Pensioenen
en hun prijs
mm o
enkele kanttekeningen
door
drs. J. G. A. Dorresteyn
14
In het algemeen voorziet het Nederland
se bedrijfsleven in redelijke pensioen
voorzieningen voor de loon- of salaris-
trekkende werknemers. Binnen onze
organisatie kunnen we van een goede
pensioenregeling spreken, zoals bekend
is bij al degenen voor wie al pensioenen
door de bank worden verzekerd. Daarbij
maakt het geen verschil bij welke aange
sloten bank men werkzaam is, want de
praktijk is dat alle aangesloten banken
dezelfde pensioenregelingen kennen. De
regelingen zijn eveneens gelijk aan die
welke van kracht zijn voor personeelsle
den van de Centrale Rabobank. Deze ge
lijkheid geldt sinds 1973, toen de tot dan
toe bestaande verschillen werden opge
heven.
Systemen
Pensioenverzekeringen moeten betaald
worden. De premiebedragen zijn hoog,
zeker als men het totale premiebedrag in
aanmerking neemt dat per personeelslid
in de loop van de gehele diensttijd moet
worden opgebracht. Wel zijn er verschil
lende methodes die werkgevers ter be
schikking staan om de verschuldigde
premies te betalen of - om het anders te
formuleren - er voor te zorgen dat er bij
pensionering een voldoende groot be
drag bijeengebracht is om daar uit de ge
pensioneerde levenslang zijn pensioen te
betalen. Voor gehuwde werknemers
moet bovendien nog bedacht worden
dat bij overlijden er weduwenpensioen
en/of wezenpensioen betaald moet wor
den.
De twee belangrijkste financieringsme
thoden zijn het systeem van inhaalpre-
mies en het stortings- of evenredig
koopsommensysteem.
Onze pensioenregeling gaat, ter bepaling
van het uiteindelijk aan de betrokken
verzekerde te betalen pensioen, uit van
diens laatste genoten salaris. Men
noemt dat het zogenaamde eindloonsys
teem.
Nu groeit normaliter het salaris jaarlijks
verder. Elke verdere groei betekent dat
een dienovereenkomstig stukje pensioen
moet worden bijverzekerd over de reeds
verstreken diensttijd. Bij toepassing van
het systeem van inhaalpremies wordt
premie, die verschuldigd is voor een pen-
sioenbrok dat betrekking heeft op de
reeds verstreken diensttijd, pas achteraf
betaald. Dit heeft een belangrijk gevolg.
Deze premie wordt in de loop van de vol
ledig haalbare diensttijd weliswaar be
taald, maar als men tussentijds besluit
van werkgever te veranderen, ontvangt
men bij vertrek slechts premievrije rech
ten mee, overeenkomstig de reeds be
taalde bedragen. Aangezien het bij een
deel van de feitelijk nog te betalen pre
mie eigenlijk dus gaat om achterstallige
betalingen (ze betroffen immers stukjes
pensioen die voortkwamen uit het reeds
verstreken stuk diensttijd), is er sprake
van een relatief laag bedrag aan reeds
betaalde premies. In andere bewoordin
gen: de premievrije rechten (de pensioe
nen die in de verstreken diensttijd zijn
opgebouwd) zijn bij tussentijds vertrek
lager dan gezien de verhouding tussen
verstreken en totale diensttijd te ver
wachten viel. Bovendien leidt het sys
teem van inhaalpremies er toe, dat op
langere termijn steeds meer moet wor
den betaald. Naarmate men het einde
van de dienstbetrekking nadert, zal de
werkgever steeds hogere premiebedra
gen moeten opbrengen.
Andere opzet
Indien een bank een personeelslid bij
tussentijds vertrek pensioenrechten wil
meegeven, die gebaseerd zijn op het
laatstgenoten salaris en de verstreken
dienstjaren, is het daarom noodzakelijk
dat de bank jaarlijks een koopsom stort,
welke voldoende is om te zijner tijd een
pensioen uit te keren dat overeenkomt
met het salaris en de reeds verstreken
dienstjaren. Dit betekent dus dat men af
dient te stappen van het hierboven be
schreven systeem van inhaalpremies. Op
dat moment dat pensioenrechten ont
staan zal men ze in de vorm van een
koopsom daadwerkelijk moeten betalen.
Bedrijfseconomisch gezien verdient dit
systeem de voorkeur omdat de kosten
van een pensioenregeling ten laste van
de bank worden gebracht op het mo
ment dat de pensioenrechten worden
'verdiend'. Bij het 'inhaal premie-sys
teem', worden die kosten naar de toe
komst verschoven.
Harde polis
Voor de personeelsleden van de plaatse
lijke Rabobanken betekent een wijziging
van het premie-betaalsysteem dat, bij
tussentijds vertrek, de premievrije pensi
oenrechten in overeenstemming zijn met
het laatstgenoten salaris en de reeds
verstreken dienstjaren. Met andere
woorden er is sprake van een harde po
lis.
De werkelijke betekenis van de harde
polis is voor de niet-deskundigen met
het voorgaande wel enigszins aangege
ven. Het lijkt van belang nu met terug
werkende kracht tot 1 januari 1975, bin
nen onze organisatie niet alleen de pen
sioenregelingen zijn geüniformeerd maar
ook de financieringssystemen. Gekozen
is voor het koopsommensysteem. Per
genoemde datum is de harde polis van
kracht en zijn hogere 'vertrekrechten' in
het vooruitzicht gesteld. De invoering
van de harde polis - een kostbare aange
legenheid, waarmede vele miljoenen
guldens waren gemoeid is opnieuw
een mooie bijdrage tot een goed sociaal
beleid. Onder meer bevordert het de
doorstromingsmogelijkheden voor per
soneelsleden.
Toeslagen
Hoewel het toeslagenbeleid op pensi-
oengebied niet rechtstreeks verband
houdt met de harde polis, voltrok zich
hier onlangs eveneens een wijziging die
belangrijk genoeg is om nog met een en
kel woord vermeld te worden. Reeds in
gegane pensioenen plegen voor het be
houd van de koopkracht jaarlijks met een
toeslag te worden verhoogd. De toesla
gen op lopende pensioenen lagen voor
oud-medewerkers (respectievelijk voor
de weduwen en wezen) van voormalige
Raiffeisenbanken in het verleden hoger
dan de toeslagen op pensioenen voor
gepensioneerden uit de vroegere Boe
renleenbankorganisatie. Onlangs is be
sloten dat laatstgenoemde banken een
koopsom zullen betalen aan de Stichting
Pensioenfonds Rabobanken om het al
dus mogelijk te maken dat de SPR voor
alle gepensioneerden hetzelfde toesla
genbeleid voert. Dit heeft tot gevolg dat
aldus ook het toeslagenbeleid geheel is
geharmoniseerd. Voor alle gepensio
neerden van de Rabobanken geldt voor
taan een uniform toeslagenbeleid.
o oooo