Langs alle kanten bloeit het verenigings leven. Een eervolle vermelding verdient de handboogschutterij als sport die nog tot de middeleeuwen teruggaat. Onder de schooljeugd vindt ze hier al volop beoefenaren. In de persoon van Andrea Savooy is op Steen zelfs het vrouwvolk present. Trouw vergezelt zij in de zomer maanden haar Gabriël naar nieuwe triomf onder de prangen. Veertjes in diverse kleuren moeten uit het topje van de 30 meter hoge masten gemikt wor den. Alle afgeschoten vogels en kallen worden volgens vaststaande normen gehonoreerd. De bogen met hun pezen van hennep vragen een trekkracht die varieert van 16 tot 45 kilogram. De zwaargewichten geven een pijl z'n groot ste vaart, hetgeen de trefkracht ver hoogt. Maar Gabriël Savooy legt uit dat er ook aardig wat gevoel bij komt kijken. Het blijkt wel uit het jammerlijke falen van de leek die het vriendelijke aanbod voor een paar proefschoten aanneemt. Savooy: 'De goeden letten op de wind en schatten dan hoeveel ze ervoor of erach ter moeten steken voor een treffer. Zelfs bij het opspannen van de glasfiber-boog komt een zekere behendigheid kijken.' Langzamerhand lijkt het moment aan gebroken voor een bezoek aan de plaat selijke Rabobank. Het treft. Iemand is jarig, er wordt getracteerd. Op aandrang van vrouwelijke personeelsleden 'die slank zoeken te blijven' vervangen broodjes kaas het gebruikelijke gebak. In de directiekamer wordt een rouwbrief bezorgd. Piet Smet: 'End van de zeventig nog maar, die man. Een bekend dorpsfiguur. Dat zijn er nu al twee op 14 dagen tijd die uitstappen.' Dan moet er een akte van schuldbekentenis getekend worden. 'Laat maar komen. Het gaat gerust wel tussen de bedrijven door. Zo formeel hoeft dat hier niet.' Tegelijk in formeert de klant nog naar eventuele risico's rond de openbare verkoop van een huis. Piet Smet: 'Mijnen drempel hier is zo hoog als de vloer. Ze komen gemakkelijk af, de mensen. Problemen die voor ons niks betekenen, daar lopen zij soms maanden tegenaan te hikken. Dan help je toch. Vanzelfsprekend. Het is altijd de grondslag nog van onze banken. Daar zijn die dingen voor opgericht toch zeker.' Naderhand zal een klant ongevraagd dat credo nog onderstrepen met de uit spraak: 'Bank en biechtvader zijn bij mij een.' Maar dan de sfeer van dit land. 'Wat moet je ervan zeggen?' vraagt Piet Smet. Hij besluit zich te beperken tot een enkele verduidelijking. 'Een inwoner is hier een spaarbankboekje begonnen met daarin opgenomen de clausule dat op de dag van zijn begrafenis het hele saldo vloeibaar gemaakt moest worden door de bejaarden. Dat iemand zo'n clausule erop laat zetten, hè. Het is tekenend, voel je? Ik zei het toch: een volk vol humor. Uit onze brievenbus werden ook weieens betalingsopdrachten opgediept die waren neergekrabbeld op een stuk hout.' Het verhinderde de Rabobank Sint Jansteen niet uit te groeien tot een balanstotaal van 75 miljoen gulden en een winstcijfer dat schommelt rond een ton of zes. Transacties waarmee Belgi sche valuta zijn gemoeid brengen extra leven in de brouwerij. Salarisbetalingen van en naar België zijn aan de orde van de dag. Zaken bieden aanzienlijke partij en aan. De veelgehoorde vraag 'Wat geefde voor frangen?' leidt in SintJansteen dagelijks tot een nauwgezëtte bestudering van de koerslijsten. Oplettendheid, aldus Piet Smet, is voortdurend geboden aangezien men anders met de (miljoenen) frangen wellicht ook nog een goede klant kwijt zou geraken. Hij verzorgt met zwier een rondleiding om te laten zien hoe Steen met 19 man personeel 5 kantoren 'open houdt'. Het werkgebied ressorteert on der liefst vier verschillende gemeenten. Buiten de plaatsen Clinge, Sint Jansteen, Heikant en Koewacht - keurig op een rij tje neergevlijd langs de grens - is er ergens halverwege een vertakking in noordelijke richting: het werkgebied van de voormalige bank Boschkapelle, rei kend tot praktisch aan de oever van de Westerschelde. De plaats heet nu sinds het ontstaan van de nieuwe gemeente Hontenisse officieel Vogelwaarde, een kunstmatige naam die ze deelt met het vroegere Stoppeldijk waar de Rabobank Kloosterzande kantoor houdt. Om de vertrouwde klank blijft ook Jan Koop- mans spreken over 'Den Bosch', terwijl hij toch hoofd is van de lagere school die Boschkapelle en Stoppeldijk (d.w.z. Vogelwaarde) voor gezamenlijk gebruik realiseerden. De bloemperken op het binnenplein worden door de schooljeugd eigenhandig onderhouden. Koopmans, die na schooltijd al sinds 20 jaar het bankbedrijf uitoefent, liet zijn zesdeklas- sers nog onlangs als werkopdracht uit zoeken hoeveel weekendwoningen het dorp telde. Ze kwamen tot een totaal van veertig. Onder de eigenaars zijn twee maal zoveel Duitsers als Belgen. Heel wat streken er ook neer in de omgeving van Het Eiland, - een ongerept gebied, aan alle kanten omgeven door restanten van de rivierarm die Hulst eeuwen her met de Westerschelde verbond. Direct na de oorlog fungeerde Het Eiland enige tijd als interneringskamp. Het is een peri ode die in de streek met grote zwijg zaamheid omgeven blijft. Nu oefent Bas de Winter het boerenbedrijf uit op 't hof van Het Eiland. Hij komt oorspronkelijk van Zuid-Beveland, 'de overkant'. De streek weet dat je 'een hele man' moet zijn om op dat eiland te boeren. Bas de Winter bracht het eigendom van een familie uit Kortrijk moeizaam in cultuur 'totdat ook het laatste vuilke eruit was.' Zeventig ha bouwland, 40 ha weilanden. De aanwezigheid van 80 ha bos en 50 ha water vergemakkelijken zijn taak er niet op. De problemen van waterbeheersing en wildschade ondervindt deze agrari sche ondernemer aan den lijve. Zijn col lega's 'die met een hoenderke of wat op een hoefke in het zand zaten' hadden in menig opzicht heel wat minder zorgen aan het hoofd. Piet Smet geeft de ver schillen aan tussen de zware polderklei en het bestaan op hoger liggende zand gronden: 'Heikant en Koewacht, daar

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1977 | | pagina 12