mannen zijn voor dit werk
niet happig op ons
maar op mijn aanraden bleef hij. Om er
een beste kap aan over te houden. Na
tuurlijk ben ik geen profeet, maar zoiets
stemt dan toch dankbaar. Het geeft de
voldoening dat toch niet alles voor niets
is geweest.'
functie opbouwen, daar moet je voor
honderd procent bij zijn. Dat eist de vol
ledige mens. Je kunt daar geen gezin bij
meedoen. En zo'n onderbreking wegens
kinderen kan zich voordoen in het leven
van iedere getrouwde vrouw. Ik vraag
me af wat er dan nog aan ambities en
vooral mogelijkheden over is wanneer je
er eenmaal eens zo'n jaar of tien uit ge
weest bent. Heel anders ligt het indien
een vrouw principieel kiest voor een
baan in de wetenschap dat ze niet trou
wen kan of wil.'
Aan de rand van het Groningse Bedum,
helemaal in de kop van Nederland, be
staat de sfeer van het afscheid nog wat
voort dankzij de aanwezigheid van uit
eenlopende geschenken als bloemen,
boeken over kunst en een niet te ver
smaden voorraadje van het favoriete
merk brandewijn, de alcoholische ver
snapering die Tammina Jansen-van der
Molen zonder omwegen kenschetst als
haar lievelingsdrank. Met smaak maar
ook met een zweem weemoed in de
stem vertelt ze tussen de bedrijven door
wat over de spontane huldiging waar
mee de bevolking van het plaatsje On-
derdendam haar overdonderde toen ze
er de laatste keer zitting hield. En met
een peinzende blik in de ogen herinnert
ze zich ook de woorden 'Ik heb goede
raad van u gehad' van een gezeten
boer die haar ten afscheid de hand
kwam drukken: 'Een groot bedrijf. Hij zat
er tot de nek toe in. Wilde verkopen
Je hoeft heus geen manwijf te zijn
Als directrice van de Rabobank Bedum
vertoefde ze gedurende jaren veelvuldig
in een wereld waar mannen gezichtsbe
palend waren tijdens vergaderingen.
Daaraan kwam afgelopen voorjaar defi
nitief een eind. Tot welke slotsom komt
mevrouw Jansen zelf in een terugblik op
de achterliggende periode?
'Ik heb altijd reuze plezierig met ze om
gegaan. Heel leuk ja. Je moet je opstel
len als een van hen, en dan is het voor
mekaar. Je gedragen als manwijf hoeft
allerminst. Maar net zo min word ik ge
plaagd door de voortdurende vraag: hoe
zie ik eruit? Een vrouw, heb ik gemerkt,
heeft dikwijls toch een wat ander inzicht,
een wat andere - ik wil niet zeggen bete
re - kijk op bepaalde zaken. Zij denkt om
kleinigheden waar een man gemakkelij
ker aan voorbij dreigt te gaan.'
Vierenveertig jaar was mevrouw Jansen
toen haar man eind 1956 stierf. Finan
ciële voorzieningen gingen rakelings
haar neus voorbij. 'Een leeftijdskwestie,
vervelend genoeg. Daar stond je. Mijn
ervaring in het bankwerk was altijd be
perkt gebleven tot het assisteren van
mijn man. Een inspecteur in het district
Groningen mocht ik na mijn aanstelling
desnoods iedere avond opbellen om in
lichtingen, begeleiding en raad. Van hem
heb ik ook bijlessen gehad. Geleidelijk
aan verdween mijn onzekerheid ('Dat
kan ik nooit aan. Daar heb ik niet voor
geleerd'). Het was mijn eer te na dat de
zaak in de soep zou draaien. Maar je
werd er weieens wanhopig onder. Ik heb
een jaar gekend met zeven werkdagen in
de week, van acht uur 's morgens tot bij
elven 's avonds. Mijn komst heeft zeker
wel weerstand ontmoet in het begin. Je
werkt niet zo slagvaardig zolang je niet
kundig bent. De reacties van het publiek,
daar wen je aan. Een enkeling maar keek
even op wanneer hij mij te zien kreeg als
hij graag de directeur wilde spreken.
Slechts een keer heeft iemand botweg
geweigerd met me te spreken over een
lening. Een vrouw als bankdirecteur, daar
keek hij zo raar tegen aan. Nee hoor, dat
was maar niks.'
Dan bepeinst de Bedumse ex-bankdirec-
trice of het niet verantwoord zou zijn de
pensioengrens op een lagere leeftijd te
zetten. 'Wij zijn als vrouw beslist niet