13 Carlos wijst op de vlassersschool aan de rand van het dorp. Haar oorspronkelijke bestemming verloor ze jaren geleden al. De vroegere 'vlasmeester' geeft nu han- denarbeidles in Terneuzen. Een teken aan de wand. Het vlas heeft z'n glorietijd duidelijk gehad, hoewel de schoorstenen van de roterijen op menig punt nog wel het landschap domineren. Piet van Looy op Steen is nog een van de 15 vlassers die glansrijk de sanering als gevolg van oprukkende kunstvezels in de textiel industrie doorstonden. Jaarlijks huurt hij ruim 80 ha grond voor de verbouw van vlas. Kort voor de blauwe of witte bloempjes zichtbaar worden en on geveer 2,5 maanden na de inzaai van het gewas, breekt voor het vlas een periode heb je bijvoorbeeld zulke dorpen waar de mensen op straat voor hun huizen graag wat mochten zomeren. Er zitten mooie veteranen, ginds. Mannen die zonder on gelukken gemakkelijk honderd worden. Een sterk volk ja, vooral Heikant. Mara thon-atleten als Piet Vonck stammen er vandaan. Wist je trouwens dat de grote Verschuere, de vroegere wereldkampi oen achter zware motoren er een is van het durp? Een zoon van de melkboer op Steen, jazeker. En de grootvader van onze kantoorhouder te Koewacht is met zijn 97 jaar nog altijd in het bezit van een rijbewijs. De oudste actieve ANWB-man in ons land, dat mag weieens gezegd zijn. Op dus naar Carlos de Waele wiens kogelwerende balie duidelijk zichtbaar het opschrift 'Geld alleen is ook niet alles' voert. Een ferme handdruk ter begroeting van het meisje op kantoor. 'Dag Piet.' Van laag tot hoog, overal het zelfde liedje. Geen vormelijkheid. Een karpet op het zeil geeft de kantoorruimte iets huiselijks. aan waarin het wel een centimeter of vijf groeit per dag. Het is dan eind mei, ruim een maand voordat de plukmachines in actie kunnen komen. Is de oogst (7500 kilo per ha) goed en wel binnengehaald ('gemend' zegt Piet van Looy) dan breekt de tijd aan van het 'repelen.' De vlas stengels worden van het zaad ontdaan en kunnen daarna desgewenst naar de roterij. Ze worden met duizenden kilo's in hermetisch afsluitbare putten gesta peld, waarna er vijf dagen lang water wordt toegevoegd van een steeds'stij gende temperatuur. Piet van Looy geeft aan wat er gebeurt met een put van 4000 kg vlas. Je begint water toe te voeren van circa 28 graden. Na 5 dagen zit je op 32 gra den. Zo'n put heeft dan 80 000 liter water gehad; de hoeveelheid vlas weegt viermaal zo veel en je bent duizend gul den stook- en loonkosten kwijt.' Het pro ces waarbij de nodige stank vrij komt heeft ten doel om - eenmaal uit de rote rij - het weer gedroogde vlas te kunnen 'zwingelen.' Dan pas laten de vezels soe pel los en kunnen ze in turbines van de harde kern in iedere vlasstengel geschei den worden. Het kostbare vlaslint (circa 1000 kg per ha) evenals de lokken of klodden (korte vezels) vinden via op kopers hun weg naar Kortrijk en gaan vandaar naar de spin- en weefinrichtin- gen. Over een afvalprodukt als de sche ven of lemen ontfermen de fabrikanten van meubelplaat zich. Het is de nuch- ter-zakelijke actualiteit van het vlas. Aan nostalgische verhalen over de glorietijd is hier evenmin gebrek. We nemen ze voor kennisgeving aan en besluiten tot een bliksembezoek aan Dorus Melchers. Deze zoon van de plaatselijke huisarts drijft even buiten Koewacht een aanzien lijke fokkerij van nertsen en vossen, leder negentig gulden per stuk; vrouwtjes brengen zestig gulden op. Aan de looier ben je 700 gulden kwijt en de bontwer ker vraagt 2000 gulden. Het is liederlijk veel geld alles bijeen, maar dan heb je wel het mooiste van het mooiste.' Vanuit het wild (Canada, Alaska, Siberië) werd circa veertig jaar geleden de nerts gemaakt tot vellenproducent. Dorus Melchers heeft er geen seconde hartzeer van als hij ziet hoe de wandelende bont jasjes rusteloos heen en weer lopen in afwachting van hun dood. 'Er is geen verschil met het houden van koeien en kippen. Nertsen zijn er volop, en het dier zal nooit uitsterven ook. Bovendien, hun dood is uiterst humaan.' In een aparte af deling op de farm huizen vossen, angstig jaar omstreeks april zorgen de 1800 nert senvrouwtjes voor een ware geboorte golf. In februari krijgen ze een gelegen heidspartner toebedeeld door de farmer die daarbij keus heeft uit 350 reuen. De statistieken geven 2 a 4 jongen aan per worp. Bij de geboorte hebben ze de grootte van een sigarettefilter. Vier weken later bijten ze een volwassene met gemak een vinger af en is hun gewicht vertienvoudigd. Zodra het geluid van de voermachine opklinkt, komt heel de farm in beweging. De dieren weten dat het etenstijd is. Als altijd schaft de pot een mengsel van meel, vis en slacht afval van kippen. In de herfst worden de jonge dieren gepelsd, waarna de bontjes in Londen of Kopenhagen op de veiling komen. Dorus Melchers maakt vlug wat rekensommetjes. 'Voor een jas heb je vijftig vrouwtjes of dertig mannetjes nodig. Mannetjes doen gemiddeld

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1977 | | pagina 13