Secretaris
VPR
benoemd
23
I H
HU
Jan Stronks uit Veenendaal treedt op 1
oktober aanstaande als secretaris in
dienst voor de Vereniging Personeel van
Rabobanken. Hij is 37 jaar oud, ge
trouwd en vader van 4 kinderen. De af
gelopen zeven jaar werkte de heer
Stronks als bestuurder van een bij het
Christelijk Nationaal Vakverbond aange
sloten vakorganisatie. In die functie be
hartigde hij voornamelijk de belangen
van personeelsleden die werkzaam wa
ren bij het AKZO-concern.
De pas benoemde VPR-secretaris genoot
een opleiding op hoger economisch vlak.
Hij volgde daarnaast cursussen op het
terrein van de arbeidsanalyse, de werk-
classificatie, produktieplanning, perso
neelsbeheer en sociale verzekeringen.
Met de aanstelling van een secretaris in
dienstverband komt voor de Vereniging
Personeel van Rabobanken een eind aan
de moeilijke en vrijwel onhoudbare si
tuatie waarin vrijwilligers uit het hoofd
bestuur gedurende hun vrije tijd een
veelheid van werkzaamheden ten behoe
ve van de vereniging op moesten knap
pen. De komst van Jan Stronks naar de
VPR heeft tot gevolg dat de vereniging
ook op korte termijn zal gaan uitzien
naar een geschikt secretariaatskantoor.
Op dit moment is nog niet bekend op
welk adres het secretariaat gevestigd zal
worden.
Bij mijn tweemaandelijks terugkerende
zorgen met betrekking tot het aansnijden
van een passend onderwerp voor deze
rubriek, wil ik nogal eens teruggrijpen op
oude nummers van Raboband, Rabo
bank, en Raborama (voor de niet-leden:
dit laatste blad is het verenigingsblad
van de Vereniging Personeel van Rabo
banken).
Na het doorlezen van verschillende arti
kelen wil er dan doorgaans wel iets naar
voren komen waar je de aandacht toch
nog weieens voor mag vragen.
Zo stuitte ik ook deze keer op een frap
pant gegeven, waarvan ik u graag deel
genoot wil maken.
Sinds ik als bestuurslid van de VPR be
last werd met publiciteitsaangelegenhe-
den, was mijn eerste zorg uiteraard een
idee te krijgen over wat er zoal binnen
onze organisatie leeft onder de duizen
den personeelsleden. Want praten over
zaken die niemand interesseren, geeft
weinig voldoening. Bovendien wil ieder
een waar voor z'n geld en moeten er dus
zinnige dingen gezegd worden.
VPR Hoofdstraat 54 Hoogeloon
Daarbij viel het mij echter op dat zo wei
nig medewerk(st)ers in de pen klimmen
om hun mening kenbaar te maken, om
nog maar niet te spreken over de moge
lijkheid hun ideeën op papier te zetten
indien zij vinden dat veranderingen ge
wenst zijn.
Kennelijk sta ik echter niet alleen met
mijn probleem, want verschillende keren
lees ik dat ook andere redacties dit zelf
de ervaren en hun lezerspubliek oproe
pen om met reacties te komen.
Bedenkelijk wordt het indien men aan
het uitblijven van reacties de conclusie
verbindt dat het dus allemaal wel goed
zit bij onze organisatie en iedereen tevre
den is.
Deze tendens meen ik te bespeuren toen
na de strubbelingen rond de loononder
handelingen van begin dit jaar, een com
mentator- kennelijk met een zucht van
opluchting - vaststelde dat het binnen
de Rabobanken waarschijnlijk allemaal
wel snor zat. Hij had namelijk geen wan
klank gehoord. (Ik kan overigens het te
gendeel ook niet beweren, want ik heb
ook niet zoveel wanklanken gehoord!)
Gelukkig hebben we binnen de vereni
ging gemerkt dat er zich een verandering
begint te voltrekken. Steeds regelma
tiger ontvangen we reacties met vragen
en opmerkingen. Het ligt dan voor de
hand dat je je gaat afvragen waarom
men er tot voor kort zo moeilijk toe
kwam ideeën op papier te zetten en deze
aan de openbaarheid prijs te geven. Per
slot van rekening mag geen zinnig mens
verwachten dat we het binnen zo'n grote
organisatie met zoveel verschillende en
soms zelfs tegenstrijdige belangen altijd
direct met elkaar eens zullen zijn. En dan
is het toch een logisch iets dat men op
gepaste wijze aandacht vraagt voor die
belangen.
Toch is de vraagstelling waarom men
niet reageert in zekere zin een overbo
dige. Want laten we eerlijk zijn, wie durft
er nu in een publikatie die door duizen
den gelezen wordt, zijn visie op papier te
zetten en er dan ook nog eens zijn naam
onder te plaatsen. Vooral als je weet dat
die visie niet overal met gejuich ontvan-
gèn zal worden.
In gewone spreektaal noemen we dat: je
nek uitsteken, waarbij het geen aantrek
kelijk idee is op die wijze als haantje de
voorste op de voorgrond te treden. Roem
oogst je daarbij pas als je visie gemeen
goed geworden is en de anderen in je
kielzog profiteren van de behaalde resul
taten.
Dat de bestuursleden van de VPR deze
taak bij tijd en wijle op hun schouders
nemen (en ik kom daar rond voor uit) is
dan ook alleen maar gelegen in het feit
dat zij niet als persoon optreden, maar
als representant van een grote belangen
groep, waarbij de naam van de onderte
kenaar verder niet ter zake doet.
Deze taak geeft dan ook een extra di
mensie aan het bestaansrecht van een
Vereniging Personeel van Rabobanken
en ik hoop dat velen deze mogelijkheid
dan ook zullen benutten. Op voorwaarde
dat ze niet zullen vragen of de vereniging
de scheve toren van Pisa even recht wil
zetten (als u begrijpt wat ik bedoel).
De ervaring heeft overigens geleerd dat
het aandacht vragen voor de belangen
van de duizenden personeelsleden van
de aangesloten banken binnen onze
organisatie met veel begrip ontvangen
is. Nog sterker, bestuurders van aange
sloten banken, directeuren en de diverse
directoraten op de Centrale Bank hebben
er recht op te weten wat er binnen onze
organisatie leeft.
Hans Koet, hoofdbestuurslid VPR