zwakker. Ook genoeg mannen halen het pensioen niet op 65 jaar. Je hoeft maar om je heen te kijken. De veranderingen van deze tijd zijn ook zo intensief. Neem de computerboel. Dat werd mij echt te veel. Gelukkig, het hoefde ook niet meer. Mijn opvolger is daar helemaal mee op gegroeid. Maar toch, je houdt er een on bevredigend gevoel aan over. Ik wil het allemaal graag weten.' Meid dat heb jij toch niet nodig Een schoolkind in Ophemert verwijst feil loos naar de bank van mevrouw Udo. Het spreekt vanzelf in dit Betuwse dorp: zij en de plaatselijke Rabobank zijn een. Gauw genoeg tijdens het gesprek blijkt hoe dat zo groeien kon. Strijdlustig bijna steekt ze van wal: 'Mijn vriendinnen hoor je weieens zeggen: 'Meid, wat jij toch op die bank doet, ik snap er niks van. Dat heb je toch niet nodig.' Ze zouden het me niet nadoen, geloof ik. Naarmate ik dichter bij het eind kom, begin ik zelf ook pas echt te beseffen welk een aparte baan ik in feite heb. Die rente-politiek, het is me wel een sport. Heerlijk om te doen. Huizen taxeren - we hebben er vroeger wel over gesproken. Nu doe je het uit de losse pols, zo vergroeid ben je met dit platteland. Maar naar mijn over tuiging zijn mannen niet happig op een vrouw voor dit werk. Mannen vinden ons niet nodig in wat zij zien als een man nenbaan. Mijn assistent op kantoor volgt de beheerderscursus. Het viel hem op dat er niet een vrouw onder de cursisten te bekennen viel. Ze tolereren een vrouw, maar alleen als het echt niet an ders kan. Het zou moeten kunnen, een vrouw in dit werk. Waarom niet? Waar om zou ik iemand geen financierings kwestie kunnen voorleggen? Het gebeurt hier dat moeder de vrouw erop uit wordt gestuurd om voor haar man de weg te effenen. Ach, van vrouw tot vrouw praat je vaak wat gemakkelijker.' Wie deze taal beluistert, is geneigd haar te zien als een vrouw die bewust koos 8 voor werk buiten de huiselijke sfeer. Het klopt ook wel, gezien mevrouw Udo's hartgrondige constatering: 'Ik ben geen huisvrouw. Nooit geweest ook. Huishou den - ik hou er niét van meneer. Heel de dag met een stoflap lopen? Stom werk, waar je geen cent wijzer van wordt. Het koken is scheppend maar verder Daarop volgt van haar kant echter ogen blikkelijk de toevoeging dat ze misschien makkelijk praten heeft omdat een vrouw die nu nog wat 'zou willen' zich geplaatst ziet voor de noodzaak tot het nemen van huishoudelijke hulp die zo langzamer hand onbetaalbaar is. Dat gold in haar si tuatie niet. Lange tijd maakte de bank Ophemert deel uit van het huis dat be woond werd door het echtpaar Udo. Zij: 'Een heel gemak dus, en een uitkomst voor mij.' Ze bekent: 'In mijn jeugd nog te verlegen om te solliciteren naar een kantoorbaan was het ergens wel prettig dat mijn man door tal van nevenfuncties zo in beslag genomen werd, dat ik de zaak goeddeels waar kon nemen en ten slotte heel die bank maar deed. Hij had er ook geen geduld voor. Mijn boekhoud kundige inslag en een scherp geheugen kwamen goed van pas.' Maar verdriet bleef ook deze vrouw uit Ophemert niet bespaard. Sterfgevallen in haar directe omgeving maakten dat ze zich met ver hoogde overgave helemaal stortte op het werk. 'Doorgaan met werken om je ver driet de baas te worden is de beste re medie. Ik zou en ik moest verder. Dat bit tere moeten haalt je verdiet wel niet weg, maar het vangt er een stuk van op. Begrijpt u nou, meneer, waarom ik er voor werk alsof het mijn eigen bedrijf is? Dit sprak me aan.' Een boerendochter met koopmansgeest, luidt de karakteris tiek die ze geeft van zichzelf. De inner lijke trots trilt erin door. Wat hard wer ken betekent, heeft ze van huisuit ge leerd. Gewend te zeggen waar het op staat. 'Van achterafjes ben ik niet ge diend. En als ik iets vandaag niet voor mekaar krijg, dan probeer ik het morgen.' Wanneer ze het zegt klinkt haar stem een ogenblik van staal. 'Tja, ik had erbij getrouwd kunnen zijn. Zeker. Maar het is het alleen zaligmaken de geluk niet, dat getrouwd zijn. Gefun deerde vriendschappen die uitgaan bo ven het gemiddelde kunnen ook een enorm stuk levensvervulling bieden. Vriendschap kan wel degelijk bestaan zonder andere dingen. Je kunt er vol doening in vinden. Ze kan je bestaan in houd geven. Ik zie niet in waarom je als vrouw per definitie door een huwelijk je status verwerft. Op aandrang van het personeel ben ik een poos geleden tot mevrouw gebombardeerd. Als jullie dat nou leuk vinden dan doen we 't maar, heb ik gezegd. Naar buiten toe heet ik sindsdien dus mevrouw. Om eraan te wennen bedacht de voorzitter van het bankbestuur voor de grap zelfs een boe testelsel. Elke verspreking kostte een gulden. Aan het eind van de eerste ver gadering was hij wel dertien gulden kwijt Voorheen heette het bij allerlei aangelegenheden altijd: 'mejuffrouw, mijne heren'. Vermakelijk, zo als eenling temidden van louter mannen? Dat zeker. Dachten ze bijvoorbeeld op zo'n directie conferentie een kenau te zien en dan kwam ik maar binnen. Ik viel altijd tegen. Jawel, beslist. Zo van: is dat nou alles, weet je wel. We hebben er soms smake lijk om gelachen. Maar ach, ik zeg altijd: een dag niet gelachen is een dag niet ge leefd. Wat een kletser ben ik, niet? en dat tegen een volkomen vreemde.' Sb"i, Mevrouw Mies Krook- klein, bedrijvig - knijpt haar ogen tot spleetjes. Lachend kijkt ze op: een paar goedverzorgde han den met sieraden die smaak verraden staken voor een ogenblik hun bewegin gen. In de luisterrijke Naaldwijkse nieuw bouw van de Rabobank Midden-West- land is het nog acclimatiseren geblazen. Een van de secretaresses stelt het aan vankelijk vergeten bezet-lichtje boven de deur in werking. Het sein voor een onge stoord en openhartig gesprek is gege ven. Het kost mevrouw Krook weinig moeite te praten over de wijze waarop ze zelf in het bankwerk verzeild raakte en haar zeer persoonlijke kijk op de positie van de werkende vrouw. Van een bewust gekozen carrière blijkt geen sprake te zijn. 'Het lijkt me dat een vrouw normaal gesproken ook niet zo gauw uitwijkt naar zo'n functie. Maar mijn liefde voor dit werk is eenvoudig via de familie doorge geven. Bij ons functioneerde de bank als het ware in huis, al vanaf dat mijn vader in 1902 bij de oprichting betrokken was. Een gezin, compleet ingesteld op de bank. Als de nood aan de man kwam op drukke dagen werden alle weerbare krachten ingespannen. Zo ben ik er als het ware ook ingerold. Mijn wieg stond tegen de brandkast nota bene. Krook en de bank waren een. Men dacht en men keek in Naaldwijk niet anders. Mensen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1977 | | pagina 8