Een boom voor
400 mensen
ten en ook de auto is niet zomaar onscha
delijk gemaakt. Zijn er dan geen betaalbare
maatregelen mogelijk? Dr. Bernatzky, die
lid is van de Duitse Academie voor Steden
bouw: 'Betaalbare en zeer effectieve maat
regelen zou men kunnen nemen door alle
daarvoor beschikbare open ruimten in de
stad te veranderen in plantsoenen, groen
stroken, tuinen en waar mogelijk heesters
en bomen te planten. Want méér groen
betekent niet alleen een fraaier stadsbeeld,
maar ook (en vooral): meer zonnestraling,
minder uitdroging, een betere temperatuur
en bovenal een veel gezondere lucht om in
te ademen.'
Groen in de grote stad is van het grootste
belang, als koelmiddel, als stofzuiger en als
zuurstofleverancier. Daardoor komen er in
het stadspark 5 a 6 maal minder stofdeel
tjes in de lucht voor dan in de binnenstad.
Daardoor heeft een laan met bomen 3 a 4
maal minder luchtverontreiniging dan een
'ontgroende' straat.
Algemeen bekend is, dat al onze broodno-
dige zuurstof afkomstig is van het aardse
groen. Zonder dat zouden we onherroepe
lijk stikken. Maar dan moet er ook in dicht
bebouwde wooncentra voldoende groen
zijn. Want - aldus dr. Bernatzky - een
gazon van 150 vierkante meter levert in 12
uur tijd al 1,8 kg zuurstof, voldoende voor
een heel gezin. En een vrijstaande, 100 jaar
oude beuk met een kruindoorsnee van 15
meter produceert niet minder dan 1,7 kg
zuurstof per uur en neemt dan 2,35 kg
koolzuur op. De koolstof die in de stam van
zo'n boom is vastgelegd, is afkomstig van
40 miljoen kubieke meter lucht (inhoud
van 80.000 woningen). De zuurstof die
zo'n boomkolos levert, is voldoende om er
400 mensen van te laten leven Groen in
de stad is dus niet alleen maar een zaak van
stedeschoon. Het is een zaak van levens
belang geworden. Een stad zonder groen is
ten dode opgeschreven.
Er is wél vastgelegd, dat een gevangene
minstens 8 m2 celruimte moet hebben
(Richtlijnen UNO, 1955) en ook dat er
voor elke overledene een ruimte van 3,5 m2
op het kerkhof beschikbaar moet zijn om
hem te begraven. Maar voor het noodzake
lijke stadsgroen, dat de mens in leven moet
houden, is niets in normen vastgelegd. We
zijn al zo wijs geworaen. aat we mei meer
onnodig bomen gaan rooien, maar de kleur
groen komt in de steden veel te weinig
voor. Terwijl er toch plaatsen genoeg zijn
waar bomen kunnen staan. Terwijl er toch
heel wat hoekjes en hoeken braak liggen,
die grasveldjes zouden kunnen worden.
Reeds een groenoppervlak van 50 x 100
meter kan op een warme, windstille zomer
dag de temperatuur ter plaatse 3 a 3,5 gra
den doen dalen.
'Uw kabouters hadden gelijk,' zegt dr. Ber
natzky, 'groen is van levensbelang voor de
mens, vooral voor de grote-stadsmens, en
zeker voor degenen die geen kans hebben
om die stad regelmatig te verlaten en eens
wat gezonde lucht in te ademen.'
Onze steden mogen niet langer ontgroend
worden. Vele gemeenten doen hun best te
behouden wat ze hebben. Maar aan de aan
leg van nieuw groen wordt nog te weinig
gedaan. 'Omdat,' zegt dr. Bernatzky, 'de
stadsbestuurders, zoals overal, hier nog te
weinig oog voor hebben. Het zal inderdaad
hun tijd wel duren. Maar we hebben ook
nog een nageslacht
Luchtopname KLMAerocarto