Stichting
werkzaam
tussen wal
en schip
Collectief
Uitzonderingen
Uitkeringen
De Stichting Hulp Personeel Raboban-
ken geniet stellig geen overmatige
bekendheid in de personeelsrijen van
plaatselijke Rabobanken. Een oriënteren
de vraag naar de aard van de stichting
leidde bij een recente steekproef zelfs
nog tot de wat achterdochtig gestelde
wedervraag: 'Bestaat die dan?' Het ant
woord daarop zou kort en krachtig kun
nen zijn: wis en waarachtig. En een blik
in het onlangs gepubliceerde jaarverslag
zou aansluitend overduidelijk maken dat
de personeelsleden van plaatselijke
Rabobanken er zonder uitzondering zeer
bij betrokken zijn.
Op zich is de heersende onkunde nog
redelijk verklaarbaar. Het werk dat de
stichting verricht gebeurt merendeels in
stilte en onttrekt zich derhalve gemakke
lijk aan onze waarneming. De op ruime
schaal verspreide jaarverslagen vormen
daarbij niet bepaald lectuur waar ieder
een even gretig naar grijpt, terwijl iets
dergelijks geldt voor de taaie kost uit
statuten en reglementen. Voortdurende
veranderingen in het personeelsbestand
maken de kansen voor een algemene
naamsbekendheid er ook al niet groter
op.
Voor Raboband een eersteklas aanlei
ding tot de vervaardiging van een signa
lement van de stichting.
Het telefoonnummer 030-36 26 95
vormt de sleutel tot een openhartig
gesprek met mejuffrouw Lindhout, als
administratrice dagelijks voor de stich
ting in de weer. Zij herinnert aan de start
van het werk, waarvoor we terug moe
ten naar het jaar 1967. In de voormalige
Raiffeisenorganisatie zocht men naar
mogelijkheden tot het collectief afsluiten
van een verzekering tegen ziektekosten
voor al degenen die op grond van hun
inkomen niet (meer) onder het zieken
fonds vielen. De oplossing werd gevon
den in de oprichting van een hulpstich
ting. De voordelen van collectieve voor
waarden boven individuele regelingen
werden op die manier toch gebracht bin
nen het bereik van de individuele perso
neelsleden bij een plaatselijke bank. Ook
stelde de stichting zich ten doel een
handje te helpen indien personeelsleden
van noodsituaties op sociaal vlak te lij
den zouden krijgen.
Vijfjaar geleden bij het samengaan met
de Boerenleenbanken kon de stichting
als een welkome verworvenheid al snel
volop gaan opereren voor de totaliteit
van de Rabobankorganisatie. De moge
lijkheid tot toetreding werd in de kring
van voormalige Boerenleenbanken gretig
benut. Op dit moment hebben nagenoeg
alle Rabobanken hun verzekeringen te
gen ziektekosten ondergebracht bij de
stichting via een collectief contract dat
werd afgesloten met een combinatie van
twee verzekeringsmaatschappijen. Het
contract heeft inmiddels betrekking op
ruim 2900 Rabobankmedewerkers als
mede hun gezinsleden. Ruwweg bete
kent het dat de belangen worden behar
tigd voor zo'n twaalfduizend mensen.
Uit het verslag over haar vierde boekjaar
dat de Stichting Hulp Personeel Rabo
banken begin dit jaar uitbracht wordt
duidelijk dat op nog een ander verzeke
ringsterrein activiteiten worden ont
plooid. Slechts vier Rabobanken uit
gezonderd, neemt de totale organisatie
deel aan een collectieve ongevallen
verzekering ten behoeve van personeels
leden. Ook hier is op naam van de stich
ting een collectief contract afgesloten
met een combinatie van verzekeraars.
De verschuldigde premie voor ieder per
soneelslid wordt door de werkgever
betaald. Hoewel het verschijnsel van de
ongevallenverzekering in het bedrijfs
leven zo langzamerhand vrij algemeen
ingang heeft gevonden, is er nogal eens
aanleiding tot bekvechterijen wanneer
het de vraag betreft in hoeverre bepaal
de ongevallen voortvloeien uit of ver
band hebben met de dienstbetrekking.
Het gaat dan om zulke kwesties als:
'Moet er uitgekeerd worden wanneer
een werknemer 's avonds verongelukt op
een tijdstip dat hij normaal gesproken
reeds lang en breed van kantoor kon zijn
teruggekeerd?'
Om verschoond te blijven van dergelijke
onverkwikkelijke complicaties en touw
trekkerij heeft de stichting gekozen voor
de enige afdoende remedie: een perma
nente dekking van het ongevallenrisico
voor personeelsleden. Mejuffrouw Lind
hout formuleert het aldus: 'Een vieren
twintig-uursdekking, waar ook ter we-