10 noordkant van Pernis fungeert als snel weg van en naar de wereldhaven Rotter dam. Op de rug van de rivier passeren dagelijks de varende giganten. Hoog to renen de schoorstenen van zo n zeekas teel uit boven de daken van menig on derhuisje langs de dijk. Een Rus met stukgoed op weg naar Rotterdam. Graan uit Canada, een boot met hout uit Afrika, een bananenschuit uit Zuid-Amerika. Honderd schepen per dag zijn heel nor maal. Het is nabij Pernis een onophou delijk komen en gaan, vanaf het Pernisse Hoofd zorgvuldig gecontroleerd en be geleid via een van de acht radarposten langs het Waterwegtraject. Op de Per nisse boulevard met z'n prille groenbe- planting staan altijd wel kijklustigen, verdiept in het beweeg op de rivier. Vooral insiders raken er niet uitgekeken. Hier heerst altijd leven, geeft er een te kennen. Via de wijde trechter van Nieu we Waterweg en Maas stelt de wereld handel zich met half Europa in verbin ding. De voetbaljeugd van Pernis gaat er ach teloos en onbekommerd aan voorbij. Sinds door toedoen van de gemeente Rotterdam een metershoge afrastering achter de speelvelden is aangebracht, hoeven er zelfs geen ballen meer uit het water gevist te worden. Vooral de voor hoede van DOTO - Door Ongelukkige Tobbers Opgericht, leggen sympathisan ten van het concurrerende Excelsior be reidwillig uit - kan nu weer vrijuit spe len, ook al ligt het complex van Door Oefening Tot Overwinning pal langs de Eemhavens. Met hun diepte van 13,50 meter begrenzen ze onherroepelijk de oostkant van Pernis. Vanaf het terrein van een scheepsrepa- ratiewerf weerklinkt het rusteloos stac cato van pneumatische hamers. Kranen reiken met hun lange grijparmen ogen schijnlijk tot boven de eerste huizen van het dorp. Iets meer naar het zuiden de later aangelegde havens, aanvankelijk bedoeld voor de behandeling van stuk goed, maar thans uitgegroeid tot het meest uitgestrekte containercomplex van West-Europa. Speciale kranen pik ken laadkisten tot 40 ton moeiteloos op uit de scheepsruimen en zetten ze op grondgebied van Pemis aan de wal. Op gestapeld staan ze, rij aan rij. De contai nerstraten zijn honderden en honderden meters lang. Aan de zuidgrens van Per nis groeien ze uit tot een Chinese muur van staal. Op bepaalde plaatsen is het gevaarte vier tot vijf verdiepingen hoog. Van hieruit wordt de verdere distributie geregeld door een tweetal gespeciali seerde bedrijven. Ingenieur Posthuma, in de jaren zestig directeur van het gemeentelijke Rotter damse Havenbedrijf, is de man geweest die tijdig inzag dat het vervoer van stuk goed per container een spectaculair groeiende tak van het havenbedrijf zou zijn. Maar met een ondertoon van spijt in zijn woorden constateerde hij ook het voor hem onbegrijpelijke feit dat de plannenmakers in het Rotterdamse ha- imnnohioH wan mapt af aan ornn uit 7Ün geweest een dorpje als Pernis zorgvuldig te handhaven. Terwijl men toch reeds rond de eeuwwisseling er niet voor te rugdeinsde om bij de Maashaven en ook later bij de Waalhaven grotere woonge bieden dan het dorpje Pernis van 1947 af te breken.' Hij herinnert aan een latere suggestie om Pernis een bouwverbod op te leggen waardoor de reeds aanwezige huizen na een kwarteeuw afgebroken konden worden: 'Helaas is dit denkbeeld waarvan ik een groot voorstander was, nooit door de gemeente Rotterdam aan vaard, waardoor het dorp Pernis thans een vreemd element vormt in de keten van haven- en industriegebieden.' De plaatselijke bevolking knikt eens be dachtzaam. Dit had misschien ook wel haven moeten zijn, geeft men schoor voetend toe. Hier begrijpt men beter dan waar ook dat het grootkapitaal jarenlang likkebaardend op de loer heeft gelegen, wachtend op een geschikt moment om toe te slaan. Hoeveel lange bange jaren heeft niet de ongerustheid geduurd? Zou er toch gesloopt dienen te worden? Dat het niet gebeurde wordt altijd nog als een raadsel gezien. Pernis had zich al min of meer verzoend met de gedachte dat uiteindelijk iedereen voor de opruk kende industrie wel uit z'n stulp zou worden gestoten. Aan de overkant van de weg die langs het huidige container emplacement leidt zou een geheel nieuw dorp gebouwd worden. Er was heel wat over te koop, maar Pernis ont sprong de dans. Zo bleef 'het dorp dat op een vergissing berust' voortbestaan tot op de dag van vandaag. Tussen de vangarmen van industrie en wegverkeer behielden de inwoners net nog een klein strookje om 'in en uit' te gaan. De Per- nisser is zich zijn uitzonderingspositie terdege bewust. Hij praat er ook zeer re lativerend over, hier en daar - zo lijkt het wel - zelfs met een zeker schuldgevoel. Wijzend op een stuk weiland waar af en toe eens een schaap loopt te grazen, merkt hij op: 'Ginds hadden ook schepen kunnen meren en dan was de opbrengst een veelvoud geweest. Haventerrein brengt per hectare een kapitaal in het laadje en bovendien verschaft het aan tientallen mensen werk. Het rijk houdt aan landbouwgrond alleen maar een schamel belastingcentje over.' Het zijn verrassende geluiden uit een omoevino waar men juist zou verwach-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1978 | | pagina 10