn, zelfs ook nog het puntje van hun tong en de bei de neusgaten. Koning Salomo had toch wel gelijk, toen hij schreef, dat er eigenlijk niets nieuws on- VOjder de zon is. Zelfs zonnebrandolie niet.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1978 | | pagina 17