18
l± L'aJI QltliltiiiiL
Even vertraagt de oude dame in het
voorbijgaan haar pas. Uit de steelse blik
die ze opzij werpt spreekt behalve nauw-
verholen nieuwsgierigheid ook een zeker
misnoegen vermengd met een zweem
ongeloof. Waar moet dat naar toe? Het
oude Badhuis bezet? Dat zal toch niet
waar zijn? Beddegoed aan de dakrand
helpt haar snel uit de droom. Daar staat
het zwart op zit. De vette opschriften on
derstrepen nog eens de witte lappen pa
pier vol haastige viltstiftkrabbels die eer
der op de dag achter menige winkeldeur
opdoken: 'Kom naar het zwembad'.
'Stop de sloop' en 'Wij zijn het zat - Ol-
denzaal niet verder plat'. Als de bejaarde
vrouw hoofdschuddend aanstalten
maakt haar weg te vervolgen stapt uit
de bezette bad- en zweminrichting een
meisje naar buiten met aan de lijn een
vervaarlijke herdershond. 'Ingang vrou
wen' gebiedt boven de deur altijd nog
een tegeltableau, overeenkomstig een
betamelijkheid die zeker niet dateert van
deze tijd. Binnen leveren kaarsen een
verloren strijd tegen de duisternis. In het
schemerdonker zitten samenzweerderig
enkele jongelui bijeen rond een gaska
cheltje. 'Wie moet er nog thee, gezoet
met rietsuiker?' Ongeoefende handen
tokkelen op een gitaar, nadat ze eerst te-
leurqesteld afstand deden van een hese
fluit.
Een week of wat tevoren heeft Oldenzaal
zijn nieuwe overdekte zwembad inge
wijd. Met het oog op een wegverbreding
zal het oude gebouw er nu vroeg of laat
wel 'af' moeten, laten de bezetters we
ten. De eerste sporen van activiteit in die
richting vormden voor een jongeren
groep het sein tot de bezetting. Behoud
van het badhuis als zodanig staat niet
eens voorop, al had volgens de actie
voerders het onderzoek naar een nieuwe
toekomst best grondiger mogen gebeu
ren. Eerst en vooral willen de krakers
door hun daad van openlijk verzet eens
een discussie op gang brengen. Al jaren
gaat in Oldenzaal het ene deugdelijke
gebouw na het andere tegen de grond.
Dat beleid moet aan de kaak gesteld
worden. Ze zullen ons serieus nemen bij
de gemeente, stelt de baardige woord
voerder verbeten vast. Achtereenvol
gens hebben de Stichting Weer, de
Vriendenkring Oldenzaals Binnenstad en
het comité Stop Oldenzaalse Sloop al te
vergeefs alarm geslagen. Velen is het
niet duidelijk wat de gemeente in haar
schild voert. Te weinig respect voor het
verleden, er valt haast niets meer te red
den en er is teveel verloren gegaan. Het
zijn de telkens weer terugkerende jam
merklachten, en niet alleen van mensen
die verbitterd op een flatje werden te-
'U.M-.PP ...oprapr. nil^g
mankeerde' moesten wijken. Meer dan
duizend inwoners hebben inmiddels via
handtekeningen hun bezwaren tegen de
gang van zaken kenbaar gemaakt. Dege
nen die ervoor op pad gingen, hebben
overredingskracht moeten gebruiken.
'De bevolking is schuw, er bestaat een
vang neemt. Enkele losse kreten uit het
debat: 'Hebben we inderdaad niet wat
weinig zicht op de sloopactiviteiten?
Waarom heeft het nou zelfs moeten ko
men tot een bezetting? Heeft de culture
le raad niet een fotoboek van oude
pandjes samengesteld toen enkele jaren
behoorlijke uitingsvrees,' verzekert een
deelneemster, die op menig adres waar
ze aanbelde te horen kreeg 'ik weet niet
of mijn man het ermee eens is.'
Wanneer 's avonds de gemeenteraad
vergadert, demonstreren de actievoer
ders in de hal van het stadhuis. Er wordt
wat meesmuilend gelachen, de meesten
weten niet goed raad met hun figuur. De
publieke tribune is afgeladen, wanneer
in een wat zenuwachtige sfeer de open
bare schuldbekentenis van de verschil-
lonHp nnlitipkp nrnpnprinnpn pph aan-
geleden op zeer mysterieuze wijze eens
een bejaard pandje verdween? Zelfs al
blijken bepaalde gebouwen moeilijk op
de been te houden, dan moeten de con
sequenties van een behoud worden be
keken. We hebben al zo weinig oud-OI-
denzaal. Als we onze burgers kunnen
overtuigen van wat mogelijk is of niet,
dan is de bezetting van het badhuis niet
voor niets geweest.'
Een klaterend applaus vanaf de publieke
tribune beloont de spreker. 'Panden ver-
Inpdprpn ziendernnen vanaf het eerste