Onzekerheid en vrëes rond brandende kwestie JRH Veertien vragen over functieclassificatie leder van ons zal er deze maanden wel even tussenuit gaan. Je werk komt weldadig een poosje op de achter grond en als je al werkt is er zo zomers toch vaak zo'n prettige sfeer van ver wachting of van frisse herinnering, al naar gelang je 'nog gaat' of 'al ge weest' bent. Het hoort er bij en is ge zond, voor onszelf en voor ons werk. In zo'n stemming valt het wel erg droog, als ik zeg, dat ook zo'n vakan tiemogelijkheid een resultaat is van het denken rond het sociaal beleid, zo als zich dat in deze eeuw heeft ontwik keld. Al zullen we misschien voor dat denken in deze zomermaanden niet al te warm lopen, laten we het toch niet helemaal vergeten. In onze organisatie is het immers voortdurend aan de gang. Een mooi bewijs daarvoor is het eerste 'Overzicht Sociale Ontwikkelingen Ra- bobanken'. Ik heb net het ontwerp daarvan gezien, maar reken er op, dat als deze regels gedrukt zijn, het al op grote schaal onder de medewerkers van de banken is verspreid of althans binnenkort verspreid zal worden. Je kunt er in lezen wat er in ons soci aal beleid gebeurt en belangrijker mis schien, wat we met dat sociale beleid op het oog hebben. Ondertussen kent het stuk zijn beperkingen: het is uit drukkelijk geen 'sociaal jaarverslag'. In onze organisatie kunnen we namelijk moeilijk spreken van 'het' sociale be leid, want iedere bank voert zijn eigen beleid. Het woord 'overzicht' drukt dan ook goed het karakter van het stuk uit. Als zodanig brengt het iets nieuws en is deze eerste stap m.i. goed geslaagd. We vinden er veel informatie en gege vens in (wie weet b.v. dat voor f 79 miljoen personeelshypotheken aan mannen en voor f 22 miljoen aan vrou wen werden verstrekt?). Maar we zien ook het sociaal gemeenschappelijke in onze organisatie en krijgen een inzicht in de overlegvormen op dit terrein. In onze jongste redactieraadsvergade ring, nog vóór we het stuk of het con cept daarvan gezien hadden, hebben we besloten een paar mensen uit onze lezerskring te vragen eens iets over dit Overzicht te schrijven. Hopelijk lukt dit (vakantietijdOmdat in het voor woord van het Overzicht toch al om 'ideeën en kritiek' van de medewerkers gevraagd wordt, zou het mooi zijn als ook ons blad een duit in het zakje kon doen. Zo'n stuk, dat een loffelijke eer ste aanzet geeft tot communicatie over wat er in een jaar op sociaal ge bied door de organisatie heen gebeurt, verdient dat zeker. Je zou er zelfs even je vakantiegedachten voor opzij moe ten zetten Het woord functieclassificatie ligt deze maanden vooraan op vele lippen binnen menig Rabobank-kantoor. Heel wat is er - onder andere via Raboband - ook al geschreven over de brandende kwestie. Het voor iedere functie afzonderlijk vast stellen van haar zwaarte is een omvang rijk project met consequenties van zulk een karakter dat iedereen het belang er van beseft. Nadat in eerste instantie bij zes banken op proef een inventarisa- tie-naar-zwaarte van de verschillende functies haar beslag kreeg, kwamen in een later stadium nog eens 29 banken aan bod. Het betekent dat altijd nog zo'n 16 000 medewerk(st)ers resteren die niet precies weten wat hen te wachten staat. Ondanks alle voorafgaande publiciteit. Links en rechts bespeurde Raboband duidelijk een bepaalde onzeker heid en vrees. Zou er dan toch nog meer of andere informatie gewenst zijn? De redactie zocht een antwoord door zich de vraag te stellen: wat gebeurt er indien je een personeelslid dat die hele functieclassificatie nog slechts kent van 'horen-zeggen', laat praten met een col lega die de hele procedure wel al heeft meegemaakt? Het leidde tot dit verhel derende vraag- en antwoordspel tussen Ilse de Baay (receptioniste-reismede- werkster bij de Rabobank te Zutphen) en Margriet den Blijker, voor halve dagen in een administratieve baan betrokken bij de Rabobank te Gouda. Ilse: Wat voor reacties volgden er op het bericht dat er functieclassificatie toegepast ging worden? Margriet: Dat lag verschillend. Som migen waren er wel een beetje bang voor. Zo'n verandering die er zou komen, men zag het hier en daar echt als een be dreiging. Qua salariëring dan. Is de ma nier waarop het nu gaat, dan opeens niet langer goed? Meer van zulk soort vra gen. Maar van tevoren krijg je de nodige informatie. Ilse: Jij hebt het nu zelf meegemaakt. Hoe gaat zoiets in z'n werk? Margriet: Er komen van de Centrale Bank twee mensen die dagelijks in dat werk zitten. Van hen krijg je echt vol doende informatie. Als zij de zaken uit leggen kun je er wel vrede mee hebben. Je krijgt ook een beter beeld van wat de bedoeling is. Beslist, ze draaien er geen doekjes om; geen enkele vraag gaan ze uit de weg. Aan het slot van zo'n infor matiebijeenkomst worden takenlijsten rondgedeeld. Ilse: Wat is daar de bedoeling van? Margriet: Zo'n formulier dat je dan krijgt voorgelegd is bedoeld om precies op te schrijven watje doet. Alle mogelijke ta ken staan vermeld. Je hoeft maar aan te strepen: Telt u geld? Gebruikt u een ty pemachine? Als je dat hele spul dan op je gemak hebt ingevuld - je kunt er rus tig een week of zo de tijd voor nemen - stap je ermee naar je chef of iemand die daar weer boven staan en je loopt met z'n tweeën alles na. Ilse: Speeltje opleiding ook een rol bij het invullen? Margriet: De diploma's op zichzelf staan er helemaal buiten. Je hoeft alleen maar heel nauwkeurig jouw pakket van taken te vermelden. Wel weten de insiders na tuurlijk hoeveel kennis de verschillende functies vergen. Ilse: Stel, datje een functie uitoefent en je hebt de eigenlijk noodzakelijke diploma's niet. Margriet: Wat ik begrepen heb, maakt

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1977 | | pagina 3