ten dat de niet in geld uit te drukken ge
voelswaarde der dingen een overheer
sende rol zou spelen. Niets van dat alles.
varen niet van toepassing zijn. Het ver
De Pernisser blijft een doodnuchter
mens. Hij weet ook wel dat zijn woon
plaats bij de buitenwacht in een kwade
reuk staat: 'Als je ergens komt en je ver
telt dat je hier woonachtig bent, begin
nen ze meteen al naar je gelaatskleur te
kijken hoewel ik van mijn levensdagen
nog geen een Pernisser met een rare
kleur gezien heb Pernis meent dat
het allemaal reuze meevalt: 'Natuurlijk,
als je een bedrijf neemt waar ze insec
tenbestrijdingsmiddelen maken, dan ben
je telkens weer blij dat je er voorbij bent.
Maar voor de rest hebben wij hier wer
kelijk weinig last. Klachten over vervui
lers zijn uitzondering. Behalve wanneer
het heel krachtig stormt uit het uiterste
westen, ondervinden wij hier geen noe
menswaardige hinder. Terwijl Vlaardin-
gen voortdurend moet worstelen bij de
benoeming van een nieuwe dominee, is
er niet het minste probleem wanneer wij
vacant worden.' Andermaal komt de
nuchterheid om de hoek kijken, die on
loochenbare karaktertrek van het Pernis
ser volk. 'Er zullen vast wel betere plaat
sen bestaan in Nederland. Maar waar
vinden de mensen een baan? Hier ligt
het werk en dus De inwoners weten
niet beter. Ze hebben nooit anders ge
kend. Je hoort weieens zeggen: Pernis
ging naar de bliksem sinds het door Rot
terdam werd geannexeerd. Dat beetje
mensen hier kwam inderdaad wel in het
gedrang. Maar als ze mij nou vragen of
ik daar kwaad om kan zijn, dan zeg ik
nee. Bepaalde nadelen heb je maar te
accepteren. Was anders weggebleven.
Het is kiezen of kabelen, ledereen is vrij
om te gaan en te staan.' Pernis kan sma
kelijk lachen om de verschrikte reacties
van mensen die hier voor geen geld een
aangeboden woning zouden accepteren.
Je meent toch niet dat ik op een bom ga
leven, luidt het veelgehoorde argument.
Het dorp ligt er niet wakker om, in het
veilige besef dat de veronderstelde ge-
wijst naar zijn ligging op de bodem van
een natuurlijke put als de geschiedenis
wordt opgerakeld van 'de plof'. Ergens in
het begin van 1968 deed zich op het na
burige Shell-complex de calamiteit voor,
maar Pernis bleef goeddeels gespaard.
De drukgolf die bij de explosie vrij kwam
kreeg geen vat op het dorp in de put. De
wijk Hoogvliet daarentegen leek na de
explosie te zijn getroffen door een or
kaan. Duizenden ruiten sneuvelden. De
nadelen van zijn situering ondervindt
Pernis slechts wanneer het zich ont
spant voor de televisie. Er is geen leve
rancier van televisie-apparatuur die in de
plaats een goede beeldkwaliteit durft te
garanderen. De muur van ijzer en staal
die Pernis inkapselt wordt door de tech
nici als voornaamste boosdoener gezien.
Anderen houden het erop dat de beeld
kwaliteit staat of valt met de stand
waarin op een bepaald moment de om
ringende hijskranen zich bevinden.
Pernis, dat mag rustig gesteld worden,
vormde de eerste aanzet tot wat inmid
dels onomstotelijk het grootste oliever-
werkende centrum van West-Europa is
geworden. De statistieken wijzen het uit.
Wat er met de omschakeling gepaard
ging en hoeveel natuurschoon er sneu
velde, realiseren alleen de trieste lief
hebbers van het wijde polderland zich.
Zij spreken ook over horizonvervuiling
als ze doelen op de bouw van alsmaar
nieuwe fabriekscomplexen.
De lotgevallen van het bedremmelde
Pernis hebben alles te maken met de op
mars van de grootmacht Rotterdam. Het
zal begin deze eeuw zijn geweest toen in
de omgeving van Pernis de eerste
grondspeculanten hun gezicht lieten
zien. Eenmaal genesteld langs de rivier
trachtte men met papieren plannen de
grondprijzen op te drijven. Rotterdam
wachtte af. Het duurde tot 1913 eer de
Maasstad van zich liet horen. Erg waar
schijnlijk leek het niet dat Pernis als een
klein eilandje tussen twee machtige ha
vencomplexen zijn gemeentelijke zelf
standigheid zou kunnen bewaren. Voor
een behoorlijke exploitatie van de gepro
jecteerde haven achtten de ontwerpers
het een vanzelfsprekendheid dat de be
wuste terreinen bij Rotterdam werden
gevoegd. Dat betrof heel het westelijk
stuk van het toenmalige eiland IJssel-
monde, omvattend de gemeente Pernis,
Hoogvliet, Poortugaal en Rhoon. In fe
bruari 1923 werd een voorstel bij de
raad aanhangig gemaakt; ofschoon de
grensverruiming nog bij lange na niet
was beklonken, werd vast een begin ge
maakt met de onteigeningen. Op 1 mei
1934 zei Pernis zijn zelfstandigheid vaar-