Blaasmuziek begeleidt het werk in Haaften
Raboband is bezig aan de 3e jaargang.
De redactieraad heeft getracht op een
verstandige, soms behoedzame wijze
aan het blad haar eigen, open image te
geven. Voorzover de opzet geslaagd is,
is dit mede te danken aan de intel
ligente inbreng van de heer Christians,
niet alleen directeur van de Rabobank
Leens maar tot nu toe tevens lid van de
redactieraad van Raboband. Om stu
dieredenen heeft de heer Christians
ons onlangs medegedeeld deze bij
functie te willen neerleggen. Wat moet
je hiervan zeggen? Alle redactieraads
leden vinden het om verschillende re
denen jammer, maar evenzeer geldt
dat het motief duidelijk is. Dat aan ver
dere persoonlijke ontwikkeling voor
keur wordt gegeven boven de vervul
ling van bijfuncties is welhaast van
zelfsprekend en verdient te worden ge
respecteerd. Er rest ons slechts ons
'oude' redactielid te danken voor zijn
daadwerkelijke inbreng in de Rabo
band en de wijze waarop hij dit heeft
gedaan.
In het juninummer heeft de hoofdre
dacteur de vele lezers en lezeressen
opgeroepen om - ondanks de vakan-
tietijd - het 'Jaaroverzicht Sociale
Ontwikkelingen Plaatselijke Raboban-
ken 1976' van commentaar te voor
zien.
Dit was geen uiting van overdreven
optimisme of van onderschatting van
de betekenis van een goede vakantie.
Maar de heer Haverkamp weet dat de
lezerskring van dit blad erg geïnteres
seerd is in allerlei aspecten van het
personeelsbeleid bij de Rabobanken
of, nog ruimer geformuleerd: graag wil
meedenken en meepraten over het so
ciale beleid in onze organisatie. Van
daar zijn oproep. En daarom is zelfs
aan diverse mensen rechtstreeks ge
vraagd om hun mening over het 'Jaar- I
overzicht sociale ontwikkelingen' weer
te geven.
Hoewel wij daar nog uitgebreid op te
rug zullen komen en een reactie vanuit
het Werkgebied Sociale Zaken voor de
hand ligt, is er al wel aanleiding een
paar opmerkingen te maken over de
binnengekomen commentaren.
In het algemeen wordt de publikatie
van dit overzicht verwelkomd. Eigen
lijk vindt men het wel 'hoog tijd' dat,
naast financiële en economische be
richtgeving, ook de sociale kant aan
dacht krijgt. En dan bedoelt men niet
alleen, dat een gedegen informa
tie-overdracht inzake sociale aangele
genheden tegenwoordig een normale
zaak is, maar ook dat geleidelijk aan
vruchtbare en brede overlegmogeiijk-
heden ten behoeve van de sociale be
leidsontwikkeling zijn ontstaan. Het is
dan logisch dat de vruchten van dit
overleg aan alle betrokkenen worden
medegedeeld.
Er zijn ook kanttekeningen, die naast
«3 wa;
sen voor de naaste toekomst bevatten.
Daarover, vinden wij, is een afzonder
lijke beschouwing op zijn plaats. Na de
vakantie.
J. Dorresteyn
üUJü&J]' l/UUiJ
Aan de voet van de noordelijke Waaldijk ligt Haaften, ongeveer tegenover Zalt-
bommel. Op stille zomeravonden als tientallen vogels er concerteren in De
Dreef, verscholen tussen het gebladerte van bomen, raakt hun geluid veelvuldig
vermengd met klanken die opklinken uit huize Goudenstein. Buurtbewoners
knikken elkaar goedkeurend toe: bankdirecteur Van Heuckelum hanteert vol
plichtsbetrachting weer eens zijn tenorsaxofoon. Nu 54 jaar oud, berekent hij
desgevraagd snel even dat hij dan alweer zo'n veertig jaar actief zijn partijtje
meeblaast als lid van de fanfare Nieuw Leven, een korps dat hij bovendien nog
eens tientallen jaren diende als secretaris.
Hoe kan het anders, of ook binnen de
muren van de plaatselijke Rabobank is
de blaasmuziek een onderwerp van ge
sprek dat hoog staat genoteerd. Voorbij
gangers kunnen vanuit de bank als ze
boffen gedurende het middaguur zelfs
incidenteel nog weieens het dartele ge
luid opvangen van een blaasinstrument
waarop wordt gerepeteerd. Het muzikale
enthousiasme van de bankdirecteur
hoeft daarmee nog niet eens in verband
te staan, want diens interesse voor de
blaasmuziek wordt zo mogelijk nog over
troffen door de gedrevenheid van mede
werker Gert Koren, afkomstig uit de
Bommelerwaard, waar hij bugel of des
gewenst trompet speelt in het fanfare
korps dat Zuilichem in de allerbeste ver
standhouding deelt met het dorp Nieu-
waal. Een samensmelting enkele jaren
geleden van de korpsen 'Door eensge
zindheid' en 'Nooit gedacht' resulteerde
in een florerende vereniging, terwijl bei-
de gezelschappen voorheen tot een kwij
nend bestaan waren gedoemd. Gert Ko
ren schetst de problematiek: 'leder af
zonderlijk telden de dorpen te weinig in
woners om een volwaardig korps in
stand te houden. Tijdens een gezamen
lijke ledenvergadering hebben we die
kwestie toen in alle openheid ter tafel
gebracht.' Dit soort ontwikkelingen ver
rassen directeur Van Heuckelum allang
niet meer. Binnen zijn fanfare kent men
soortgelijke problemen. 'De meeste mu
ziekgezelschappen hebben' zegt hij 'door
het bestaan van bromfietsen en televi
sietoestellen een geduchte terugslag ge
kregen in hun bezetting.' Het uitblijven of
verminderen van nieuwe oogst uit de rij
en der jongelui is voor hem overigens
geen reden om dan maar bij de pakken
te gaan neerzitten. Hij erkent nog wel
degelijk de grote opvoedende waarde
die er schuilt in het gezamenlijk musice
ren. 'Al ben je in muzikaal opzicht mis
schien ook helemaal geen held, toch zit
je daar aan zo'n vereniging te werken
met een groep die tot eenheid wordt.
Het is een samenspel. Daar komt het op
aan en daar hoor jij als eenling eveneens
bij. Als kinderen op zo'n vereniging zijn
leren ze ook naar anderen te luisteren en
daar gaat een duidelijk vormende waar
de vanuit.'