Een spannend gebied inspireert Ton Kilsdonk Peelpuisten Uitkomst Elk misverstand is uitgesloten na een eerste kennismaking. Ton Kilsdonk komt uit Nijmegen, maar in de Peel voelt hij zich thuis. Stapels tekeningen, grafisch werk en monotypes spreken duidelijke taal. Grillige stronken, halfvergane boomresten bezitten in hun natuurlijke schoonheid van vorm een aantrekkings kracht waar hij niet op uitgekeken raakt. Zoals ook het landschap waaruit ze tevoorschijn worden gebaggerd hem on weerstaanbaar trekken blijft. Vanuit het atelier in Liessel ligt het bin nen handbereik, weergaloos en adembe nemend, natuur in haar allerprimitiefste oervorm. Op de grens van Brabant en Limburg bevinden zich de laatste, ook alweer bedreigde restanten van het moerassige gebied waarvoor onze voor ouders eeuwenlang zulk een heilig ont zag kenden. Gemeden om z'n ontoegan kelijkheid, gevreesd om z'n verraderlijke karakter. Het veen inspireerde tot volkse griezelverhalen over geheimzinnige stemmen, moergrobben, dwaallichten en verdoolde reizigers die een ellendige ver drinkingsdood stierven. In pikzwarte poelen huisden de vreselijkste monsters. Ton Kilsdonk leidt een korte excursie. Hoewel het een rondleiding zonder veel woorden wordt, illustreert ze sterk wat de Peel voor hem te betekenen heeft en waarom ze hem niet loslaat. In herfst en winter vooral is de Peel op haar best. Een onafzienbare vlakte die sterk tot de verbeelding spreekt. Een zee van taai gelig gras, afgewisseld door berken en elzen. Kaarsrechte vaarten en kanalen - in voorbije dagen gebruikt voor het ver voer van turf- doorsnijden op een enkel punt de ruige wildernis. De bodem is drassig. Graspollen en houtstronken houden moeizaam het hoofd boven water in de boordevolle turfgaten. Er hangt een zekere dreiging, iets onheil spellends. Toch is die troosteloosheid slechts schijn, beklemtoont Ton Kilsdonk. Wan delend en zwervend door dit decor is er niet veel voor nodig zijn fantasie op gang te brengen. 'Het zijn voornamelijk de vor men van brokken hout, peelpuisten en andere details uit de woeste totaliteit waar door mij veelvuldig gebruik van wordt gemaakt. Als je er naar kijkt die lijnvoering ongelooflijk goed doordacht lijkt het allemaal. Terwijl dat alles toch zo natuurlijk is als maar zijn kan. Er kwam geen mensenhand aan te pas. Los hiervan, er gaat een onnoe melijke rust uit van heel die Peel. Een fantastische streek. Je waant je on gemerkt een paar eeuwen terug, toen ongeveer heel Brabant er zo weerbarstig uitzag. Een schitterende gewaarwording, nu wij steeds meer van de natuur ver vreemden en de meeste landschappen aangetast zijn. Vrijwel niets van onze bodem is nog origineel. In deze om geving ronddwalend, nou dan voel je je rijk hoor. De Peel, ja dat is nog echt een spannend gebied zeggen de kinderen. Daar is veel mee gezegd, alles eigenlijk.' De natuurmens Ton Kilsdonk wiens werk vertegenwoordigd was op een groeps tentoonstelling van kunstenaars uit Peel- land hield aan die manifestatie een ver zoek over ter verfraaiing van het interieur in de nieuwe Venrayse Rabobankvesti- ging. Personeelsleden, architect en aan nemer zouden aanvankelijk ieder afzon derlijk een steentje bijdragen maar bij nader inzien rees de vraag of de drie pro- dukten van zulke afzonderlijke acties niet beter tot een geheel gecombineerd kon den worden. De beraadslagingen mond den uit in het plan tot de vervaardiging van een kunstwerk voor de bedrijfskanti ne. De keus viel juist op deze ruimte aan gezien ze regelmatig door de hele bank- bevolking wordt benut en men er daar dus het meeste plezier aan zou kunnen beleven. Het werd een verre van gemak kelijke opgave voor Ton Kilsdonk. In de stilte van zijn Liesselse werkkamer zat hij uren te broeden op bruikbare thema's voor de Venrayse opdracht. Intuïtief liet hij voor dit project de natuur, zijn da gelijkse inspiratiebron, eens voor wat ze was. De speurtocht naar andere oplos singen kostte hem echter nachtelijke uren bij de vleet. Totdat ten slotte Van Dale's woorden boek der Nederlandse taal uitkomst bood. In de veronderstelling dat het begrip 'geld' nauwelijks een rol van bete kenis zou spelen in het Nederlandse taal gebruik ontdekte hij tot zijn aangename verrassing dat het wemelt van de uit drukkingen en gezegdes waarin het woord geld centraal staat. Fragmenten van de teksten die waren bijeengebracht onder het trefwoord 'geld' dienden aan sluitend als basis voor een drietal batik panelen waarop ook voor het overige geldstukken een sleutelrol vervulden. Handenvol guldens, dubbeltjes en kwart jes werden op twee van de panelen vol gens een ogenschijnlijk vrij chaotisch patroon verspreid over de totale compo sitie waarin verder twee mensenfiguur tjes verdwaald leken. Op het resterende middenpaneel daaren tegen verbeeldde Ton Kilsdonk een muntcirculatie zoals die zich volgens zijn ideaalbeeld zou moeten voltrekken. Ook de figuurtjes van man en vrouw als sym bool voor de maatschappij kregen dit maal een duidelijke geïntegreerde plaats binnen het totaal van de voorstelling. Keurig netjes met vermelding van de bron (pag.757 uit Van Dale Groot-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1977 | | pagina 4