21 mingsraadswerk dient doelmatig en derhalve ook zo veel mogelijk planmatig te worden verricht. Een te hoge bezettingsgraad ten aanzien van het werk voor de ondernemingsraad dient ter bescherming van de desbetreffende functionaris zoveel mogelijk te wor den vermeden, bijvoorbeeld door een gelijkmatige ver deling van het werkpakket onder de ondernemings raadsleden. Het ondernemingsraadslid blijft gesalarieerd op basis van zijn oorspronkelijke functie. Alle structurele wijzi gingen (waaronder met name begrepen een gewijzig de indeling op grond van functieclassificatie) worden ook op het ondernemingsraadslid van toepassing ver klaard. Het beoordelingssysteem wordt ten aanzien van de ondernemingsraadsleden normaal toegepast. Zij worden daarbij alleen beoordeeld op het vervullen van hun bedrijfsfunctie. Ook wanneer het lidmaatschap van de ondernemings raad tot gevolg zou hebben dat de normale bedrijfs functie niet meer volledig wordt vervuld mag dit geen nadelige consequenties hebben voor de beoordeling. In de periode dat een personeelslid het ondernemings raadslidmaatschap bekleedt zal hij niet buiten de se lectie vallen voor wat betreft overplaatsings- of pro motiemogelijkheden die voor hem reëel zijn te achten. Indien zich tijdens de zittingsperiode overplaatsings- of promotiemogelijkheden voordoen zal bij de selectie van de kandidaten het lidmaatschap van de onderne mingsraad geen negatieve factor mogen zijn. Bedacht dient te worden dat het lidmaatschap van de ondernemingsraad van positieve invloed kan zijn op de ontplooiing van het desbetreffende personeelslid. Het leren onderkennen van maatschappelijke proble men en het leren doorzien van bedrijfsontwikkelin- gen/-vraagstukken kan van groot belang zijn voor functievervulling/loopbaanontwikkeling. Bij overplaat sing of promotie moeten de consequenties van een lid maatschap van de ondernemingsraad voor het vervul len van de nieuwe functie opnieuw worden bezien. Indien een lid van de ondernemingsraad meent op enigerlei wijze als gevolg van zijn lidmaatschap in zijn positie in het bedrijf te worden benadeeld en hij na overleg met zijn directe chef, c.q. de directie geen naar zijn mening bevredigend resultaat bereikt, kan hij zich wenden tot de voorzitter van het bestuur. ADVIESCOMMISSIE SOCIAAL BELEID RABO BANKEN De samenstelling van de commissie is als volgt: C. G. A. Mertens, voorzitter. Van de zijde van de leden van besturen en raden van toezicht van aangesloten banken: de heren A. Algera (m.i.v. 1 april 1978 R. Smit), W. J. Bosboom, Th. J. Busser, L. A. M. Elenbaas, J. M. J. van Geloven, mr. M. J. H. van Kerkhoff. Van de zijde van de directeuren van de aangesloten banken: de heren D. Dotinga (m.i.v. 1 april 1978 H. E. van der Kerk), H. J. J. Reintjes, L. Segaar. Van de zijde van de personeelsleden van de aangeslo ten banken: de heren J. V. T. Koet, J. G. T. Krajenbrink, vacature, m.i.v. 1 april 1978 G. J. J. M. Joosten. Van de zijde van de centrale rabobank: de heren drs. R. B. J. van Eldik, plaatsvervangend voorzitter, mr. F. H. Brust, drs. G. A. A. van der Linden, drs. A. J. Bierings, drs. J. G. A. Dorresteyn, W. J. H. Draisma R.A., C. J. Janssen, mr. C. J. M. Janssen, se cretaris. In de vergaderingen zijn mede aanwezig: de heer J. P. N. M. Willems, secretaris van de Vereniging van Directeuren van Rabobanken en de heer D. J. Stronks, secretaris van de Vereniging Personeel van Raboban ken. De commissie heeft tot taak de Raad van Beheer te adviseren over het gehele sociale beleid bij de aange sloten banken, met als belangrijke deeltaak de advise ring ten aanzien van de primaire en secundaire ar beidsvoorwaarden voor directeuren en medewerkers van aangesloten banken. Mede op basis van de adviezen van de ASBR geeft de Raad van Beheer op zijn beurt adviezen over het socia le beleid aan de aangesloten banken. Onderwerpen waarover de commissie dit jaar onder meer heeft gesproken, zijn: functieclassificatie/herclassificatieprocedure; salaris- systematiek/inschalingsregels/hanteringsregels; werk wijze, methode van onderzoek en de organisatie van het periodiek medisch onderzoek: aanpassing richtlij nen inzake personeelsfinancieringen; wijziging model arbeidsovereenkomsten inzake nevenfuncties: Stich ting Gemeenschappelijk Instituut voor Toegepaste Psychologie inzake procedure testrapporten: manage mentontwikkeling: doel, werkwijze en samenstelling van de Stichting Hulp Personeel Rabobanken; goed keuringsprocedure personeelsfinancieringen; pen- sioenbeleid/fusie Stichting Pensioenfonds Raboban ken en Stichting Pensioenfonds Centrale Rabo bank/wijzigingen met betrekking tot concept-pen sioenreglement; doelstellingen sociaal beleid; positie regeling leden van de ondernemingsraad; aanpassing richtlijnen van secundaire arbeidsvoorwaarden; toet sing van het wettelijk minimum(jeugd)loon aan de leeftijd. De Stichting Hulp Personeel Rabobanken wordt hier verder niet besproken, omdat deze Stichting een eigen verslag uitbrengt. Het overleg over de goedkeurings procedure personeelsfinancieringen is nog niet afge rond. Daar de overige onderwerpen reeds in dit overzicht aan de orde zijn geweest, is hier alleen volstaan met een opsomming. CONCLUSIE Natuurlijk staan we binnen onze organisatie niet aan het begin. Reeds vele activiteiten, hier al of niet genoemd, zijn in de voorbije jaren gestart. Men zou kunnen zeggen dat er met de introductie van de doelstellingen weinig nieuws onder de zon is. In zekere zin is dit juist. Anderzijds moet echter worden bedacht dat door de nadrukkelijke wijze van doelstelling-for mulering ieder op meer duidelijke wijze voor ogen staat wat wel en wat nog niet is gedaan. Het voordeel is dat de organisatie met meer planning aan de realisering van het sociaal be leid kan werken. Verder wordt ieder jaar in het kader van het be- leidsvoorbereidend werk nagegaan welke maat schappelijke en sociale ontwikkelingen zich zo wel binnen als buiten het bedrijf voltrekken. Naarmate die ontwikkelingen duidelijker in kaart worden gebracht, kan beter worden beoordeeld in hoeverre ons sociaal beleid aanpassingen verdient en welke activiteiten in het kader daar van prioriteit verkrijgen. Zo is een werkwijze ge schapen die leidt tot een optimalisering van het sociaal beleid. Zo is ook, naar wij hopen, duide lijk geworden dat de doelstellingen van Sociaal Beleid de leidraad vormen voor de sociale plan nen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1978 | | pagina 21