Kaderkwekerij opent poorten Pittige toelatingseisen voor kandidaat-stafleden 22 Het assortiment opleidingsmogelijkhe den binnen de Rabobankorganisatie is in zijn samenstelling rijk aan variatie. Vrij wel iedere liefhebber zal in het cursus boeket moeiteloos een paar favoriete bloemsoorten kunnen aantreffen. Assu rantiemedewerkers, kredietverleners, reisspecialisten - ze komen bij zulk een weelderige ruiker allemaal aan hun trek ken. Voor personeel met leidinggevende functies zijn er de kadercursussen en zo zou men desgewenst met gemak nog wel een poos door kunnen gaan. Toch zijn insiders binnen het directoraat Opleidingen samen met de bestaande Technische Overlegcommissie op dit ge bied al geruime tijd geleden tot de slot som gekomen dat er voor de kweek van een nieuw opleidingsbloemetje nog min stens een terrein braak ligt: het gebied waar zich de toekomstig leidinggeven den ophouden. Eenmaal gekomen tot dat inzicht was het hoofdzakelijk nog een kwestie van tijd eer ook hier voorzienin gen werden getroffen. Om nog even te blijven spreken in bloemistentermen: het directoraat Opleidingen begint binnen kort een eigentijdse kaderkwekerij, in de wandeling 'Opleiding toekomstig leiding gevenden' geheten en als zodanig onge twijfeld zeer snel behalve een bekende klank ook een ingeburgerd begrip bij de plaatselijke Rabobanken. 'VA' Maar de al sinds jaar en dag bestaande opleiding staffunctionarissen dan? Het ligt voor de hand dat dergelijke vragen ogenblikkelijk rijzen bij de mensen die ooit op de een of andere wijze kennis hebben gemaakt met deze gevestigde leerschool voor kaderpersoneel. Oplei dingsfunctionarissen die nauw betrokken zijn geweest bij de wordingsgeschiede nis van de nieuwe cursus-tak haasten zich te verklaren dat het nieuwe project inderdaad geen totaal nieuwe conceptie is, maar dat er wel een paar kardinale verschilpunten zijn met het tot nu toe gehanteerde systeem. In zekere zin is de opleiding toekomstig leidinggevenden een op nieuwe leest geschoeide en hier en daar aangepaste voortzetting van de traditionele training van staffunctionaris sen. De ervaringen uit het verleden heb ben geleerd dat men toen hoofdzakelijk te maken kreeg met gegadigden van bui tenaf. Een van de projectbegeleiders zegt: 'De toeloop uit de eigen gelederen was erg gering, wel begrijpelijk ook. Zo'n cursus van twee jaar was toch een wat onbestendig iets. Een (goedbetaalde) vaste baan verruil je niet zo gemakkelijk tegen een studie-contract en een studie loontje. Daar stond tegenover dat de mensen die je kreeg uit de eigen organi satie ook donders goed wisten wat ze begonnen en derhalve hoogst gemoti veerd waren.' Bij de gemoderniseerde versie van de opleiding staffunctionarissen heeft men heel nadrukkelijk en uitsluitend kandida ten uit de eigen gelederen op het oog. Als een van de voornaamste pluspunten daarvan geldt de inbreng van behoorlijk wat bedrijfservaring. Men weet dat men te maken krijgt met cursisten die over allerhande aangelegenheden kunnen meepraten vanuit een stuk praktijk. Het betekent dat er minder tijd gemoeid hoeft te zijn met het vervullen van stages om cursisten vertrouwd te maken met de werkpraktijk. Uit diverse informaties is bekend dat er binnen de organisatie volop personeels leden rondlopen met een brede prakti sche ervaring die ze hebben opgedaan door harmonisch te groeien in hun uit eenlopende functies. Via zo'n achter grond heeft iedere cursist al kunnen to nen wat hij waard is. Dat men zich richt op reeds aanwezige medewerkers resul teert eveneens in een selectie die een grotere betrouwbaarheid vertoont. In de thans gehanteerde formule komt het nogal eens voor dat eenmaal geplaatste kandidaten van buitenaf bij nader inzien toch weinig heil zien in een carrière op bankgebied. Dat risico wordt aanmerke lijk verkleind wanneer men bij het uitkij ken naar gegadigden zich richt op perso nen die al gelegenheid te over hebben gehad om de werksfeer te proeven. Het neemt overigens niet weg dat ook in de toekomst de Rabobankorganisatie haar pogingen blijft voortzetten ook van bui tenaf capabele mensen aan te trekken en in opleiding te nemen voor staffuncties bij plaatselijke banken. De nieuwe opzet wordt met name als doelmatiger gezien doordat ze heel nadrukkelijk kansen creëert voor reeds aanwezige krachten binnen de organisatie zelf. Onlangs is er in een uitvoerige brief aan alle plaatselijke banken een uiteenzet ting gegeven over aard en opzet van de opleiding toekomstig leidinggevenden. Tevens werd aan directeuren de onont beerlijke medewerking gevraagd bij het afvaardigen van geschikte kandidaten uit de kring van hun personeel. De aandach tige lezer van dat schrijven zal daarbij een tweede essentieel verschil hebben geconstateerd met de opleiding-ou- de-stijl. De toelatingseisen zijn zodanig

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1977 | | pagina 28