10 MWMMBBTIfilil'iiai lllllll III MWIIWWIHlllH——WHWTllll 'Wij'? Veranderd sinds we mee onder Hulst gestoken zijn? Dat is de tel niet. Steen, dat bolt goed. Juust daarom maakt het geen enen niets uit. Er is hier altijd hard geleefd, en het zou teveel zon de zijn om zoiets te laten verloren gaan nu we niet meer op eigen benen staan. Zo'n geval als die herindeling, daar ver schiet ik niet van. Het speelt zo nauw niet voor ons. Geen begin of er komt een eind aan, zeggen wij dan. Maar die het hele plan verzonnen, waren te lomp om te helpen donderen. Vaak genoeg heb ik dat uit horen leggen. Tja ja, een mens komt wat tegen in het leven. De mannen van SintJansteen, ge kunt er niet mee hebben als plezier. Allez, dat meten ze ons aan tenminste. Iemand een baal in zijn nek slaan is het liefste wat ze doen hier. Daar bevinden ze zich formidabel bij. De verhalen vallen me nu net niet zo te binnen, maar we hebben toch toeren beleefd hier aan d'n teug Vooruit, wat drinken jullie op mijn rekening? Mij liever geen pilsje dit keer; nu maar een pint. Nee, niet te danken hoor. Graag gedaan. Proost.' Welke streken er aan de tapkast zijn uit gehaald, en wat men elkaar zoal wijs probeerde te maken? Voorlopig kunnen we er slechts naar gissen. Maar wel doen zulke spontane woordvoerders ver moeden dat het volk van Jansteen even sappig is als de taal die het hanteert. De eerste berichten klonken veelbelo vend. Een land waar peppels en schoor steenpijpen gedijen als paddestoelen in een vochtig herfstbos. We zullen zien, al blijken weldra de gevreesde schoorste nen tamelijk onschuldig van formaat en aard. Ze vormen slechts een vingerwij zing voor de aanwezigheid van weer een vlasbedrijf. Een hele geruststelling. De dag is nog jong wanneer de eerste manspersonen in het vooruitzicht van een hartige druppel hun toevlucht nemen tot het café. Via een trapje is de achterliggende eetgelegenheid bereik baar. Tafels, gedekt met het zuiverste damast. Een spijskaart om van te water tanden. Vooraan staan bij wijze van con trast dan weer vrolijk twee racefietsen op rollen gemonteerd. Als over luttele uren het sportief geweld losbarst, zal de geur van spijs en drank spoedig een dor stig makend geheel vormen met de lijf- lucht van zwetende mannen, aangemoe digd uit schorre kelen. Een gul en gastvrij land, zo werd Zeeuws-Vlaanderen op voorhand ook af geschilderd. Het was geen woord teveel gezegd. De aanwezigheid van België pal aan de achterdeur manifesteert zich op heel wat fronten. Menig huis is naar Belgische trant op getrokken in de bekende oranjekleurige Waalse steen. Het valt de bewoners niet eens meer op, zo min als men erg heeft in het aanhoudend gevraag van sociolo gen die nota bene 'menen dat de grens nog te bewijzen valt, terwijl het alleen een denkbeeldige streep is.' Bij het vele 'geloop heen en weer' zijn het hoogstens verschillen in wetgeving tussen Neder land en België die het van mekaar groei-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1977 | | pagina 10