il
f iH iipj H
vOEn iIr
\I .ff
aboband
semaandelijks orgaan
>r het personeel
de Rabobanken
jaargang 4, nummer 4
augustus 1978
dactieraad:
Jan R. Haverkamp, voorzitter*
ntrale Rabobank)
.Jan G. A. Dorresteyn, plv. voorzitter
ntrale Rabobank)
i W. de Baay (Zutphen)
i J. M. M. Bartholomeus (Pey-Mariahoop)
ntsje de Boer (Sneek)
vert Hekman (Baflo)
H. Derene (Oud-Gastel)
J. H. M. Hulsbosch (Valkenswaard)*
istoph E. ten Houte de Lange (Zeist)
ny Venema (Stadskanaal)
ibert Zuur (Gouda)*
eden hoofdredactie
dactie
m G. M. Aerts
reauredactie
el de Mol
dactieadres:
factiestaf Raboband
itbus 8098
)3 SE Utrecht
sfoon (030) 36 23 96
S6 28 94
onnementen-
ninistratie:
foon (030) 36 26 91
rmgeving
-man Jonkman
van Spall
Fotografie:
Wim G. M. Aerts
Tekeningen:
Arend van Dam
Henk Gijsbers
Rinus Smit
Druk:
Hoonte-Holland,
Utrecht
Wie lacht, betaalt
Merkt u dat ook, lezer, dat er soms zo'n
loodzware spanning heerst in een be
drijf?
De ernst heeft daar dan de humor ver
dreven. Verdwenen is de lach. En plezier
in het werk is er vaak ver te zoeken.
Het komt dan weieens bij me op dat de
mensen daar dan bezig kunnen zijn met
het spelletje: wie lacht, betaalt!
Alleen jammer- denk ik er vlug achter
aan - dat het geen spelletje is maar
ernst, pure ernst, waardoor alle lachen is
vergaan.
Aan die ernst moest ik onwillekeurig
denken, een dezer dagen, toen mij een
collega wat verwijtend opbelde.
Ik zou in deze rubriek wat al te simpel
verband gelegd hebben tussen ouder
worden en minder arbeidsgeschikt; alsof
de ouder wordende directeur of mede
werker via de WAO naar zijn AOW en
ouderdomspensioen toe zou moeten le
ven; alsof ouder worden synoniem is
met aftakelen.
Hij nu, was wel ouder geworden - twee-
A! f 4 i
jave
peratieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank b.a.
iH
Vereniging Directeuren van Rabobanken
Postbus 318 Den Bosch
de helft vijftig, tegen de zestig schatte ik
- maar hij voelde zich bepaald niet ar
beidsongeschikt Of ik maar weerwoord
had?
Daar zit je dan met al je goede bedoelin
gen, met al je bedachtzaamheid, met al
je relativering.
Wat ik betoogd heb - maar laat ik voor
zichtiger zijn: wat ik bedoeld heb te be
togen - en wat ik voorshands blijf vol
houden is: dat de sterkste schouders de
zwaarste lasten kunnen dragen. Die
moeten het dan ook doen. Dat geldt lang
niet alleen en uitsluitend in de politiek of
als het om de centen gaat.
Ook heb ik willen beweren dat er be
paalde functies zijn - en dan laat ik in
het midden welke, ieder kan daar im
mers zo zijn eigen ideeën over hebben -
die zo belastend zijn van aard, dat ze
minder geschikt zijn voor de oudere
mens.
In verschillend verband, op verschillende
plaatsen en ook in deze rubriek heb ik
daar aan toegevoegd dat draagkracht,
expansievermogen en elasticiteit op ze
kere leeftijd gaan afnemen.
Wannéér dat het geval is, en dat ligt
voor iedereen anders, komt onverbidde
lijk in het leven van iedere mens het tijd
stip waarin hij met de afname van fysie
ke en psychische functies wordt gecon
fronteerd. Soms gebeurt dat in een snel
proces.
Met nadruk heb ik echter tegelijkertijd
bedoeld dat er andere eigenschappen
zijn, gaven van geest en hart, die oude
ren juist uitermate geschikt doen zijn
voor andere, wederom bepaalde func
ties. Gemakshalve laat ik in het midden
welke dat kunnen zijn. Ze bestaan wel,
die functies waarin grote levenservaring,
zin voor relativiteit, gevoel voor mense
lijke problemen, wijsheid in denken ver
eist worden; en waarin meegebrachte
eigenschappen als vernieuwingsdrang
en beweeglijkheid, hoog tempo en snelle
veranderingszin weieens fataal zouden
kunnen zijn.
Wat ernst, geachte collega, kan geen
kwaad.
Maar wel op zijn tijd!
Er moet ruimte zijn en blijven voor hu
mor, voor een lach en voor plezier in het
werk.
Er dient ruimte te zijn, bovenal voor rela
tivering.
Zekerheden zijn veilige en goede bakens,
zeker voor een bankman.
Hij zou niet anders kunnen en durven
beweren.
Zekerheden komen me dan ook vaak
goed van pas.
Te onpas wordt ik er evenwel liever niet
mee geconfronteerd.
En als ik zeg 'te onpas' dan heb ik die
absolute zekerheden op het oog als:
pensioengerechtigd word je op de dag
waarop je 65 wordt en als je uitvalt in je
functie ben je arbeidsongeschikt.
In het eerste geval zeggen anderen dat
je te oud bent geworden om nog te kun
nen werken. Of je zelf met pensioen wilt
is niet terzake.
In het tweede geval is bepaalde arbeid
minder geschikt voor je gebleken. Ook
dat hoeft geenszins absolute uitsluiting
tot gevolg te hebben. Ik ben ervan over
tuigd dat de relativering van dit soort za
ken en plezier in het werk veel te maken
hebben met wat humor en een lach op
zijn tijd.
In ieder geval wordt de arbeid er mense
lijker door: mensenwerk! Daarvoor zorg
dragen is een taak van bestuur en lei
ding.
H. Reintjes, algemeen voorzitter VDR