20 'Wat als schilderachtig werd ervaren was in feite het faillissement van het verleden; het dromerige stadje van gis teren dat de adem inhield is op weg de strakke stad van morgen te worden. Een belangrijke gebiedsuitbreiding in 1955 (van 300 naar 1510 ha) betekende een enorme herkansingsmogelijkheid. Sinds 1955 kwam er meer in Oldenzaal tot stand dan de voorgaande twee of drie eeuwen bij elkaar.' Gelukkig hoort de fa brikant Charles Theodoor Stork het niet meer. De energieke Oldenzaalse grond legger van een concern zou er kwaad om worden. Ter stimulering van indus trievestigingen bracht de gemeente een brochure ter wereld onder de behendige titel 'Oldenzaal, een open stad in het oosten'. Slechts de zeer goede verstaan der zal daarbij zijn gedachten laten uit gaan naar de resterende sporen der sloopdrift. 'Als een van de wellicht ook bedenkelijke kanten die gepaard ging met de bouwdrift' wordt daarover in alle behoedzaamheid slechts per stencil be richt: 'Terecht of ten onrechte, de bin nenstad vooral ging lijken op een lang verwaarloosd gebit' en 'het stadhuisbe- stuur is zich bewust dat het voor de moeilijke taak staat om binnen de be schikbare financiële mogelijkheden de erfenis van het verleden in harmonie met eigentijdse veranderingen te bren gen en te houden'. Voorlopig zit de stad nog wel even opge scheept met ettelijke kale plekken, slechts verlevendigd door toedoen van ravottende jeugd of een door de slopers vergeten boom. Eens komt hier een volgende parel aan de kroon van het nieuwe Oldenzaal. Er zijn in samen spraak met een projectontwikkelaar plannen gesmeed voor een eigentijds winkelcentrum, de Vijfhoek. In zijn opzet (ruim 8 000 vierkante meter winkelop pervlak) zal het verre van kinderachtig worden, maar wie gedacht had dat de plaatselijke middenstanders zich ver dringen voor een plaats, vergist zich daar behoorlijk in. Er wordt gefluisterd over een meterhuur van omstreeks 180 gulden en bij de gangbare verhoudingen zou daar een omzet van 44 miljoen tegenover moeten staan. Van de kleine ondernemers zien velen dat niet zitten, terwijl nog maar af gewacht moet worden of van de toe komstige Vijfhoek inderdaad voldoende werfkracht uitgaat om de zuigkracht op de aanlokkelijke winkelbestanden van Enschede of Hengelo tegen te gaan. De overheid op haar beurt is er alles aan ge legen Oldenzaals carrièrekansen veilig te stellen. Heeft het er lange tijd niet naar uitgezien dat de Nederlandse aardolie maatschappij hier haar hoofdzetel zou vestigen? Toen puntje bij paaltje kwam koos de NAM helaas voor Assen. Dat was zonde, vond Oldenzaal en het nam zich voor dat iets dergelijks niet weer ging gebeuren indien zich een nieuwe kans zou voordoen. Vandaar misschien de gehaastheid waarmee men schoon schip maakt met het verleden. Brengt het oorspronkelijke vestinqska- rakter in het centrum de noodzaak tot een compacte bebouwing met zich mee, daarbuiten kreeg de stad alle armslag. De drie woongebieden die achtereenvol gens in cultuur werden gebracht laten zien dat men leerde van de gemaakte fouten. Nog in 1969 startte de toenma lige burgemeester het karwei door per bulldozer een oude eikeboom weg te rij ten. Al in een volgende fase van de uit breiding bleven bestaande bomen en waardevolle houtwallen gespaard, ter wijl in het gebied waar thans de komst van 7 000 nieuwe inwonefs wordt voor bereid ook de aanwezige boerderijen ge handhaafd blijven. Over een tekort aan leefruimte hebben de Oldenzalers niet te klagen. Tegen de grens van de gemeen te ligt bovendien het Hulsbeek, een voormalig landgoed van 220 hectaren. De negentien gemeenten uit het gewest Twente hebben het opgezet als eerste van vier gezamenlijke projecten voor dagrecreatie. Sinds de start in '69 is er ongeveer 9 miljoen gulden geïnvesteerd in het gratis toegankelijke gebied. Het ontbreken van recreatiewater in Twente leidde tot de aanleg van waterplassen met een oppervlakte van 25 hectaren. Twente komt er zwemmen, zonnen, roeien en hengelen. Anderen komen voor een bezoek aan trim- en kartingbaan. De zeven boerde rijen op het terrein kregen een nieuwe bestemming in het kader van het recrea tieplan. Een ervan doet dienst als mane ge, een tweede js omgetoverd tot boer- derijbar, inclusief ondergrondse bow lingbanen. Enkele eilandjes ter verleven diging van de waterpartijen zijn oor spronkelijk niet als zodanig bedoeld. Toen hij vernam dat de ondergrond zou worden afgegraven, claimde de toenma lige eigenaar slim een betaling per ku bieke meterHet recreatieschap ant woordde met een geniale tegenzet: men liet de bewuste snippertjes grond onge moeid. Met recht en reden ontbreekt Het Huls beek niet op de lijst van wat Oldenzaal te bieden heeft. In de onmiddellijke na bijheid ligt vervolgens nog het Kalheu- pink, beter bekend als 'den Engelsen Hof'. Een gevarieerde begroeiing waarin grillige bomen domineren, kenmerkt het heuvelachtige terrein met zijn beide vij vers: de appel en de peer. De Haarlemse tuinontwerper Leonard Springer heeft de hand gehad in deze uitdagende opdracht van een der voormalige textielgroothe- den. Waar men ook kijkt, overal nog is de afwisseling waarneembaar die zo kenmerkend was voor een volgens En gelse beginselen aangelegde tuin. Alles staat door elkaar, in schril contrast met de strakke opvattingen waar de Franse tuinarchitectuur van uitgaat. Dat een stichting tegenwoordig het Kalheupink- park beheert tekent de positie van de textielindustrie. Wederom een stukje vergane glorie, zo als het oude Badhuis. Zat ook daar niet de textielfabrikant Gelderman achter, al werd het gebouw officieel gerealiseerd onder auspiciën van de stichting Ont wikkeling en Ontspanning bij de fabriek? Haar koelwater voerde ze rechtstreeks af naar het Badhuis, voor veel Oldenzalers een teken van de vroegere armoede, een herinnering aan de opdoffers die men gehad heeft op werkgelegenheidsge- bied. Oldenzaals welvaart hing lange tijd aan een katoenen draad, is weieens ge zegd. Iedere verwijzing naar de textielin dustrie brengt niet voor niks vaak nogal pijnlijke stiltes teweeg. Terwijl gemeen telijke foldertaai het moderne industrie terrein verheft tot symbool voor een stad die 'op grondslagen van het verleden haar toekomst bouwt' herinnert men zich elders nog volop hoe hier eens een bloeiende bedrijfstak nagenoeg volledig op z'n gat raakte. Al toen omstreeks 1795 de eerste spinnerij mensen in vaste dienst nam, kende de streek honderden huiswevers die gesponnen vlas verwerk ten tot onverslijtbaar bombazijn. Uit het aangrenzende Duitsland namen joden de wijk naar Oldenzaal, waar ze zich minder door allerlei bepalingen belem merd voelden in hun bewegingsvrijheid. De bedrijvigheid groeide, zonder dat het de bevolking merkbare welstand bracht. Gewend aan te pakken ('Van niks krieg ie lang hoar en dikke luuz' luidt een plaatseliik^egswiis^lee^TenrMTten^

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1978 | | pagina 26