Na de rumoerige weken van februari
en maart hebben we gelukkig weer
rust op het loonfront. Ik laat nu maar
helemaal in het midden in hoeverre we
gelukkig moeten zijn met de vertoonde
onderhandelingstactieken en ook of
het bereikte resultaat aan de objectie
ve wenselijkheid beantwoordt.
In onze redactieraadsvergadering
van midden maart hadden we de in
druk, dat men zich er op onze banken
niet erg druk over heeft gemaakt.
Komt dat omdat het personeel (nog)
niet onder de cao-regeling valt? Dat
heeft misschien wel meegespeeld,
maar anderzijds is het toch ook zo, dat
onze lonen en arbeidsvoorwaarden
zich met de cao-regeling plegen mee te
bewegen. In ieder geval lijkt het onder
ons geen brandende kwestie geweest
te zijn, want anders hadden we toch
wel enige reactie van onze lezers
mogen verwachten.
Zou dat soms verband houden met de I
coöperatieve aard van onze banken?
Die hebben in vergelijking met andere
bedrijven immers wel iets bijzonders.
Want ze missen de tegenstelling kapi
taal en arbeid, daar ze geen aandeel
houders kennen. Ik weet heus wel, dat
die tegenstelling tegenwoordig niet
rauw meer is en dat er geslaagde
pogingen zijn gedaan hem te overbrug
gen, maar als er eenmaal een conflict
is, komt hij toch soms weer aardig
scherp naar voren. Daar hebben we in
onze kring gelukkig geen last van om
dat wij die tegenstelling eenvoudig
nooit hebben gekend. Want voor wie
werkt eigenlijk een coöperatieve bank?
In ieder geval niet voor één eigenaar of
een groepje mensen, die er hun geld in
gestoken hebben. Voor haar zelf dan?
Ja, dat lijkt er wat op, maar dan in die
zin, dat ze voor haar eigen voortbe
staan moet zorgen, enkel omdat ze
alleen dan de belangen van haar leden
en cliënten goed kan blijven dienen.
Dat geeft, dunkt mij, ook een bepaalde
kleur aan de positie van het personeel,
de 'mede'-werkers van onze banken.
Echt 'mede'-werken geeft een betrok
kenheid, die boven de formele arbeids
verhoudingen uitstijgt.
Juist daarom ook is een goed Sociaal
Beleid voor ons zo belangrijk. Vorig
jaar is er een uitstekend werkstuk met
aanbevelingen naar de banken
gestuurd.
We hebben er geen enkele brief over
gehad. Ik zelf vind, dat deze materie
eigenlijk ons allemaal erg moest in
teresseren en dat er best een paar
mensen spontaan eens iets over zou
den mogen zeggen in ons blad!
Voor de plaatselijke banken en de Cen
trale Rabobank verschijnt sinds kort een
gecombineerd overzicht van vrije banen
binnen de organisatie. De persen van de
Rabobank-huisdrukkerij in Best produce
ren halverwege iedere week een nieuwe
aflevering in een oplage van ruim 10 000
exemplaren. Met het periodiek is een
langgekoesterde wens in vervulling
gegaan. Van diverse kanten werd in het
verleden herhaaldelijk aangedrongen op
een actueel inzicht in beschikbare func
ties, voor wat betreft de Centrale Bank
alsmede het plaatselijk bankfront. Het
zou een uitgave moeten worden waarbij
een hoge en regelmatige verschijnings
frequentie voorop stond om te voorko
men dat vacatures onnodig lang zouden
blijven openstaan. De presentatie van
'Vacatures Rabobankorganisatie' komt
aan de eerder gehoorde wensen tege
moet.
Aan vacatures bij de Centrale Bank werd
tot nu toe intern uitsluitend ruchtbaar
heid gegeven via het mededelingenblad
Bankrecorder, dat medewerkers van
plaatselijke banken niet onder ogen
kwam.
Los hiervan verscheen in de voormalige
Raiffeisenbankorganisatie en na de fusie
bij alle plaatselijke Raiffeisen- en Boe
renleenbanken, ook al een echt vacatu
reblad. 'Mededelingen inzake vacatures'
luidde de officieel klinkende doopnaam.
De uitgave diende in de eerste plaats als
mogelijkheid voor publikatie van vacatu
res bij plaatselijke banken. Ze bundelde
zowel de vraag naar beheerders van
plaatselijke bijkantoren, afdelingshoof
den, intern controleurs als oproepen aan
belangstellenden voor een directeurs
functie. Algemeen gold als richtlijn voor
plaatsing de veronderstelling dat voor de
vacante betrekking in principe uit diverse
delen van het land interesse zou kunnen
blijken. De initiatiefnemers gingen er van
uit dat voor de behoefte aan kantoorbe
dienden of typistes het eenvoudig vouw
blad niet direct het meest geschikte
medium zou zijn. Er viel niet te verwach
ten dat een oproep vanuit Groningen
voor een dergelijke baan zou leiden tot
gegadigden uit alle windstreken. Meest
al kon er uit de directe omgeving wel een
geschikte kandidaat aangetrokken wor
den. Het periodiek 'Mededelingen inzake
vacatures' bleef zo voornamelijk gericht
op hoger gekwalificeerde functies.
In het vacatureblad-nieuwe-stijl werd de
bestaande filosofie onverkort gehand
haafd: via plaatsing van een interne op
roep kunnen bekwame personeelsleden
in de gelegenheid worden gesteld bin
nen de eigen organisatie een carrière op
te bouwen, als daartoe de mogelijkheid
ontbreekt bij de bank waar zij werken.
Tevens wordt bereikt dat de oproep pre
cies in de kring terechtkomt waar ver
moedelijk de meeste potentiële belang
stellenden gezocht moeten worden. Per
soneelsadvertenties in kranten bereiken
een publiek met een veel grotere ver
scheidenheid waarbij grotendeels het
toeval de kans op succes bepaalt.
In ieder geval publiceren uitsluitend de
plaatselijke banken op jaarbasis al zo'n
600 vacatures in het interne vacature
blad. In de praktijk wordt het ontstaan
ervan meestal kenbaar gemaakt via de
districtskantoren die de functieomschrij
ving doorsturen naar het directoraat Per
soneel Aangesloten Banken. Steeds
vaker gebeurt het na tussenkomst van
personeelsadviseurs. Hun aanstelling is
een ontwikkeling waarmee ruim twee
jaar geleden een begin werd gemaakt.
Voor de 14 districten waarin het werk
gebied van de Rabobanken is verdeeld,
zullen binnen afzienbare tijd 7 van derge
lijke functionarissen operationeel zijn.
Vacatures welke binnen de Centrale
Rabobank ontstaan worden via de eigen
CB-afdeling Personeelszaken geregi
streerd en voor publikatie doorgestuurd
naar het vacatureblad.
Verwacht wordt dat de nieuwe opzet een
wezenlijke verbetering zal bieden wat
betreft de doorstromingsmogelijkheden
voor personeelsleden. Onbekendheid
met de aanwezigheid van toekomst
mogelijkheden binnen de eigen organi
satie heeft in het verleden herhaaldelijk
tot gevolg gehad dat kundige werk
nemers elders een werkkring gingen zoe
ken.
Mr. Jan R. Haverkamp