24 Moeilijk woord Met de regelmaat van de klok gooit de chauffeur van de bankauto bij ons kan toor van die grote blauwe boeken door de deur. Knappe Utrechtse en Eindho- vense bollen proberen ons in deze boe ken allerlei nieuwe dingen wijs te ma ken. Er komen er zoveel dat bij onze bank het idee is gaan leven dat je bij de Centrale Bank alleen promotie kunt ma ken door het schrijven van blauwe boe ken en circulaires. Het is een beetje jam mer dat in de pennevruchten van onze geleerde collega's soms van die moei lijke woorden staan. Zo heb ik eens gele zen dat wij een 'retail-bank' schijnen te zijn, die zich dan bovendien nog bezig houdt met 'soft-selling'. De meneer die dit verkondigde was 'marketing mana ger'. Wij met onze aangesloten-bank-woor- denschat weten niet altijd goed raad met deze internationale kreten. Denkt u echter niet dat wij van deze zaak een probleem maken, het tegendeel is waar, wij bekijken alles van de zonnige kant. Hiervan getuigt onder meer het volgen de voorval. Deze week lag er op een der buro's in ons kantoor een stencil. Hierin werd de lieve schooljeugd het een en ander verteld over de verzorging van die ren in de winter. Het betrof een binnen kort te houden actie. Mijn vraag aan een collega: 'Worden die dingen gedrukt, of worden het stencils?' werd beantwoord met: 'Dat weet ik ook niet, daar komt nog een 'broekscheet' over hoorde ik zeggen.' Zo ziet u maar dat zelfs gela chen kan worden om een woord waar van men de preciese betekenis niet hele maal weet. Voor lezers die misschien nog niet helemaal doorhebben wat met het woord 'broekscheet' bedoeld werd nog even de mededeling dat dit de Haaf- tense vertaling is van het Engelse woord 'broadsheet'. Dit laatste is de benaming van een doodgewoon dubbel vel papier waarop iets te lezen staateen 'druk werk' dus. Gert Koren, Rabobank Haaften. Ditjes Datjes Door de Rabobanken in o.m. Opeinde en Rouveen werden me na mijn oproep om spaarbussen in de rubriek Ditjes Datjes al spontaan een stel zeer fraaie spaarpotten toegestuurd. Mijn collectie is zodoende alweer met minstens drie verschillende nieuwe pracht-exempla- ren verrijkt. Hartelijk dank. Hopelijk we ten heel wat collega's de weg te vinden naar de grandioze advertentierubriek waarmee onze Raboband nog veel eer in kan leggen. ToosVogels, Irenestraat 17, Boekei Toen de Centrale Rabobank in het najaar van 1976 een rapport ten behoeve van de plaatselijke banken uitbracht onder de titel: 'Aanbevelingen voor het sociale beleid bij de Rabobanken', heeft de Ver eniging Personeel van Rabobanken, on der meer in het blad Raborama, uitge breid aandacht geschonken aan de in houd daarvan. Logisch natuurlijk. Dat hele rapport vol aanbevelingen was een pleidooi voor een goed, modern, sociaal beleid, waar alle personeelsleden zich van harte ach ter konden scharen. Die aanbevelingen waren eigenlijk allemaal zo vanzelfspre kend, dat je je moest afvragen of daar nu zo nadrukkelijk op gewezen moest wor den. Wordt onze organisatiestructuur namelijk juist in die kringen niet ten voorbeeld gehouden als het ideale in strument voor het democratisch denken en het oog hebben voor de belangen van de betrokkenen? Het lijkt dan welhaast voor de hand te liggen dat al die aanbe velingen voor een modern beleid inmid dels al wel overal ingang vonden. M M VPR Postbus 336 Veenendaal Toen mij dan ook van diverse zijden aan bevolen werd daar toch nog maar eens op terug te komen, heb ik me aanvanke lijk verwonderd afgevraagd of dat nog wel noodzakèlijk zou zijn. Op een dis trictsvergadering van de VPR vraag je dan terloops eens wat mensen hoe zij over genoemd rapport dachten en of het sociale beleid op hun bank enige over eenstemming vertoonde of ging verto nen met de aanbevelingen. U raadt het al: toch nog erg veel vragende gezich ten. Over welk rapport had ik het? Uit de daaropvolgende discussie bleek, dat er twee groepen tussen die vraagtekenge zichten zaten: de groep die er wel iets van gehoord had, maar niet verder geko men was dan: 'gut, gut, dat is mooi ge zegd', en een groep die kennelijk op een bank werkte waar het rapport onver vreemdbaar eigendom van de directeur was gebleven Alle reden dus om toch nog maar eens op die aanbevelingen terug te komen. Waar gaat het eigenlijk om? De kern ligt naar mijn mening in de stelling dat het sociale beleid geheel gelijkwaardig is geworden - of dient te worden - aan het bedrijfseconomische, technische en commerciële beleid. De heersende ge dachte was vroeger dat het bedrijfsdoel door een goed bedrijfseconomisch, tech nisch en commercieel beleid gereali seerd kon worden. Recenter onderzoek heeft echter geleerd dat ook een goed sociaal beleid van evenredi^elang is voor het goed functioneren van het be drijf. Arbeidsvoldoening is geen zaak van alleen maar geld, allerlei immateriële za ken zijn haast even belangrijk geworden. De opstellers van het rapport stelden dan ook terecht dat de bijdrage van de personeelsleden van beslissende bete kenis is voor het bereiken van de bank- doelstellingen. Voor alle duidelijkheid, het gaat hier dus niet om het bieden van goede sociale voorzieningen (passief so ciaal beleid), maar evenzeer om het be trekken van het personeel bij het bedrijf (actief sociaal beleid). Het is te hopen dat alle verantwoordelijke leiders zich deze stelling zullen realiseren op het mo ment dat het sociale aspect in het ge ding komt. Juist op zo'n moment dienen beide kanten ook even zwaar te wegen. Een enkel (zeer teer!) voorbeeld. Dat we hoge prioriteit geven aan beveiliging, daarvan is iedere bankemployé zich zo zoetjes aan wel bewust. Maar als al die maatregelen ertoe gaan leiden dat men sen zich achter hun pantserglas, hek werken, met prikkeldraad omgeven werkplaatsen en wat dies meer zij, gaan voelen als gevangenen in een concen tratiekamp - terwijl het toch de bedoe ling was om louche figuren buiten te houden - dan dreigt het gevaar dat we de paarden achter de wagen aan het spannen zijn. Dus juist in zulke belangrij ke zaken een goed open oog houden voor de sociale aspecten, lijkt me bittere noodzaak. Het is jammer dat we niet over gege vens beschikken in hoeverre het uitge brachte advies invloed heeft gehad op het sociale beleid bij de plaatselijke ban ken (voor zover het gevoerde beleid af week van de adviezen). We weten ech ter wel dat het nog niet overal gemeen goed is. In het oktobernummer van Ra borama heeft de redactie dan ook een aantal voorbeelden opgesomd van soci ale misgrepen. Eén voorbeeld wil ik er wel uithalen. Indien het op een plaatse lijke bank de personeelsleden, op straffe van ontslag, verboden is onder elkaar over de salarissen te praten, dan heeft die bank de aanbevelingen uit het rap port nog niet begrepen. Ik ben overigens van mening dat onze organisatie, vooral ten aanzien van het actieve sociale beleid, nog pas in de kin derschoenen staat. Een instituut als een ondernemingsraad kennen we nog maar zeer kort (om nog maar niet te spreken over de wijze waarop zo'n onderne mingsraad zou moeten functioneren) en pas na het ontstaan van de Vereniging Personeel van Rabobanken is het voor het personeel van de aangesloten ban ken mogelijk geworden haar wensen en verlangens bij de beleidsadviserende in stanties kenbaar te maken. Als ik daarom zo tegen het eind van het jaar een wens mag uitspreken, zal het deze zijn, dat de inhoud van het rapport geen aanbevelingen zullen blijven, maar een toetssteen voor het te voeren soci aal beleid. Hans Koet, hoofdbestuurslid VPR

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1977 | | pagina 30