Nog rust
verkrijgbaar
op Texel
iH
ru
Er begint tekening te komen in de jaar
lijkse inschrijvingsprocedure voor Hoog
Koog, het op Texel gelegen vakantiecen
trum van de Rabobankorganisatie. Van
de aanmeldingen die er tot nu toe binnen
kwamen konden er vast zo'n 230 geho
noreerd worden. In het hoogseizoen met
name overtrof de vraag als gebruikelijk
het beschikbaar aanbod aanzienlijk. Ge
zinnen met schoolgaande kinderen zorg
den voor zo'n grote toeloop dat het lot
beslissen moest.
Het totaaloverzicht van aanvragen tot op
heden toonde aan dat de makers van va
kantieplannen pas na de derde week van
juni massaal op pad denken te gaan.
Vanaf mei tot de derde week van juni na
melijk is er met name wat de 6-persoons
huisjes betreft nog ruimte beschikbaar
op Hoog Koog. Het is een gegeven dat
beheerder Van Bekkum lichtelijk ver
baast, want deze door de wol geverfde
vakantieverzorger weet dat juist het
voorjaar op Texel geknipt is voor de rust-
zoekers onder de vakantiegangers. 'Het
zou kunnen,' veronderstelt hij 'dat gega
digden voor het voorseizoen wat later
dan anders aan informatie en aanmel
ding denken, in de veronderstelling dat
het toch niet stormloopt. Wie niet uit is
op traditionele vakantiegenoegens waar
aan Texel zijn grote jaarlijkse toeristenin
vasie te danken heeft, kan ik het voorjaar
van harte aanbevelen. Veel mensen zijn
er helaas te weinig mee op de hoogte.'
Bij het vakantiecentrum Hoog Koog
(voor nadere bijzonderheden telefonisch
bereikbaar via nummer 02228-404) be
staat ook in algemene zin de indruk dat
nog lang niet iedereen weet heeft van de
vakantiefaciliteiten die er op Texel be
staan voor personeel van de Raboban-
ken en hun gezinnen. De heer Van Bek
kum zag zich nog tijdens het seizoen
1976 geconfronteerd met een beheerder
van een Rabobankkantoor die verbaasd
kwam informeren of de fier wapperende
Rabobankvlag misschien wees op de
aanwezigheid van een bijkantoor ter
plaatse. De man had op een steenworp
afstand van Hoog Koog een zomerhuisje
gehuurd bij de exploitant van een ander
vakantieterrein.
In 'Raborama', het verenigingsorgaan
van de VPR, deelden we onze leden mee
dat de commissie opleidingen van onze
vereniging in een oriënterend gesprek
met de Technische Overleg Commissie
Opleidingen van de Centrale Bank van
gedachten had gewisseld, waarbij een
tiental punten de opleiding en begelei
ding betreffende, aan de orde waren ge
steld. We beloofden in een later artikel
nog wat dieper op dat gesprek in te
gaan.
Aangezien we echter de mogelijkheid
hebben om via Raboband ook niet-leden
te bereiken en opleiding en begeleiding
ons toch allen na aan het hart zullen lig
gen, willen we van de gelegenheid ge
bruik maken u iets van onze ideeën in
overweging te geven.
Onze wens om betrokken te zijn bij alles
wat de opleiding en begeleiding van de
personeelsleden betreft is niet ingegeven
door de gedachte dat we ontevreden
zouden moeten zijn over de wijze waar
op de afdeling Opleidingen van de Cen-
VPR Hoofdstraat 54 Hoogeloon
trale Bank haar werk doet, maar stoelt
min of meer op het feit dat juist die afde
ling Opleidingen er vanuit gaat dat oplei
ding en begeleiding primair een zaak die
nen te zijn van de plaatselijke bank,
waarbij zij dan graag met raad, daad en
kennis behulpzaam wil zijn.
En dus wil onze vereniging waar dat mo
gelijk is gesprekken en ontwikkelingen
op dit terrein bevorderen en stimuleren.
In het oktobernummer van Raboband
heeft u dan ook kunnen lezen hoe in het
district Venlo de eerste stappen zijn ge
zet. Bovendien willen we in gesprekken
met alle betrokkenen de theorie van de
'vijftiende etage' van de Centrale Bank
van tijd tot tijd toetsen en afstemmen op
de praktijk van de man of vrouw aan de
balie. Met andere woorden, het gevaar
dat een zuivere theoreticus voorbijgaat
aan de praktische problemen en behoef
ten van de medewerk(st)er aan het
'front' moet zoveel mogelijk vermeden
worden.
Met een enkel voorbeeld hopen we dat
te kunnen verduidelijken.
Het feit dat we na de fusie van de beide
Centrale Banken een steeds betere orga
nisatie hebben gekregen heeft ertoe ge
leid dat in een stroom van circulaires
steeds nieuwe ontwikkelingen aan ons
worden voorgelegd en in het kader van
de Rabobank kun je zulke ontwikkelin
gen nauwelijks naast je neerleggen, wil
je tenminste als plaatselijke Rabobank
de boot niet missen.
Laten we (zonder volledig te zijn) nu
eens een paar diensten op een rij zetten:
allerlei spaarvormen, rekening-courant
en privérekeningen met alle nevenmoge
lijkheden, financieringen, verzekeringen,
beleggingspolis, effecten, IRK- en
ANWB-lidmaatschap, spaarbewijzen,
reizen, buitenland, documentenhandel,
accreditieven, allerlei acties en zo kun je
nog wel een aantal diensten opnoemen.
Al die diensten moeten op een bijkantoor
door een, twee of in de gunstigste geval
len door drie of meer mensen verkocht
kunnen worden, waarbij vooral op de
kleinere kantoren van specialisatie nau
welijks sprake kan zijn. We kunnen dan
wel stellen dat op het hoofdkantoor spe
cialisten beschikbaar zijn om het 'front'
te ondersteunen, maar de hedendaagse
cliënt neemt in veel gevallen geen ge
noegen met een bankemployé die op bij
na alle vragen moet antwoorden: 'een
ogenblikje, ik zal het eens even voor u
vragen.' Er wordt van hem of haar wel
degelijk verwacht dat een flink pakket
aan basiskennis tot de parate uitrusting
behoort, anders zoekt hij zijn heil bij de
concurrent!
Wij geven u nu in overweging voor u zelf
eens na te gaan in hoeverre we daar in
de praktijk op ingespeeld zijn en in hoe
verre er tijd en gelegenheid is om be
heerders en medewerk(st)ers werkelijk
voor te bereiden op hun taak en later te
begeleiden bij de zich steeds wijzigende
ontwikkelingen.
De plaatsruimte laat niet toe verder op
dit onderwerp in te gaan, maar het zal u
duidelijk zijn dat op dit terrein nog heel
wat werk verzet moet worden, willen we
in de toekomst op voet van gelijkheid
met de concurrentie kunnen blijven. Bo
vendien is het voor de medewerk(st)ers
van enorm belang dat zij zich in hun ge
sprek met de cliënt zeker kunnen voelen
van hun zaak en niet bij gebrek aan ken
nis degenereren tot moderne kasmachi-
nes.
In komende gesprekken met opleidings
functionarissen zullen we dan ook trach
ten een aantal mogelijkheden nader te
ontwikkelen.
Hans Koet (hoofdbestuurslid VPR)