Opleiders stimuleren
tot meedenken
Arts
ook naar onderzoek
jongste bediende
Beter samenspel
door aangepast overleg
11
•X* W
Het verschijnen van
een verslag over de
sociale ontwikkelin
gen die zich het
voorbije jaar afspeel
den aan het front van
de plaatselijke Rabo-
banken, is zo'n gelegenheid waarbij de
schijnwerper nadrukkelijk gericht wordt
op een aantal 'toeleveringsbedrijven'
binnen de Centrale Rabobank, üp mij
heeft vooral de problematiek indruk ge
maakt waarmee het directoraat Oplei
dingen zich ziet geconfronteerd. Steeds
duidelijker wordt onder andere de wens
van de medewerkers om ook bij de gang
van zaken betrokken te worden. Wel
licht zal dit een belangrijke invloed heb
ben gehad bij het besluit de opleidings
activiteiten bij de lokale banken zelf te
stimuleren. Daarnaast is er vraag ont
staan naar activiteiten waarbij het
zwaartepunt voor de begeleiding niet
ligt bij het overbrengen van technische
kennis, maar waarbij het gaat om de
mentale instelling van de personen die
belast zijn met de uitvoering van de op
leidingsprogramma's op de plaatselijke
banken.
De positieve inbreng die verbonden is
aan het meedenken door de personeels
leden hangt vooral af van de communi
catie in het bedrijf. Het gaat daarbij niet
om het uitvoeren van wensen van lei
dinggevenden, maar om het bundelen
van de kennis waarbij uiteindelijk geza
menlijk een genomen beslissing aan
vaard wordt en door alle afdelingen
meegewerkt wordt aan de uitvoering en
het welslagen ervan. Hierbij worden aan
alle betrokkenen vooral zware eisen ge
steld op het gebied van communicatie
technieken en het vermogen zich te ver
plaatsen in andermans gedachtengang.
Gelijk hebben en gelijk krijgen kunnen
dan struikelpunten worden. Als ideeën
van de bank de overige personeelsleden
onvoldoende aanspreken dan zullen bij
de realisatie van de plannen slechts in
beperkte mate de beoogde resultaten
kunnen worden behaald.
Zoals uit de statistische gegevens blijkt,
gelden de aard van de werkzaamheden
en promotiemogelijkheden elders als
belangrijke motieven een baan op te
zeggen. Ook vallen de hoge ziekteper
centages bij de leeftijdsgroepen van 51
jaar en ouder op. In betrekkelijk kleine
bedrijven, waar veelal de communicatie
onderling eenvoudiger verloopt en men
een beter inzicht heeft in de onderlinge
verantwoordelijkheid, zijn deze percen
tages over het algemeen lager.
De toenemende ingewikkeldheid van de
organisatie als gevolg van de groei van
de banken eist steeds meer aandacht
van alle betrokkenen en vooral van de
leidinggevenden voor de benodigde
overlegstructuren vooral binnen de loka
le bank. Ook bij elke cursus, voor elk ni
veau, waarbij Opleidingen is betrokken
dient in toenemende mate zorg aan de
overlegstructuren binnen de bank te
worden besteed.
A. van Akooy,
Rabobank Nijmegen
•cti
Bij de bedrijf stop van
de Rabobankorgani-
satie berust onder
meer de verantwoor
delijkheid te waken
over de gezondheid
van haar
employé(e)s. Een van de activiteiten die
daaruit voortvloeien betrof het 'Perio
diek Medisch Onderzoek aangesloten
banken', kortweg PMO genoemd.
De doelstelling werd ais volgt geformu
leerd: Door middel van een periodiek
medisch onderzoek moest getracht wor
den een inzicht te verkrijgen in de licha
melijke en geestelijke gezondheidstoe
stand van de deelnemer. Eventuele on
bekende lichamelijke afwijkingen moes
ten aan het licht worden gebracht, en
spanningssituaties moesten worden ge
lokaliseerd.
Behalve stress-verwekkende toestanden
ging de aandacht ook uit naar andere
factoren die het risico voor hart- en
vaataandoeningen verhoogden. De
voornaamste boosdoeners zijn inmid
dels voldoende bekend: verkeerde eet
gewoonten, gebrek aan lichaamsbewe
ging, tekort aan ontspanning, overmatig
roken, familiaire belasting en hoge
bloeddruk. Het onderzoek moest zo effi
ciënt mogelijk worden uitgevoerd zodat
er voor kandidaten niet al teveel tijd
mee gemoeid zou zijn. Uitvoering en
organisatie dienden zodanig te zijn dat
de geheimhouding van de verkregen ge
gevens voor honderd procent werd ge
garandeerd.
In 1971 werd een voorzichtig begin ge
maakt met het onderzoek van directeu
ren ouder dan 55 jaar. in de jaren daarna
werden ook andere staffunctionarissen
uitgenodigd aan het onderzoek deel te
nemen. De behaalde resultaten van de
laatste jaren zijn van dien aard dat het
zeker zinvol is het PMO te continueren.
Bij menigeen werd een sluimerende af
wijking gevonden die kon worden ge
corrigeerd. Veie malen konden span
ningsvelden worden opgespoord en
dankzij de voortreffelijke samenwerking
met functionarissen van het directoraat
Personeel aangesloten banken worden
geëlimineerd. Uiteindelijk echter zal ge
streefd moeten worden naar een nog
verdere uitbreiding van het onderzoek-
bestand zodat in de toekomst de ge
zondheidsbewaking zich zal uitstrekken
over alle medewerkers van directeur tot
jongste bediende.
J. Bessems,
hoofd Bedrijfsgezondheidsdienst
Een van de onder
werpen die in het
jaaroverzicht sociale
ontwikkelingen bij
Rabobanken aan de
orde komt is 'Over
legvormen'.
Hieruit blijkt direct al dat er meerdere
mogelijkheden zijn om tot overleg te ko
men binnen onze Rabobankorganisatie.
In het kader van een sociaal beleid is
overleg zeer belangrijk. Immers er wordt
direct of indirect over mensen gespro
ken. Ook de VPR tracht door een goed
overleg tussen diverse partijen de belan
gen van alle medewerkers(sters) te be
hartigen. Daartoe vinden er veel contac
ten plaats tussen de VPR. Vereniging
van Directeuren en Centrale Bank.
Al die contacten hebben ten doel alle
mensen optimaal te laten functioneren
binnen onze organisatie.
Een belangrijk overlegorgaan binnen
onze organisatie is de Adviescommissie
Sociaal Beleid Rabobanken (ASBR).
Hier worden de voorstellen voor de pri
maire en secundaire arbeidsvoorwaar
den besproken. Onderwerpen die er
reeds behandeld zijn worden in het
overzicht genoemd. Vele daarvan zijn
zeer belangrijk. Ze vragen om veel stu
die, zoals b.v. functieclassificatie, aanbe
velingen Sociaal Beleid bij de Raboban
ken.
(Het zou goed zijn als vele medewerkers
deze aanbevelingen eens kritisch door
lazen. Immers het gaat over het sociale
beleid van ons allen in de toekomst.)
Ook de VPR heeft diverse onderwerpen
aanhangig gemaakt. Het is prettig om
dan te ervaren, dat er geluisterd wordt.
Immers door naar elkaar te luisteren,
bouw je een goede samenwerking op.
Dit goede samenspel tussen alle partijen
moet resultaten opleveren. De leden van
de VPR zijn ervan overtuigd dat het dat
ook zal doen.
Toch ook een enkele kritische kantteke
ning. Zoals de naam reeds zegt is de ge
noemde commissie een adviescommis
sie. De commissie geeft adviezen aan de
Raad van Beheer. De uiteindelijke be
slissing wordt dus elders genomen. Als
het over zulke belangrijke zaken gaat,
dan wil ook een VPR graag verantwoor
delijkheid meedragen.
Daarom ben ik voor veelvuldig consulte
ren zoals in de eerste alinea staat na het
hoofd 'Overlegvormen', maar ook voor
laten meebeslissen door alle belangheb
benden, dus ook de VPR. Daarom was
het misschien beter dat er binnen de
ASBR bindende afspraken gemaakt kon
den worden, zodat ook de commissie de
verantwoordelijkheid draagt voor de
door haar genomen beslissingen. Dan
kan misschien ook tegemoet gekomen
worden aan mijn tweede kritische kant
tekening, nl. dat er tussen het uitge
brachte advies en de uitvoering zo'n
grote tijdsduur te constateren valt. Vele