voor waarde hebben, de Marken en het
pond; voor de rest kom ik weinig op de
bank. Af en toe een briefje van honderd
wisselen voor een bossie van vijf. Hoe
zal het gaan met de bank? Hoe kan het
als alles maar zo oploopt, oploopt en
duurder wordt? Altijd schik gehad in het
werk, hoewel ik niet bestudeerd was. Je
deed het erbij naast je werk in de auto
verhuur en als taxichauffeur. Kijk, had je
een hoofdonderwijzer, dan kon je het
ook best aan hem vertrouwen. Daar was
het gewoon een bagatel voor. Op papier
had ik een halve dag zitting. Maar de
meesten kwamen toch 's avonds als
geen mens het zag. Ze vroegen je liefst
in het geheim om raad. Daarom begon je
na de kerkdienst buiten ook met nie
mand een onderhoud. Die zal ook wel
moeten aflossen, werd er anders nogal
gauw gedacht. Uit de kerk ging je altijd
recht naar huis. De dag waarop ik de
sleutel aan de opvolger gaf, had ik daar
wel moeite mee. Als het om voorschot
ten ging, kwamen ze hier ook naderhand
nog wel aankloppen. Menig jong stel
wist niet hoe ze dat varken moesten
wassen, terwijl jij hoorde te weten wat
daarbij te pas kwam en hen ermee kon
helpen.'
Een wereld die bestond
uit hazen en konijnen
'Da's toch wel mooi voor iemand die van
zijn leven nog nooit een dag op de
schoolbank heeft gezeten. Man, je weet
toch hoe dat ging vroeger. Als jochie van
zowat zeven begon je eerst goed te be
seffen dat er nog andere mensen op de
wereld bestonden. Wat anders dan ha
zen en konijnen zag je ginds niet. Waar
wij woonden, wist je niet beter. Tot
Haarle, het eerste dorp in de buurt, was
het altijd nog langer dan een uur lopen.
De zoon van een Hollandse boer waar
mijn vader vroeger gewerkt had, stond
daar toevallig als onderwijzer aan
school. Die jongen werd bereid gevon
den ons huisonderricht te geven. Op
woensdag- en zaterdagmiddag, tegen
35 cent en een borrel per keer als ver
goeding. In 1905 komt de kassier van de
bank in Haarle te sterven. Niemand om
de rente bij te schrijven. Mijn vader zei
nog in het bestuur: 'jullie hebben nou al
tijd wel gezegd dat ik de kinderen dom
liet, maar dan zal er bij die van jullie toch
zeker wel eentje zijn die dat klusje op
knapt.' Als knaap van dertien, veertien
jaar zat ik ten slotte die boekjes bij te
werken. Het bestuur zat ermee. Je
moest speciaal vergunning vragen.
In 1930 kreeg ik die aanstelling tot kas
sier in Nieuw Heeten. Hier, in dit boek
staat alles van de leenbank opgetekend.
De uitgeknipte foto's van bloemen heb
ik er voor de aardigheid tussen geplakt.
Wat een mooie kleuren hè. Zijn ze niet
prachtig? De mensen die ik meegemaakt
heb op inspectierapport staan er alle
maal in. Ik geloof dat deze een auto-on-
6 geluk heeft gehad. En die daar is ver
dorie door de vijand uit de wereld gehol
pen. Als je hem daar eens goed in de
ogen kijkt, gaat die blikje dan niet dwars
door het hoofd? De schrik van Eindho-
van goud. Daar heb ik veel van geleerd.
Ik heb nooit zo begrepen waarom veel
inspecteurs met de ruggen werden aan
gekeken. Ze waren reuze behulpzaam in
het overeind zetten van cijfers die de
kassier omver reed. Ik had er een heel
gemak bij als ik ze haalde en bracht bij
het station. Bij het opstellen van jaarre
kening en balans, de nieuwjaarspapieren
voor Eindhoven, kon je vast ook wel te
rugvallen op zo'n hofbeambte.'
Je moest bevroren zaken
zien te ontdooien
'Je kreeg een slot op de mond, dat wel.
En je had weieens mensen die slecht van
betalen waren. Dan moest je aanmanen,
sussen. Zorgen dat geleende centen bin
nenkwamen zonder dat zo'n man het
bloed warmer werd. Echt moeilijk heb ik
het er nooit mee gehad. Zelfs bevroren
zaken wist ik wel te ontdooien. Je dacht
altijd maar zo: zie eerst eens rustig welk
vlees je in de kuip hebt en dan kun je het
eten zo het je smaakt. Het bestuur had
daar niet zo direct kijk op. De vergade
ringen hielden we hier aan huis. Er is nog
heel wat over te doen geweest of de si
garen die er dan werden gerookt op de
rekening mochten bij de bank. Van een
pensioenregeling voor mij moesten ze
ook niks weten. Schaam je; je bent nog
zo jong, werd er gezegd. Je praatte er
weieens over met andere kassiers.
Meestal in de herfst ontmoette je elkaar
op een weekeind in Berg en Dal. Daar
kwamen op Ons Erf dan kassiers uit heel
het land bijeen met alle inspecteurs.
Reuze kerels waren erbij. Je kon ermee
vooruit praten of achteruit. Als je wat te
van Eindhoven, dan kon dat. Werd veel
gebruik van gemaakt, moet ik zeggen.
Ze gaven ook conferenties. Ik mocht er
graag bij tussen zitten. De laatste maal
dat ik het meemaakte, moest ik op de
been komen, dat spreekt. Een dag om
nooit te vergeten. Het speet me wel dat
ik alles moest meemaken zonder mijn
vrouw. Een gelegenheidskoor van kas
siers verzorgde de gezangen in de kerk.
Het was in een woord af. Kon niet beter.
Zelf zat ik op mijn vertrouwde plekje
achter het orgel.'
Ze vliegen als muizen over het klavier
'Zelfs daar wisten ze dat ik graag met
het klavier te doen had. In de parochie
Nieuw Heeten hebben ze nu meestal
een meisje van 1 5 jaar voor de kerk. Die
speelt zo keurig. Een enkele keer nog val
ik in. Zeventig jaar speel ik al in de kerk.
Begonnen toen ze om een hulpje verle
gen zaten. Als ik op de orgelbank zit en
ik laat mijn vingers los dan vliegen ze
meteen als muizen over het klavier. Hier
thuis zet ik mijn klauwen zelden nog op
het klavier. Of ik moet al helemaal niets
om handen hebben. Slapen na het eten
is me nog teveel moeite. Als ik maar
even hier in die stoel van de kaart ben
geweest is het al voldoende. Voor vader
dag heb ik weer een nieuwe fiets gehad.
Die moet benut worden. Jammer dat ik
die auto nu niet meer heb. Ik mocht an
ders graag nog eens naar de boerderij
van mijn vader gaan. Mijn broer en ik,
we hebben er samen de hei dicht ge
plant. Hele bomen zijn het al geworden,
groot en machtig. Ik mocht ze altijd
graag zien groeien. Maar naar het schijnt