i
if
°IN HET SPIONNETJE
Het woord 'wij' is heilig in onze samenle
ving. Een 'ik' is zielig want dan ben je al
leen en alleen zijn is wel het ergste wat je
overkomen kan. Als je op de een of andere
bijeenkomst kennissen ontmoet, vragen ze
direct: 'Hé, ben je alléén?' en na het beves
tigende antwoord: 'kom dan bij ons zitten.'
Niemand vraagt zich af of je het misschien
wel plezierig vindt om alleen te zijn.
Een mens-alleen is iemand, die niet gewild
is, die geen partner kon krijgen en door an
deren is afgewezen en zonder man of
vrouw ergens alleen, nou, dan is er vast wel
wat mis met dat huwelijk.
Onlangs praatte ik met iemand, die niet zo
lang geleden haar man had verloren. Ze
was nog vrij jong en ze begon juist wat te
herstellen van de slag, die erg hard was
aangekomen. Er kwam weer wat belang
stelling in haar ogen en af en toe kon ze ook
al weer eens lachen. Toevallig viel het
woord vakantie en toen zei ze: 'het nare is
dat je niet alleen je levenspartner hebt ver
loren, maar dat er ook nog eens een hele
boel terreinen voor je afgesloten zijn. Je
kunt bijvoorbeeld niet meer op reis.' 'Waar
om niet?' vroeg ik verwonderd. 'Nou, je
gaat als vrouw alleen toch niet op reis, daar
is toch geen bliksem aan!' riep ze geïrri
teerd, 'bovendien heb ik geen zin om overal
als zielepiet op te treden.' Een wonderlijke
redenering. Toch hebben we allemaal wel
een beetje de neiging om te zeggen: ik heb
niemand die met me mee gaat, dus blijf ik
maar thuis.
Het schijnt niets met leeftijd te maken te
hebben. Ik hoorde de vorige week nog een
meisje van zeventien zeggen: 'ze hebben
daar een leuk feest, maar mijn vriendin is
ziek, dus ga ik ook maar niet.'
Een mens-alleen wordt niet geaccepteerd.
Toen ik onlangs een excursie in het buiten
land maakte met een touringcar en in mijn
eentje een plaats zocht, kwam er al gauw
iemand bij me zitten, die zei'u bent alleen,
hè? Ja, dat is zo sneu, ik kom maar naast u
zitten.'
Contacten zijn fijn, echte vriendschap is
een van de mooiste dingen die je in het le
ven kunnen overkomen, een goed huwelijk
is ontegenzeggelijk een geweldige ervaring,
maar dat houdt niet in dat je nooit meer er
gens alleen heen kan. Zijn het niet de beste
huwelijken, waarin de partners elkaar een
stuk ruimte laten om zichzelf te zijn.
Hoe komt het dat je als je als vrouw-alleen
een restaurant binnenkomt vaak naar een
achteraftafeltje wordt geloodst? Is daar wat
aan te doen? Ja natuurlijk, zeggen dat je
daar niet zitten wilt.
Hoe komt het dat je als je als vrouw-alleen
in de bar van je hotel een drankje drinkt di
rect wordt bekeken als die vrouw, die zeker
contact zoekt? Ja, wat is dat dan ook, zo'n
Mien
J Holthuizen
vrouw alleen, dat is toch maar een wonder
lijke verschijning.
Hoe weinig mensen gaan alleen naar een
schouwburg. Let u er maar eens op, je kunt
ze op de vingers van één hand tellen. Dat
doe je immers niet; dat is ongezellig. Waar
om eigenlijk? De meeste mensen weten niet
dat je alles vaak veel intenser beleeft als je
alleen bent. Je wordt niet afgeleid, niet
beïnvloed en je beleeft het op jouw manier.
Een mens-alleen gaat zelden op reis. Je
moet je vriendin mee hebben of je broer,
maar alléén, nee, daar is niks aan. Vreemd,
we leven al in een wereld, die zo overvol is,
de mensen staan bijna op je tenen; je zou
zo zeggen het moet heerlijk zijn om eens al
leen te zijn. Je kunt je eigen tempo nemen,
de dingen zien, die jou interesseren.
Kort geleden vertelde een van mijn colle
ga's mij stralend dat ze eindelijk iemand
gevonden had die met haar op vakantie wil
de. 'Alleen was ik vast niet gegaan,' zei ze,
'maar Jan wil ook wel naar Griekenland en
nu gaan we samen.' Ze vertrok opgelucht.
Na haar terugkeer zag ze wat witjes en ze
vertelde dat ze die dag wat vroeger naar
huis ging. 'Ik ben bek af,' zei ze, 'ik ga van
avond lekker vroeg naar bed. Het was wel
fijn hoor, die vakantie met Jan, maar zijn
levenstempo ligt veel hoger dan het mijne.
Hij wil zoveel, we renden van de ene be
zienswaardigheid naar de andere, 's Mor
gens was het al aantreden als ik nog wilde
slapen, maar hij vond dat je dat wel thuis
kon doen en we gingen laat naar bed.' Ze
zuchtte er nog van. Het was wel duidelijk,
ze had beter alleen kunnen gaan.
Nu is het bepaald niet zo dat ik een soort
kluizenaarschap wil propageren, daarvoor
houd ik teveel van mensen. Natuurlijk kan
je gezelschap zoeken, tochtgenoten, con
tacten. Dat kan heel gezellig zijn. Maar het
is alleen maar zo jammer dat wanneer ie
mand door omstandigheden geen gezel
schap kan krijgen hij of (meestal) zij zo on
gelukkig, zo eenzaam is. Laat staan dat de
zegen van het alleen zijn wordt ervaren, het
ustgevende^he^ntspannend^^ii^ie^Tu
eens geen rekening hoeven te houden met
de ander.
Maar een mens-alleen moet wél aardig voor
zichzelf zijn. Je moet wel zeggen tegen je
zelf 'nu gaan we vanmiddag fijn een
strandwandeling maken en daarna lekker
eten.' Want als je wat miezerig gaat zitten
kniezen, een ongezellig hapje eet en niet de
moeite neemt om in je eentje in alle rust er
gens een kopje koffie te gaan drinken dan is
er wezenlijk iets mis. Dan ben je eenzaam.
Alleen uitgaan, alleen op reis gaan is iets
wat je moet leren. Je moet leren waarderen
hoe fijn het is na allerlei zenuwslopende
toestanden alleen een eind te wandelen. Je
moet leren als je op reis bent voor jezelf
allerlei gezellige plannen te maken, want
wie alleen in een hotel blijft zitten verveelt
zich. Bovendien is het alleenzijn erg betrek
kelijk. We leven in een wereld boordevol
mensen. Wie veel met onbekende mensen
moet werken weet allang dat er eigenlijk
geen vreemde mensen bestaan. Er zijn
mensen die je niet kent, maar op het mo
ment dat je met ze praat zijn het al geen
vreemden meer voor je.
En dat is mij op vele reizen wel gebleken, je
hebt als je dat wilt overal contact, je wordt
overal geholpen, de mensen zijn overal ter
wereld nét als jij, met die nuances natuur
lijk die een mens zo boeiend maken. Je
staat versteld hoe bereid de mensen zijn om
je te helpen, om je tegemoet te komen. Je
bent nooit, waar dan ook, écht alleen.
Als we leren plezier te hebben in het alleen
zijn dan zijn we veel onafhankelijker van
de ander. Dat betekent niet dat we de ander
afweren, beslist niet, maar het betekent wel
dat we, als de omstandigheden met zich
meebrengen dat we alleen op pad moeten
daar geen moeite mee hebben en er zelfs
van kunnen genieten.