huisgezin toch 'schier tuffel met spek vet'. De sobere levensstijl bleek in aller lei opzichten: plannen van een woning vereniging voorzagen lang nog in de bouw van een geitestal achter ieder huis. In de patriciërswoning waar hij waakt over Oldenzaals verleden, deelt de heer Moikenboer het detail zo'n beetje voor kennisgeving mee. De con servator van het Palthehuis vol oude mode, meubels, schilderijen, het inte rieur van een apotheek, oude gevelste nen en een schandstoel, vond hier zijn nieuwe levensvervulling nadat hij de to tale neergang moest aanschouwen van het door hem geleide textielbedrijf. Uit een bureaula komt, in kaartformaat en ge zien vanuit de lucht, het complex tevoor schijn van de NV Koninklijke Oldenzaal- sche Stoomweverij. Het verhaal van ma laise, inkrimping, sluiting en afbraak wordt gelaten verteld, af en toe onder streept door een moedeloos schouder ophalen. Het gevoel dat alles verkwan seld werd? 'Zeven jaar geleden zijn de gebouwen in elkaar gesmeten. Slechts de naam Moikenboer leeft nog voort als aanduiding van de flats die er verrezen. Het rijk maakte afbraak aantrekkelijk door een tegemoetkoming van 80 pro cent in de kosten. Waar het aan gelegen heeft? Een verouderd machinepark is be slist niet de oorzaak geweest. Wel had je als veel familiebedrijven nogal moeite met het aantrekken van vreemd kapitaal. Vanouds kent de textiel na de zeven vet te jaren haar veertien magere jaren. Het buitenland heeft ons de nekslag gege ven. Landen waar niet tegen te concur reren viel, deels omdat ze hun export te gen 'politieke prijzen' verkochten. Tege lijk verleende Nederland hulp aan ont wikkelingslanden voor de opbouw van een eigen textielindustrie.' Het verhaal van Moikenboer staat niet 21 alleen. In zijn glorietijd verschafte een bedrijf als Gelderman werk aan 2500 mensen. Zullen er nu meer dan 350 na men op de loonlijst staan? Slechts een enkeling kon het hoofd aardig boven wa- ter houden door het vermogen in te spe- denzaal tennist nu zolang op een baan in de fabriekshal. Met het vliegveld Twente op 10 minuten afstand voelden nogal wat industrieën zich aangetrokken tot Oldenzaal, bovendien de laatste stad in Nederland langs de spoorlijn naar Han- nover en Moskou, naar Hamburg en Scandinavië. Aan weerszijden van breedopgezette wegen liggen nu de fa briekshallen. Een luchtbrug als verbin ding van het ene complex naar het ande re past met haar rechtlijnigheid goed bij het geheel. Douanemensen zijn hier alleszins vertrouwd in het straatbeeld. Er is werk genoeg aan de winkel. Neem een gigant als het expeditiebedrijf Bleck- mann. Per dag moeten er gemiddeld zo'n 5000 inklaringsdocumenten afge handeld worden. Voor een niet onaan zienlijk deel gaat het om confectiekle- ding. Sinds in 1958 een eerste wagen werd ingericht voor het hangend vervoer van kledingstukken groeide de vraag zo explosief dat het bedrijf nu al 160 eenhe den op de weg heeft. Per jaar rijdt elke combinatie met gemak tweemaal de aardbol rond. De vraag naar dergelijke voertuigen met hun speciale vederlichte vering kwam uiteraard juist naar voren in een streek waar de textielnijverheid bloeide. In haar specialisatie volgde de firma elke nieuwe ontwikkeling op de voet. Het betekent dat er nu mode van uit Duitsland naar Nederland wordt qe- Beurtelings zetten fabrikanten en afne mers hun vervoerders onder druk. Een fabriek van regenkleding die zich niet exact houdt aan de afgesproken leverda tum weet dat het haar bij zonnig weer onherroepelijk komt te staan op annule ringen, terwijl bij het andere uiterste de winkelier kankert over elke verkoopdag die hij mist. 'Ons werk is soms een kwestie van uren,' legt een woordvoer der uit. Bij de vereiste douanedocumen ten, een exemplaar voor elke afnemer, worden vervolgens vrachtbrieven plus facturen gevoegd. En toch geldt als regel dat spullen die 's ochtends bij de douane arriveren, nog diezelfde dag vanuit de distributieloods worden beladen en uit rollen naar de diverse windstreken. Een paar ontwikkelingen van recente da tum: de moderne expediteur ontfermt zich op verzoek van modemagazijnen over jeans die in balen geperst uit Hong Kong arriveren. Ze worden vakbekwaam gereconditioneerd en al winkelklaar ge maakt. Kleding wordt in opdracht van importeurs uitgesorteerd op maat, mo del en kleur. Met evenveel gemak wordt er voor tijdelijke opslagruimte gezorgd, zodat de winkelier op afroep zijn spullen krijgt bezorgd. Geprijsd en wel. Het bestaan van een bloeiend expeditie wezen als neveneffect van de textiel industrie neemt niet weg dat de schaduw kant van het werken in spin- of weefin- len op de veranderende marktsituaties: de produktie van vezels voor wandbekle- ding vervangt nu die van jute. Oldenzaal heeft met zijn textielfiasco een harde les geleerd, zo toont een inventarisatie van bedrijven die neerstreken op het eigen tijdse industriepark. Verscheidenheid is troef op het van gemeentewege luid aangeprezen terrein. Tussen haakjes: een boekje over Oldenzaalse bedrijvig heden was nog niet van de persen of er bleken alweer correcties nodig. Een in legvel vermeldt de meest recente be drijfssluitingen. Toch overheerst vertrou wen in de toekomst. Een machinefabriek breidde zelfs zo royaal uit dat tijdelijk een overschot aan ruimte ontstond. Ol- bracht. Bijvoorbeeld. Men rijdt globaal genomen door heel Europa, 'op alles wat er ligt tussen Portugal en Griekenland, Engeland en Israël incluis,' laat een zegs man weten. Er bestaat een tweerich tingsverkeer. Stoffen die in ons land ver sneden worden, brengt men voor Se zo genaamde loonveredeling naar Joego slavië om vervolgens het gereed produkt weer op te halen. Alleen al Duitsland kent zo'n tweeduizend textielfabrikanten met leveranties naar Nederlandse mode magazijnen, inkoopcombinaties etcete- ra. Een collega die voor expediteur Bleckmann het 'Duitse goed' verzamelt, staat dagelijks met 4 a 5 vrachtwagens voor de douaneloods.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1978 | | pagina 27