MmH&3OTF''- rm'n Toevallig kwam het telefoontje dit keer van de Rabobank in Scheveningen. 'Je hoort de laatste tijd steeds meer over toepassing van videorecorders voor op leidingsdoeleinden. Daar willen wij bij gelegenheid best eens wat nadere bij zonderheden over weten. Kan dat?' Kor te tijd later draaien een vertwijfelde LambertStumpel en JanZewald bijna dot in de verkeersmallemolen van een bad plaats die hevig wroetend de weg zoekt naar een tweede jeugd. Hun taak, het verstrekken van opleidingsadviezen aan de plaatselijke Rabobanken, is met de komst en de opmars van de video-appa- ratuur eveneens in een stroomversnel ling geraakt. De missie van deze dag vormt er een reële afspiegeling van. Een beeldbandrecorder en een draagbaar te levisietoestel maken deel uit van de ba gage die het tweetal meevoert. Naarma te meer banken belangstelling tonen, stijgt ook het aantal agendadagen met informatieve besprekingen. Bankdirecteur Van de Velde geeft een beknopte uiteenzetting over de voorge schiedenis van de Scheveningse bijeen komst: 'Gemiddeld eens per twee maan den vindt er een werkbespreking plaats voor de hoofden van de afdeling kas en kantoren bij alle Rabobanken binnen de invloedsfeer van Den Haag. Dat gaat om de Rabobank Rijswijk, de beide Haagse banken, plus de Rabobanken Leidschen- dam-Voorburg en Scheveningen. Ze be strijken met z'n allen circa 45 kantoren en de voltallige personeelsbezetting be weegt zich in de richting van het getal 300. Tijdens die periodieke ontmoetin gen is er gepraat over de behoefte aan een behoorlijke introductie voor nieuwe mensen die in dienst treden. Ook bij ons dateren de kopzorgen rond die opvang niet van vandaag of gisteren, leder kan wel voor zich blijven pionieren, maar de vraag is dan niet alleen of je mensen be reid vindt zoiets te doen maar minstens zozeer is het de kwestie of zij capabel zijn om les te geven. De suggestie om te komen tot een onderzoek naar mogelijk heden voor een meer effectieve opzet is vervolgens doorgesproken met de diver se directievertegenwoordigers. Rond deze tafel nu zitten een vertegen woordiger van de administratieve sector, een afgevaardigde namens de hoofden van de afdeling kas en kantoren alsmede twee directeuren van betrokken banken.' Alvorens een begin te maken met wat hij betitelt als 'onze geloofsbelijdenis', schetst Lambert Stumpel een summier signalement van zijn functie: 'Een van de winkeltjes binnen het directoraat Oplei dingen specialiseert zich in opleidings adviezen voor de plaatselijke banken. Degenen die zoals ik de zorg hebben voor dat artikel, vervullen als het ware een soort scharnierfunctie tussen de bankpraktijk van alledag en het interne gebeuren bij de Centrale Rabobank. Mede aan ons de taak ervoor te zorgen dat we zicht houden op wat er leeft in het veld. Als filosofie achter heel ons doen en laten staat alweer sinds gerui me tijd de gedachte dat je mensen bij voorkeur niet onnodig uit hun normale werksituatie moet rukken wanneer het erom gaat ze op te leiden. Je kunt aldus het opleidingsrendement merkbaar ver beteren. In het verleden zijn er weieens dramatische misverstanden gerezen als gevolg van het feit dat een elders gege ven opleiding onvoldoende was afge stemd op de concrete werksituaties. Daarbij komt dat iedere bank afzonder lijk het beste kan beoordelen hoeveel kennis en kunde er, gelet op het totale bedrijfsbeleid, is vereist voor bepaalde niveaus. Aan de hand van de vragen 'Wat wil ik bereiken?' en 'Welke kennis is er aanwezig?' valt na te gaan wat er gedaan moet worden. Hoewel de aankoop van een eenvoudig krijtje op de keper beschouwd al kan thuishoren onder de noemer 'aanschaf leermiddelen', vervolgt opleidingsadvi seur Stumpel 'werd ons al heel gauw duidelijk dat er uit een heel ander vaatje getapt moest worden wilde de nieuwe opleidingsfilosofie een kans van slagen maken. Laten we, zo werd er gezegd, zoeken naar leermiddelen die het werk voor de niet-professionele docent verge makkelijken en veraangenamen. Dat aanbieden van bijstand zou moeten ge beuren in de vorm van een instrument met de mogelijkheid om achteraf in te gaan op zaken die aan de orde zijn ge weest.' Het nastreven van een huiskamer-effect in de niegwe opleidingsformule heeft zo als bekend inmiddels geresulteerd in de succesvolle toepassing van videomateri aal. Ter informatie aan nieuwelingen on der het personeel zijn een vijftiental pro gramma's op beeldband gezet die elk vijftien minuten duren. Samen vormen ze een introductiecyclus. De aanmaak van programma's op ander gebied is in middels in volle gang, evenals bijbeho rende handleidingen voor cursusleiders. Door de aanschaf van een televisie-ont vanger en een videorecorder komt het kant-en-klare lespakket in een keer bin nen handbereik voor een bepaalde bank. Voor de aanwezigen tijdens de oriënte- myrrrmf Huiskatnersjèer voor (pkkk^n

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1977 | | pagina 28