12 Over de zin van adviezen in een systeem Opleidingstekort struikelblok bij werving personeel Vrouwen minder honkvast adviezen in februari 1977 uitgebracht, wachten nu nog op uitvoering. Ik geloof, dat de structuur van onze organisatie hier aanpassing behoeft. Daarover zal naar ik meen nog wel enig overleg noodzakelijk zijn. Maar gelukkig zijn daarvoor mogelijkheden aanwezig. J. G. Th. Krajenbrink, Rabobank Ermelo-Harderwijk Met extra nadruk heb ik de passages uit het sociale jaar overzicht gelezen waarin de arbeids voorwaarden en de pensioenregelingen aan de orde komen. Het bevreemdt mij dat een nieuw salarissysteem voor on derdirecteuren van kracht werd met in gang van 1976. Dit systeem heeft een bepaalde relatie met het systeem dat geldt voor directeuren. Het komt mij voor dat het begrip onderdirecteur slechts een titel is. Bij banken welke geen onderdirecteur kennen, vervult één van de staffunctionairssen deze functie. Door dit nieuwe systeem wordt de on derdirecteur uit het systeem van de functieclassificatie gehaald. Wat is hier de bedoeling van? Typerend bij de se cundaire arbeidsvoorwaarden is dat de personeelsfinancieringen onderdeel van het loon moeten zijn, als genoten salaris in natura. Informatie bij 'handels-ban ken leert mij, dat die banken daar geen last van hebben. Is onze organisatie in het nadeel tegenover andere banken, of verdient het aanbeveling de salarisadmi nistratie onder te brengen binnen een rayon van een belastinginspecteur die zich niet stoort aan deze uitbetaling van salaris in natura? En dan de pensioenregeling. Hoe staat het pensioenfonds tegenover de ge dachte om een werknemer bij vertrek zijn rechten mee te geven, zodat hij niet geschaad wordt in de opbouw van zijn pensioen bij het veranderen van werk gever? De waardevastheid van het pen sioen wordt weliswaar door de Centrale Bank door bijstortingen aangevuld, doch dat is geen recht voor de gepensioneer de. Dit zou gezien de bedrijfsontwikke lingen in onze organisatie mogelijk moe ten zijn. Er wordt gesproken over een advies aan de aangesloten banken. Als een advies eenmaal is opgevolgd kan er dan nog van een advies voor volgende wijzigin gen worden gesproken? Er is gekozen voor een systeem, dat onderdeel is ge worden van de secundaire arbeidsvoor waarden. Een advies is hier niet meer op zijn plaats. Stel voor dat het systeem wordt aangepast aan nieuwe maat schappelijke ontwikkelingen, dan zou het denkbaar zijn dat een plaatselijke bank die het met deze nieuwe ontwikke lingen niet eens is, hiervan afwijkt. Bij de individuele pensioenverzekerden is de indruk gewekt dat zij aan alle verbe teringen deel zullen hebben. Met be langstelling zie ik het concept-reglement van het geharmoniseerde pensioenbe- leid van de Centrale Bank en de aange sloten banken tegemoet. In het verleden en thans nog, loopt de Centrale Bank voorop met de secundaire arbeidsvoor waarden en bijkomende voorzieningen met de aangesloten banken. Interessant is te weten of de aangeslo ten banken versneld bijgetrokken zullen worden of dat de Centrale Bank pas op de plaats moet maken. P. v. d. Westelaken, Rabobank Valkenswaard Als men in het verle den solliciteerde bij een plaatselijke Ra bobank was de ge noten opleiding niet zo belangrijk. Voor de lagere functies voldeed het Mulo-diploma doorgaans aan de gestelde eisen. Daarnaast stelde de bank er wel prijs op als men een aan vullende studie ging volgen. De boek houdkundige richting werd vaak aanbe volen. De laatste jaren zijn de opleidingseisen aanzienlijk verzwaard door het ingewik kelder worden van het bankbedrijf. Voor een staffunctie wordt momenteel een middelbare opleiding met daarnaast ge richte studies veelal als minimumeis ge steld. Het volledige NIBE-pakket alsme de het SPD-diploma komen o.a. voor deze vakstudies in aanmerking. Ondanks een hoog werkloosheidsper centage zijn goed gekwalificeerde me dewerkers momenteel moeilijk aan te trekken. Met name is dit van toepassing voor staffunctionarissen. Mogelijk zou een van de oorzaken kun nen zijn het feit, dat het onderwijs in zijn algemeenheid onvoldoende is afge stemd op het gevraagde binnen het bankbedrijf. Een andere reden zou kunnen zijn dat het gevoerde personeelsbeleid in het verleden niet geheel juist is geweest, waardoor teveel medewerkers met een te laag opleidingsniveau zijn aangesteld. De te krappe arbeidsmarkt in het verle den kan hiervoor niet geheel als excuus worden aangevoerd. Als deze categorie medewerkers de vervolgstudie niet of onvoldoende heeft aangepakt komt de doorstroming naar een hogere functie automatisch in het gedrang. Ook kunnen wij ons de vraag stellen of er voldoende medewerkers instromen van buiten de organisatie om het ge wenste niveau te handhaven of te ver beteren. Door sollicitanten wordt nogal eens de vraag gesteld hoe het staat met door- stromings- of promotiekansen binnen de organisatie. Wij kunnen niet aan de in druk ontkomen dat men het als een be zwaar ziet dat de volledige sollicitatie procedure op gang moet komen als men naar een andere Rabobank door zou wil len stromen. Deze factoren zullen wij in de toekomst de nodige aandacht moeten geven om goed gekwalificeerde medewerkers te houden. H. Cunnen, Rabobank Venray Het is prijzenswaar dig te zien dat in het overzicht van de so ciale ontwikkelingen ons vrouwelijk per soneel ook in de vorm van cijfertjes enige gerichte aandacht krijgt. Van het Rabobankpersoneel bestaat ten slotte 53 uit vrouwen, en 45 zijn zelfs vrouwen jonger dan 25 jaar. Als ik kijk naar de duur van het dienst verband blijkt dat de mannen gemiddeld 2x zolang bij de bank werken als de vrouwen. Ook onder het vrouwelijk per soneel komt het echter regelmatig voor dat iemand (bijv. wegens verhuizing) een werkkring bij een andere Rabobank krijgt. Het kon weieens interessant zijn om ook deze gegevens te verwerken. Op dit moment is bij de Centrale Salarisad ministratie alleen de datum van in diensttreding bij de huidige werkgever bekend. Aan de hand van getallen valt goed te zien dat ruim 10 jaar geleden de enorme uitbreiding van de werkzaamhe den in het bankbedrijf begon. Tussen 1965 en 1969 is in 5 jaar tijds het personeel zelfs verdubbeld. Velen hebben toen blijkbaar een goede toe komst bij de Rabobank gevonden, ge zien het hoge percentage dat al een diensttijd van 10-15 jaar achter de rug heeft. Ook het vrouwelijk personeel be staat deels nog uit personeel dat in die tijd in dienst gekomen is. Wat ik in dit verslag mis, dat zijn gegevens omtrent part-timers of degenen die voor halve dagen werken. Er kan natuurlijk wel een enorme toename van het personeel zijn, maar als blijkt dat er ook veel part timers tussen zitten, zegt een aantal na tuurlijk niet zoveel. Voor mijn gevoel zijn er in onze organisatie volop taken die gedaan kunnen worden door iemand die voor halve dagen werkt. Dit kon ook best eens een gunstige invloed hebben op het ziekteverzuim, want dat is bij de gehuwde vrouwen bijna de helft groter dan bij de ongehuwde vrouwen. Als ik rekening houd met ontslag wegens hu welijk of zwangerschap dan blijkt dat er toch nog meer vrouwen het afgelopen jaar ontslag hebben genomen dan man nen. Zou ik hieruit mogen concluderen dat vrouwen eerder ontslag nemen dan mannen of dat ze ook graag weer eens

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1977 | | pagina 12