23 burgse bankdirecteur uitgevoerd zonder voorafgaande ruggespraak met collega's en ook zonder verder veel houvast te hebben aan eerdere proefnemingen. Formulier werd op goed geluk samengesteld 'Op goed geluk' kwam er een formulier tot stand met als vraagpunten: Contact mogelijkheden Bestuur R.v.T.; con tactmogelijkheden directie; contactmo gelijkheden afdelingshoofden; begrip voor problemen (door directie); begrip voor problemen (door afdelingshoof den); mogelijkheid problemen voor te leggen; duidelijkheid in beleid; inspraak mogelijkheden; betrokkenheid bij beleid; mogelijkheden ideeën te ontwikkelen; mogelijkheden ideeën uit te voeren; aan dacht voor personeel; werkverdeling; va riatie in werk; mogelijkheden tot kennis vergroting; aantal hulpmiddelen; kwali teit hulpmiddelen; werkomstandighe den; collegialiteit; taakomschrijving; voorlichting over plannen; nakomen toe zeggingen; bekendheid met rechten; be kendheid met plichten; salariëring; se cundaire arbeidsvoorwaarden; werktij den-indeling; verlof-vakantiemogelijkhe den; vergaderingen; cursus/bijeenkom sten. Best mogelijk, zegt de samenstel ler, dat er op tal van punten nog wel wat aan de opstelling valt bij te schaven. Het brengt ook met zich mee dat hij zeer be nieuwd is naar reacties van andere ban ken en suggesties ter verbetering. Wel is het zijn stellige overtuiging dat het ont breken van voorbeelden tot nu toe colle ga's in andere delen van het land zal hebben weerhouden van soortgelijke plannen. 'Pas als ze zien dat een ander het doet, durven ze ook.' men. Er moesten meer kansen zijn tot het uitwerken van ideeën. Van de andere kant leeft bij hem de vrees dat veel col lega's hun bank nog teveel zien als een eigen eilandje, waarbij ze lastige vragen maar liefst zoveel mogelijk voorkomen of uit de weg gaan. Als het resultaat is dat mensen zich, zoals tegenwoordig maar al te vaak voorkomt, minder soepel gaan gedragen tegenover elkaar, dan zit hem dat niet lekker. Is men soms bang voor gezichtsverlies, vraagt hij zich af. Die constatering gaat vergezeld van de persoonlijke stelregel: zolang ze mij niet missen als ik er niet ben, draait het goed op de bank. Het voortgezette gesprek maakt duide lijk dat de invoering van een beoorde lingsprocedure voor directie en afde lingshoofden bij de bank in Pey en Ma- ria-Hoop niet als een losstaand gegeven mag worden beschouwd. Het maakt on derdeel uit van een totale beleidsfiloso- fie waarin het in dit bedrijf met zijn ze ventien personeelsleden ook heel goed mogelijk is dat de directeur op zekere dag een handje mee komt helpen aan de balie of behulpzaam is bij het inpakken van stapels dagafschriften. Bartholo- meus kent maar al te goed de heersende opvattingen op dit punt. 'Dat werk heet voor een directeur te eenvoudig te zijn,' grijnst hij. En verder: 'Economisch gezien lijkt het misschien ook niet verantwoord. Velen zouden je voor gek verklaren en je zou het bij een inspectie ook vast niet verdedigd krijgen. Maar ik weet dat het door de medewerkers op prijs wordt ge steld en ook voor de klanten is het ple zierig. Soms is de baliebezetting gewoon te krap en dan is het bij overstelpende drukte toch wel goed wanneer de bezoe ker ook iedereen in de weer ziet die re delijkerwijs kan helpen. Tegelijk ligt hier Het zit me niet lekker als mensen zich minder soepel gaan gedragen Hij kent uit eigen ervaring het probleem van de piepkleine bank. Beseft hoe ver velend het is geen klankbord te hebben voor ideeën, niks te kunnen onderne- weer een uitstekende contactmogelijk heid met het personeel. Daar gaat het mij om.' Personeel niet genoeg betrokken bij eigen belangen Bartholomeus realiseert zich terdege dat het handzame formaat van de bank waar hij werkzaam is, sterk bevorderlijk is voorde uitvoerbaarheid van inspraak experimenten. Onduidelijkheden over salarissen en se cundaire arbeidsvoorwaarden heeft hij steeds als vanzelfsprekend uitgeroeid, 'ledereen hier,' aldus Bartholomeus, 'kent het waarom van een bepaalde plaats op de salarislijst en alles wat maar even te maken heeft met sociaal beleid krijgt ook iedereen meteen te ho ren. Een personeelslid kan mij wel op mijn woord geloven, maar toch stel ik er prijs op dat iedereen het persoonlijk kan naslaan. Zouden er eens meningsver schillen rijzen, dan hoort dat. Ik vind wel dat nog heel wat personeelsleden zich meer met die eigen belangen moesten bezig houden.' Daar is vervolgens het verhaal over een ander 'probeersel'. Twee jaar geleden kregen de personeelsleden bij de bank Pey en Maria-Hoop voor het eerst gele genheid om persoonlijk hun beoorde lingsformulieren in te vullen. Die schrif telijk vastgelegde indrukken van het ei gen ik werden vervolgens besproken met directie en afdelingshoofden. De be antwoording van vragen als 'Wat vind ik persoonlijk over mijn collegialiteit, of mijn animo tot het ontplooien van initia tieven?', bood vaak een geweldige basis voor vruchtbare en verhelderende dis cussies. Nog geen moment spijt gehad van experiment Bartholomeus: 'Mensen die er zelf heilig van overtuigd waren dat ze ten volle vol deden, confronteerden we ook eerlijk met onze vraag: zie je dat wel goed? Ge zamenlijk kom je zo tot een betrouwbaar beeld, al is inmiddels wel gebleken dat sommigen een beoordelingsgesprek lie ver beginnen wanneer een ander het for mulier alvast heeft ingevuld. Momenteel bestaat dus ook die mogelijkheid weer helemaal, ledereen mag zelf een voor keur voor de ene of de andere methode kenbaar maken.' Gevoelens van spijt over zijn inspraak experimenten heeft Ben Bartholomeus nog geen moment gekend. Ook de we kelijkse personeelsbesprekingen hebben al ruimschoots hun vruchten afgewor pen. Er kwamen belangrijke kwesties ter sprake, soms ook heel alledaagse. De verandering van werktijd is er een voor beeld van. Op personeelsverzoek werd de middagpauze tot dertig minuten te ruggebracht. Het heeft de drukte aan de pingpongtafel in de overblijfruimte al leen maar doen toenemen. Tekenend detail ten slotte: na kantoortijd gaat de sportieve bedrijvigheid vaak genoeg nog geruime tijd door.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1978 | | pagina 29