Opleidingen
14
doelstelling
Van werknemers, met wie in een beoordelingsgesprek
is vastgesteld dat zij hun functie beter kunnen vervul
len, wordt verwacht dat zij hun kennis, vaardigheid
en/of instelling verder ontwikkelen; de bank zal hierbij
zo nodig medewerking verlenen door hen in de gele
genheid te stellen deel te nemen aan scholing en vor
ming.
Werknemers, van wie wordt verwacht dat zij een an
dere, veelal zwaardere, functie kunnen gaan vervullen,
zullen jaarlijks in de gelegenheid worden gesteld zich
door middel van scholing en vorming op die functie
voor te bereiden, totdat in voldoende mate wordt be
antwoord aan de eisen die de andere functie stelt.
Werknemers in leidinggevende functies zullen jaarlijks
in de gelegenheid worden gesteld zich te laten infor
meren omtrent maatschappelijke ontwikkelingen ten
einde deze te toetsen aan het eigen functioneren.
Wanneer zich belangrijke vaktechnische ontwikkelin
gen voordoen die betrekking hebben op het uitoefenen
van de functie zullen de werknemers in de gelegenheid
worden gesteld zich hiervan op de hoogte te stellen.
Op grond van de geconstateerde behoeften wordt het
minimum aantal dagen per jaar per werknemer voor
de opleiding en vorming bepaald.
TOELICHTING De organisatie biedt mede
werkers - op eigen verzoek en/of naar aanlei
ding van beoordelingsgesprekken - de gelegen
heid zich zo te ontwikkelen dat aan de functie-
vereisten maximaal kan worden voldaan. Per
werknemer zal het noodzakelijke aantal dagen
worden bepaald voor opleiding en vorming.
De opleiding en vorming kunnen zich richten op
zowel technische als persoonsvormende waar
den in ruime zin, alsmede op maatschappelijke
oriëntatie van de medewerkers.
OPLEIDINGSPLANNEN Haast vanzelfsprekend
vormen de cursussen de meest in het oog lopende ac
tiviteiten van het directoraat Opleidingen van de cen
trale rabobank.
In totaal namen 7061 functionarissen van aangesloten
banken in 1977 aan de cursussen deel. In dit aantal
zijn niet begrepen de leden van besturen en raden van
toezicht, die deelnamen aan de bestuurdersconferen
ties. Deze conferenties worden bezocht door 1102
deelnemers, zodat vastgesteld kan worden dat 8163
personen aan de opleidingsactiviteiten deelnamen.
Volledigheidshalve zij opgemerkt, dat het hier niet gaat
om 8163 verschillende personen; er zijn functionaris
sen die aan meer dan één cursus hebben deelgeno
men.
Naar schatting heeft ongeveer één derde van alle func
tionarissen van de aangesloten banken in dit jaar een
cursus gevolgd.
Om een juist inzicht te hebben in de totale opleidings
inspanning is het beter om uit te gaan van 'cursisten-
dagen' (het aantal deelnemers per cursus vermenig
vuldigd met het aantal dagen dat de cursus duurt),
omdat de duur van de cursussen verschillend is.
In totaal omvatte de opleidingsactiviteit 22 944 cursis-
tendagen, exclusief 1823 cursistendagen voorde leden
van de besturen en raden van toezicht. Gerelateerd
aan het totale personeelsbestand betekent dit gemid
deld ruim één cursusdag per jaar voor elke functiona
ris. De vraag of dit als een voldoende opleidings
inspanning mag worden gezien, zal in de komende ja
ren het opleidingsbeleid in sterke mate beïnvloeden.
De planmatig gerichte benadering van activiteiten in
het algemeen, zoals die is vastgesteld in het Beleids
plan 1978/1981brengt het directoraat Opleidingen tot
een meer systematische aanpak van de werkzaamhe
den. Dit omvat minstens:
a. een tijdig onderkennen en analyseren van oplei
dingsvragen;
b. het op voorhand leggen van relaties met ontwikke
lingen in de organisatie of in de maatschappij;
c. het zoveel mogelijk zorgdragen voor een kwalitatief
en kwantitatief goede bezetting van het directoraat
opdat tijdig voldoende activiteiten aan de dag kunnen
worden gelegd.
In de meningsvorming over het opleidingsbeleid wordt
in belangrijke mate bijgedragen door de Technische
Overlegcommissie Opleidingen, die in 1977 achtmaal
bijeenkwam om in het bijzonder de ontwikkeling en
verbreding van het opleidingspakket te bespreken. In
deze Technische Overlegcommissie hebben naast di
recteuren ook personeelsleden van de aangesloten
banken zitting.
Met name nieuwe cursusactiviteiten of cursussen die
een rol spelen in nieuwe ontwikkelingen worden in de
TOC-opleidingen besproken. In het bijzonderde Leer
gang (Toekomstig) Leidinggevenden, de management
conferenties, de seminars voor directeuren en de com
merciële training vroegen bijzondere aandacht. Verder
hield de commissie zich intensief bezig met het zoeken
naar mogelijkheden tot een systematische en doelge
richte inventarisatie van de opleidingsbehoeften in de
Rabobankorganisatie. De diverse aspecten van het
project 'Opleidingen naar de werkplek' werden even
eens uitvoerig besproken.
De samenstelling van de commissie is (rekening hou
dend met enkele mutaties aan het begin van 1978):
drs. C. J. H. M. Oerlemans (voorzitter).
Van de zijde van de aangesloten banken: H. J. G. Cun-
nen, F. A. Gevaert, J. L. Kriekaard (namens de Vereni
ging Personeel van Rabobanken), M. J. van der Linde,
H. van Lubek, F. A. van Oosterwijck, A. van Oostrum,
G. Z. Otto.
Van de zijde van de centrale rabobank: A. B. Jamry,
A. Jurling (plaatsvervangend voorzitter),
mr. G. N. P. M. Meijs, L. I. M. Stumpel.
CURSUSACTIVITEITEN In grote lijnen zijn de cur
sussen die werden gegeven dezelfde als in het vorig
jaar, te weten:
Algemene Opleidingen: Introductiecursus, Balie
cursus, Cursus kantoorbeheerder, Cursus Commerciële
Training, Kadercursus.
Gespecialiseerde Opleidingen: Basiscursus Reizen,
Applicatiecursus Reizen, Basiscursus Verzekeringen,
Cursus Verzekering, Theorie en Praktijk-Assurantie-B,