nauwelijks drie maanden na hun aan komst al sterk tot uiting in een groot Su rinaams detachement bij de carnavals feesten. Een begeleidingscommissie is tot op de dag van vandaag paraat, al was het maar ter ondersteuning van de on derwijzers die wekelijks twee dagen les geven aan de bejaarden op Beekvliet. Of schoon de lessen om negen uur begin nen betrekken sommige leerlingen ver voor achten al geduldig met boeken en schriften de wacht voor het lokaal. On beschrijflijk is hun trots wanneer ze in staat zijn zelfstandig hun naam te schrij ven. Een experiment met de aanleg van moestuintjes op het complex bleek een schot in de roos. Er wordt hartstochtelijk gesnoeid, geoogst en met 'medicijnen' gespoten tegen ongedierte. Dames uit Gestel verzorgen voor het vrouwelijk deel van de Beekvliet-bevolking lessen in op mensen wier doofheid op latere leef tijd ontstond: de voltaalbezitters zoals door deskundigen deze categorie wordt aangeduid. De heer J. van Eijndhoven is als algemeen directeur de zevende in de rij van priesters die het bisdom als zoda nig aanwees sinds vorige eeuw de Bra bantse geestelijkheid besloot verbetering te brengen in het lot van de dove mede mens. Hoe precies dat initiatief tot stand is gekomen is nooit op schrift gezet, maar zeker heeft daarbij het besef mee gespeeld dat aangeboren doofheid en tengevolge daarvan taalloosheid een handicap is waarvan geen mens zich zonder hulp kan los maken. De heer Van Eijndhoven: 'Men toont zich over het al gemeen niet zo begaan met het lot van een dove. Bij blindheid ligt dat bijvoor beeld heel anders. Maar is dat wel te recht? Een blinde behoudt nog heel wat De taak waarvoor zijn staf zich geplaatst ziet, formuleert de heer Van Eijndhoven aldus: 'Werkelijk resultaat heb je pas als je een dove mens echt met anderen in gesprek ziet. Het betekent dat hij door onze tussenkomst sprekend en spraak- afziend geworden is. Niet langer meer is hij gedoemd als een taalloze mens te le ven, geïsoleerd tot het diepst van zijn wezen. Terwijl bij het begeleiden van de slechthorende mens de accenten toch voornamelijk nog liggen op het ontwik kelen van de luistervermogens, moeten wij het voornamelijk hebben van de ogen. Doven zijn zie-mensen. Keer je een dove de rug toe, dan is het contact weg. Normaal gesproken ontwikkelt de men selijke taalverwerving zich van onbewust (babies die leren praten) tot bewust (taalles op school). De ontwikkeling bij doven begint met een bewuste taaitoe- breien en haken. Ze zien zich met een aandoenlijke leergierigheid geconfron teerd. Kinderlijke blijdschap is er voor ie dere geboden hulp. Een bejaarde be woonster wier wijze rimpelkopje vrijwel geheel schuilgaat onder een omslag doek, bezorgt uit dankbaarheid dagelijks een hardgekookt eitje op het kantoor van de beheerder. Direct vragen om hulp be hoort tot de uitzonderingen. Misschien is de taal nog een onoverkomelijke bar rière. Verder dan 'Dank u wel' en 'Alles goed' brengen de meeste achterblijvers het nog niet. Tijdens het veelvuldig 'troefkollen' - een kaartspelletje dat ogenschijnlijk slechts uit smijten en ra pen bestaat, heeft iedereen zo te zien dolle pret. Maar ook zit in een zo'n lange kloostergang van het voormalige semi narie een Javaan doelloos voor zich uit te staren. Tussen de smalle lippen bun gelt een sigaret. Zelfs het klikken van de camera brengt geen enkele verandering teweeg in de melancholieke ogen. Het gelaat blijft ondoorgrondelijk. Aan de westkant van zijn Dommel her bergt St. Michielsgestel nog een oor spronkelijk kerkelijke instelling van zeer bijzondere betekenis. Het instituut voor doven (een van de 5 in Nederland) huis vest inclusief de dependances in Vught doorlopend bijna 500 (jonge) mensen met hoorstoornissen. Nadrukkelijk maakt men er onderscheid met de 23 instellin gen die zich richten op slechthorenden of contactmogelijkheden. Let maar eens op: blinde mensen praten als regel hon derd uit. Een blinde kan nog iets uitzoe ken. Hij kan zelf initiatieven voor scho ling nemen. Zelfs een blinde analfabeet is in staat spontaan een taal te verwer ven. Maar de dove die niet onderwezen wordt kan geen enkel initiatief nemen. Aangeboren doofheid is een handicap die te maken heeft met iemands totale positie in de wereld. Dat heeft de Kerk zich aangetrokken. Voor de verkondiging van evangelie en geloof kon men elke horende mens bereiken; alleen de doven stonden er buiten. Je had hen niks te vertellen, je kon niks vertellen want het drong totaal niet tot hen door.' In dit ver band wijst de directeur van het Gestelse instituut voor doven nog op het bestaan van de misplaatste aanduiding 'doof stom'. Mensen met de handicap van hun doofheid werden volkomen onnodig op gezadeld met een tweede handicap. In een gelukkige combinatie van veel re search, ervaring en eindeloos geduld ver richtte het instituut op het gebied van het 'ontstommen' een brok baanbrekend werk dat over de hele wereld sterk de aandacht trok. Tientallen buitenlanders per dag komen zich in St. Michielsgestel oriënteren tijdens de incidentele be- zoek-weken. In Brazilië en Canada ver zorgden docenten van het instituut nog onlangs inleidingen voor een uitgebreid gezelschap vakgenoten. passing, in de hoop dat een en ander zich eens tot een onbewust taalgebruik zal ontwikkelen.' Over de methoden die daarbij gevolgd worden vanaf het mo ment dat op circa 4-jarige leeftijd de dove leerlingen aan hun opleiding begin nen, zijn reeds hele boekenkasten vol ge schreven. 'Je moet ze ook leren dat er überhaupt geluid bestaat,' zegt pater Van Eijndhoven. Elke dove produceert geluid, maar hij is het zich alleen niet be wust. Dat opvoeden tot geluidswaarne ming geschiedt volgens een binnen het instituut ontwikkelde methode. Of er re sultaten geboekt worden hangt ook in belangrijke mate af van de manier waar op men de taal aanbiedt. In St. Michiels gestel begint men met het scheppen van orde in datgene wat een kind al aan bruikbare geluiden brabbelt. Vanuit die positie wordt geleidelijk aan de verdere taal opgebouwd. Video-recorders en spiegels bieden daarbij de nodige visuele hulp. Ze vergemakkelijken het liplezen, voor een dove de sleutel tot communica tie met zijn medemens. Dank zij de be heersing van de specialiteit wist het in stituut voor doven zich in St. Michiels gestel te handhaven als de enige, oor spronkelijk kerkelijke, instelling waarvan leegloop geen sprake is. Het is een ironi sche speling van het lot die de leiding bepaald geen reden tot juichen geeft.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1977 | | pagina 28