Werkplek en
gezondheid
doelstelling
televisietoestel en een videorecorder.
Eind 1977 waren ongeveer 100 banken van deze appa
ratuur voorzien. Volgens planning zullen dat er per eind
1978 circa 250 zijn.
Tempobepalend voor de invoering van het project is de
capaciteit van het directoraat Opleidingen om het sys
teem bij de banken te introduceren en te begeleiden.
Om een beeld te geven van de omvang van het pro
ject: alleen al het totale programma dat ontworpen is
voor de introductie van nieuwe medewerkers bij de
banken omvat 15 televisieprogramma's, elk van 10 a
15 minuten, en daarnaast omvangrijk schriftelijk bege
leidingsmateriaal voor de uitvoerende docenten. In to
taal zijn nu al tientallen televisieopleidingsprogram
ma's geproduceerd en in gebruik genomen.
RELATIE ONDERWIJS-BANK Ten slotte dienen
nog twee opleidingsactiviteiten te worden vermeld, die
in toenemende mate aandacht vragen:
- Voorlichting aan scholen. Dit omvat zowel de beroe-
penvoorlichting als de programmering en begeleiding
van stages (vooral door studenten en scholieren); met
name de verzoeken om stagemogelijkheden nemen de
laatste jaren aanzienlijk toe;
- Studievoorlichting en -advies. In steeds toenemen
de mate wordt advies gevraagd bij de keuze van stu
dierichtingen. De jaarlijks uitgegeven Studiegids voor
ziet (alleen al gezien de afname) kennelijk in een be
hoefte, maar daarnaast wordt jaarlijks in vele tientallen
gevallen een persoonlijk advies gevraagd.
Het werk en de werksituatie zullen zo worden ingericht
dat, voorzover zulks althans ligt binnen het praktische
vermogen van de bank, nadelige gevolgen voor de
lichamelijke en/of psychische gezondheid van werkne
mers worden vermeden.
TOELICHTING In doelstelling 6 komt onder
meer de zorg voor de gezondheid van de mede
werkers naar voren. Gezondheid wordt vaak be
paald door een samengaan van factoren, die zo
wel op lichamelijk als psychisch vlak liggen.
Daarbij is het soms moeilijk te bepalen in hoe
verre deze factoren te herleiden zijn tot situaties
binnen het bedrijf, omdat ook oorzaken buiten
het bedrijf een rol kunnen spelen. Voor zover het
in het vermogen van de bank ligt zal hieraan in
ruime mate aandacht worden besteed vooral in
tijden, waarin de werknemer het werk en de
werkomstandigheden als gevolg van bijvoor
beeld reorganisatie kunnen veranderen. Het ge
beurt niet in de eerste plaats curatief, (het ach
teraf oplossen van problemen) maar vooral pre
ventief (het voorkomen van problemen).
BIJZONDERE PERSONEELSBEGELEIDING Het
is een vanzelfsprekende zaak dat ook in onze organisa
tie aandacht wordt besteed en uitvoering wordt gege
ven aan de opvang, begeleiding en hulpverlening bij
problemen in het sociaal functioneren van mede-
werk(st)ers in hun werksituatie en bij problemen die
ontstaan in de wisselwerking tussen privé- en werksi
tuatie.
Wanneer een wat ruime ordening wordt aangebracht,
dan gaat het om:
- problemen die voortkomen uit mensen zelf, of die
voortkomen uit hun privésituatie;
- problemen in de omgang met anderen;
- problemen die worden ervaren en beleefd in en van
uit de werksituatie.
De personeelsadviseurs zullen in eerste instantie hulp
verlenen bij problemen van personeelsleden. In zeer
bijzondere gevallen wordt door hen verwezen naar de
functionarissen van de activiteit Bijzondere Perso-
neelsbegeleiding.
De problemen worden op een gevarieerde wijze ken
baar gemaakt: door de betrokkenen zelf, via de leiding
van de bank, de districtsdirecteur, de personeelsadvi-
seur e.d.
De indruk bestaat dat veel menselijke problemen ver
borgen blijven, omdat men geen hulp durft te vragen
of omdat men niet weet bij wie men terecht kan.