"DINY GAAT IN UNIFORM OPPAD! - Op de linkerbladzij ontbreekt een kerstwens in de eigenlijke zin van het woord. In plaats daarvan publiceren we ter overpeinzing wat regels van een onbekende dichter. Een persoon lijk woord aan ieder van de meer dan 16 000 lezers is helaas uitgesloten. We hopen, dat men zal willen aannemen, dat we het graag hadden willen doen Ik voel, dat ik dit mag zeggen, omdat ons blad in de drie jaar van zijn be staan - we begonnen in september 1975- een heel eind gevorderd is met het waarmaken van zijn naam. Als je een personeelsblad wilt maken, de mensen in het persoonlijke vlak nader tot elkaar wilt brengen, moet je over de mensen zelf schrijven. Je moet ze uit een andere hoek benaderen dan vanuit hun zakelijke functie en trach ten te laten zien hoe collega's leven en denken, niet alleen in hun werk maar ook in hun vrije tijd. Dat was en is nog een ambitieuze op zet voor een blad als het onze, dat al die 'mensen' nooit op één plaats bij el kaar ziet en dat nooit ieder afzonderlijk voor het voetlicht kan halen. Maar we werken er aan. Wie de nummers uit de driejaren doorleest, zal heel wat ken nissen hebben opgedaan en hebben herkend. De kans is zelfs niet zo klein, dat hij iets van zichzelf heeft herkend! Dat is het punt waarop we mikken en ik geloof, dat we het toch wat dichter bij gebracht hebben, al realiseer ik me heus wel, dat het ideaal 'ons kent ons' in volle omvang nooit te bereiken is. Erg dankbaar zijn we als redactieraad voor de grote stimulans, die we tel kens - en ik mag zeggen in steeds toe nemende mate - ondervinden door de respons van de lezers. Dat blijkt meestal uit kleine dingen: je ontvangt een tip hiervoor, een telefoontje daar voor of merkt dat iets uit ons blad in wijde kring opgevallen is. Kortom er is een'band'aan het ontstaan. Want we mogen veilig aannemen, dat al die spontane contacten maar een topje van de ijsberg van het werkelijke con tact laten zien. Je moet immers vaak een drempel overschrijden om iets van je te laten horen, al is het alleen maar die van eigen traagheid. Die drempel is gelukkig in die drie jaren door ons allen dan toch maar bereikt! De onder- I linge verbondenheid in onze organisa tie krijgt door ons blad een eigen ge stalte. Denk niet, dat we zelfvoldaan zijn. Maar na een aanloop van drie jaar zijn we beslist op de goede weg. Met uw belangstelling, kritiek (altijd welkom) en medewerking (denk aan de kleine dingen) hopen we volgend jaar welge moed aan hetzelfde aambeeld te wer ken. Wie weet, komen we ooit nog eens zover, dat niemand er iets u we elkaar toewensen: Een gelukkig Kerstfeest en een voor spoedig Nieuwjaar! Mr. Jan R. Haverkam Uit de garderobe treedt een geheel in Rabobank-blauw gestoken jongedame tevoorschijn. Een kokette pet biedt on derdak aan een hoofd vol blonde krullen. Hoofddeksel en mantelpak dragen de aanduiding Rabobank. Witte hand schoenen, een schoudertas in blauw en bijpassende schoentjes completeren het beeld. Het onderdrukte fluitje dat een plaaggeest in de bankhal lanceert wordt al sinds eeuwen overal ter wereld door mannen gebezigd ter signalering van vrouwelijk schoon. De stille bewonde raar heeft zich verdekt opgesteld. Diny Rosbach (22) speurt tevergeefs. Haar blozende gezicht krijgt even een extra blos. Je ziet haar denken: 'Laat ik maar net doen alsof het me ontgaat'. Buiten doet een lacherig stel opgescho ten knapen het nog eens branieachtig over. Ditmaal wordt de luidruchtige blijk van volkse bewondering afgedaan met een verontschuldigend schouderopha len. Dan ontbloot een gulle lach haar witte tanden. De weerbarstige blonde haren beginnen een wilde rondedans. Een paar ogen stralen. 'Vervelend? Niks hoor. Gisteren ben ik in mijn uniform nog naar een receptie geweest voor de bank. Een klant die zijn 25-jarig jubileum in het onderwijs vierde. Dan kom je zo'n hele zaal vol mensen binnen en plotseling wordt het doodstil. Alle gesprekken ver stommen. Machtig mooi vind ik dat, nou en of.' Vanuit het Oosterbeekse hoofdkantoor van de Rabobank Renkum treedt Diny Rosbach sinds kort vlot en zich met groot gemak bewegend op als hostess. Naast haar betrokkenheid bij de reizen- verkoop, reikt zij nu namens de bank een bloemetje aan wanneer het te nas knmt bij allerlei publieksevenementen. Zij stapt verder ter begroeting met een boe ket bloemen en een stadsplattegrond naar nieuwe inwoners van de gemeente toe, en ook is het de bedoeling dat haar geüniformeerde verschijning voortaan gaat figureren bij feestelijkheden die in tern op de bank hun beslag krijgen. Over de verdere mogelijkheden tot inzetbaar heid van de Rabobank-hostess zijn de gedachten nog niet geheel en al vastom lijnd. Maarstimulerend was wel het en thousiasme waarmee het initiatiefje bij de start werd begroet. Algemeen gelooft men bij de bank dat het idee ook door de bevolking erg wordt gewaardeerd. In korte tijd is Diny Rosbach als Rabo bank-hostess een bekende verschijning geworden in het gehele werkgebied van de bank. Mensen herkennen op de bank in haar 'het meisje van de felicitatie- dienst' en betuigen haar uitvoerig hun dank. Diny Rosbach: 'Stel je voor, ze ko men me aan de balie feliciteren met mijn benoeming: of ik krijg weer via anderen commentaar: 'Leuk hoor, die hostess' heet het dan. Mensen bij wie je komt, reageren in het begin soms een beetje verdwaasd. Wel begrijpelijk hoor. Maar als ze het eenmaal door hebben, doen ze heel spontaan en reuze gezellig. Laatst had ik een gezinnetje waar de mensen me trots hun hele huis wilden laten zien. Ik ben daar natuurlijk niet op ingegaan. Ik moest weer verder snap je wel?' Telkens wanneer ze uitrukt, wordt de auto waarin de Rabobank-hostess zich verplaatst voorzien van magnetische naamplaten. Aan herkenbaarheid ont breekt het haar dus allerminst. Alleen, zodra je harder dan honderd rijdt, loop je de kans die dingen te verliezen Aannphnren inwialitpit an cnnntanitait

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1977 | | pagina 3