Stijl
°IN HET SPIONNETJE
Een zonnig terras met veel bezette tafeltjes.
Naast mij twee heren, die duidelijk een za
kelijke bijeenkomst hadden want het tafel
tje was bezaaid met papieren. Kopjes,
melkkannetje en suikerpotje dienden om te
voorkomen dat de paperassen bij een
vlaagje wind over het terras zouden darte
len. Mijn aandacht werd getrokken doordat
een van hen vroeg'Hoe heb je het gehad
in Engeland?' Als echte anglofiel móet ik
dan meeluisteren.
'O, het was weer fijn,' antwoordde de En
gelandvaarder, 'je weet, ik ben er altijd
graag, voor vakantie, maar ook voor het
werk. Een fijn land en je kan zeggen wat je
wilt, maar die Engelsen hebben nog stijl.'
De ander snoof hoorbaar. 'Stijl? Wat is nou
stijl. Die lui met hun verouderde tradities
lopen gewoon vijftig jaar achter en daar
door staan ze dan ook nu aan de rand van
de afgrond.'
'Ik denk dat we in een totaal onleefbare we
reld terecht komen als stijl een begrip uit
het verleden wordt,' zei de ander, 'stijl bete
kent rekening houden met elkaar en als we
ons allemaal als botterikken gaan gedragen
zal er niet veel plezierigs meer overblijven.'
'Flauwe kul,' vond zijn gesprekspartner,
'met stijl doe je niks meer in deze maat
schappij. Zakelijkheid en nuchterheid zijn
begrippen waar ik het maar bij houd.' Ze
grabbelden de papieren bij elkaar, de agen
da's werden in de binnenzak gestoken en
wèg wandelden ze.
Toch liet hun toevallig opgevangen gesprek
mij niet los. Wie van beiden had gelijk? Ik
bestelde een volgende kop koffie en met de
warme zonnestralen op mijn huid bleef ik
er nog even over nadenken. De ober zette
met een zwaai de koffie voor me neer. Er
plensde een flinke scheut over het kopje. 'O
sorry, nou, u hebt een voetbad,' constateer
de hij en ging naar het volgende tafeltje.
Stijl, dacht ik, is rekening houden met de
ander. Dat deed die ober kennelijk niet, die
was zakelijk en nuchter. Ik viste een papie
ren zakdoekje uit mijn tas en dweilde het
schoteltje droog om te voorkomen dat mijn
lichte zomerjurk vol koffievlekken zou ko
men.
Het was vreemd dat dit begrip 'stijl' mij de
volgende dagen steeds vervolgde en ik
kwam aldoor meer tot de ontdekking dat
het blijkbaar toch een verouderd begrip
was geworden. We praten tegenwoordig
gewoon over Dries van Agt en Joop den
Uyl. Moet dat nou? Ik weet het, dat onmo
gelijke woord 'Excellentie' is totaal verou
derd en daar is niet mee te werken. Maar
M i en
Holthuizen
dat 'gedries' en 'gejoop' als het over minis
ters gaat, heeft dat iets met progressief zijn
te maken?
Die meneer op het terras had het over de
Engelsen, bij wie stijl nog in hoog aanzien
zou zijn. Toch komt het daar nogal eens
voor dat ze het goed vinden dat de kinde
ren hen gewoon bij de voornaam noemen.
Nog kort geleden trok ik aan een Engelse
bel omdat ik een afspraak had met de moe
der van het gezin. De oudste zoon, een jon
gen van een jaar of vijftien deed open en
zei: 'Vindt u het erg om even te wachten?
Ann en Dick zijn naar een ouderbijeen
komst van mijn school, maar ze zijn zó te
rug.' Het doet ons een beetje vreemd aan,
maar in feite heeft het natuurlijk niets te
maken met respect (waarschijnlijk ook een
sterk verouderd begrip).
Het jij en jou zeggen tegen ouders gold
vroeger als nogal vooruitstrevend, maar te
genwoordig 'jijen' en 'jouen' kinderen re
gelmatig tegen hun ouders en in een tijd,
waarin kinderen veel meer voor 'vol' wor
den aangezien dan vroeger, is dat ook heel
begrijpelijk.
Nu we het toch al hadden over de mensen
aan de overkant van de zee, moet ik opeens
denken aan iets, dat ik meemaakte in een
heel klein dorp in Ierland. Ik was daar om
een radioprogramma te maken over toeris
me en ik had een aantal kleurrijke figuren
uitgenodigd om daar over hun streek te
vertellen. Dat deden ze met verve. Het ver
velende was alleen dat er niets op de band
van mijn opname-apparatuur kwam. Ik bén
voor de omroep iedere dag met zo'n appa
raat op stap en ik kan, hoewel ik helemaal
niet technisch ben aangelegd, er mee 'lezen
en schrijven'.
Na vele vergeefse pogingen zou ik de strijd
nu toch moeten staken. Ik belde in wan
hoop de technische dienst in Hilversum en
een nuchtere stem zei daar dat er vermoe
delijk een draadje in de microfoon kapot
was. Het advies was 'probeer het eens met
een andere microfoon'. Maar die moet je
dan wel hebben.
Zonder enige hoop ging ik in dit Ierse dorp
naar het enige en kleinste radiowinkeltje,
wat ik ooit gezien heb en ik legde de winke
lier mijn probleem uit. Hij dook in een rom
melige kast en laat die man daar nu precies
zo'n microfoon uithalen, een echte studio
microfoon! Mijn vreugde was groot. Maar
het volgende probleem was hoe ik deze mi
crofoon, die wel een driehonderd gulden
kostte, moest betalen want zoveel geld had
ik niet bij me. 'Dat is helemaal geen pro
bleem,' zei de winkelier, 'u hebt dringend
een microfoon nodig en ik heb er een. Dus
neemt u hem mee. Daar komt helemaal
geen geld aan te pas want ik ga 'm u lenen.'
'Maar ik moet vandaag nog door naar En
geland om daar ook radio-opnamen te ma
ken', zei ik benauwd. 'Komt u daar mis
schien nog bij de BBC?' en op mijn beves
tigende knik 'dan vraagt u toch of ze 'm
daar even terugsturen?'
Zou u dat durven, een voorwerp van hon
derden guldens uitlenen aan een wild
vreemde buitenlandse? Dat heeft ook met
stijl te maken, met grootse stijl.
Natuurlijk moeten we geen fanatici wor
den, maar als er op elk levensterrein iets
aan stijl verloren gaat, worden we een stuk
armer. Gevoel voor stijl hebben betekent
rekening houden met de ander. Het meisje
met het lange haar, dat uitvoerig haar lok
ken in een volle bus ging zitten kammen,
waardoor haren en andere ongerechtighe
den neerdaalden op de donkere jas van de
meneer naast haar, de mensen die praten
tegen oude mensen alsof ze verwachten dat
oud ook kinds betekent en hen met 'oma'
en 'opa' aanspreken, de man of vrouw, die
zonder vragen een sigaret opsteekt in gezel
schap van iemand, die aan astma lijdt, ze
houden geen rekening met de ander.
De jongen, die in een uitgescheurde spij
kerbroek en een vuile trui in de schouw
burg komt, het winkelmeisje, dat tegen een
zeer oude dame onverschillig 'daaag!'
roept, och, ze veroorzaken geen rampen.
Maar er gaat wel iets in de samenleving
verloren dat het verkeer tussen de mensen
onderling zoveel soepeler en prettiger doet
verlopen.