Dorpen zijn precies als mensen, voor ve
lerlei kwalificaties vatbaar. Je hebt er
opscheppers onder, sufferds, slome dui
kelaars. Maar net zo goed bestaan er
dorpen die verlegen zijn, ambitieus, cor
pulent, slungelachtig, zelfbewust of arro
gant. Weer andere lijken stug, beminne
lijk, overrompelend, innemend, char
mant of kordaat en energiek. Valt er
niets toepasselijks te bedenken, dan
moet er iets bijzonders aan de hand zijn.
In hevige mate geldt het voor Pernis. Een
plaats waar een luchtje aan zit, meent
de buitenstaander bevooroordeeld. De
nabijheid van de petrochemische pest is
algemeen bekend, inclusief haar verstik
kende gevolgen voor de atmosfeer. Een
blik op de landkaart lijkt de eerste indruk
te bevestigen. (Water)wegen en indus
trieën houden het dorp aan vier zijden in
een wurgende greep; het ligt volkomen
ingeklemd. Als voornaamste verbinding
met de omringende wereld dient een
brede klinkerweg, de navelstreng van
Pernis. Zware vrachtkolossen hebben
diepe sleepsporen achtergelaten. Het
wegdek veranderde plaatselijk in een
wasbord. Nog haast dagelijks leidt de
wereldnaam Pernis op de richtingborden
tot verwarring en misverstanden. De rid
ders van het internationale vrachtver
keer raken op een dwaalspoor. Met het
aangrenzende industriegebied als be
stemming wordt voorbarig de afslag
nacht het doorgaande verkeer. Aan de
westkant liggen de petroleumhavens en
daarvoor nog de aan- en afvoerroute
voor de kapitale Beneluxtunnel, sinds
1967 een onmisbare schakel in het
noord-zuidverkeer. Pernis kijkt er vol
ontzag tegen aan. De aanleg kostte 125
miljoen, weet men nog. Wie 's nachts de
slaap niet vatten kan, telt maar het getal
van de auto's die afremmen en weer op
trekken voor de tol-omaat. Overdag
blijkt helemaal hoe lucratief de toltunnel
onder de Nieuwe Maas is. Onophoude
lijk golft de verkeersstroom af en aan.
Onder langs het talud van de snelweg
werd Pernis net nog ruimte gelaten voor
de aanleg van zijn kerkhof. Het is een
wrang doch tekenend detail. Geen ster
veling zou genoegen nemen met zo'n
rustplaats waar de stank van uitlaatgas
sen de geur van wierook overtreft en
waar het gebedsgemurmel tijdens uit
vaarten wordt overstemd door motorge
ronk en autogetoeter. Pernis doet het er
mee, zoals het zich ook wist te schikken
in de opheffing van het pontje naar
Vlaardingen. Heel autorijdend Nederland
bejubelde het tunnelbouwproject in de
Nieuwe Maas, maar een buis voor fiet
sers kon er niet meer af. De arbeider uit
Pernis die voorheen in 20 minuten naar
Vlaardingen peddelde, moet nu maar
zien. Het is kilometers omrijden naar de
overkant. De Nieuwe Maas langs de
Pernis-dorp gekozen en het onheil is ge
schied. Knarsend, steunend komen de
mastodonten tot stilstand op de drempel
van het dorp. De weg terug naar het
juiste spoor gaat veelal met halsbrekend
gemanoeuvreer gepaard.
Pernis, die verzameling straatjes, boch
tig en smal, ondergaat alles gelaten. Het
dorp ligt daar maar; klein, nietig en ne
derig, als het ware op de bodem van een
put. Aan twee kanten dijken ter bescher
ming tegen het water. Zandlichamen
van autosnelwegen zorgen aan zuid- en
westkant voor een hermetische begren
zing. Over zesbaanswegen gonst dag en