Ver weg >fmr4te aa-"ta <TN HET SPIONNETJE Hebt u er nu eigenlijk een voorstelling van hoe de vrouw in de ontwikkelingslanden leeft? Je moet wel een poos in zo'n land ge woond hebben voor je er echt iets van weet. Wie de behoefte gevoelt zich wat beter over haar te laten informeren en zich wendt tot het departement wordt verrast met een berg materiaal: rapporten, overdrukken van artikelen, brochures e.d. Wat in de eer ste plaats opvalt is dat er zoveel geschreven wordt óver de vrouw in de ontwikkelings landen, maar dat zij zelf bijna nooit aan het woord komt. Wat wil zij? Hoe zou zij zelf het liefst willen leven? Als je nu alle stukken leest krijg je voortdu rend het wat benauwende gevoel dat wij steeds zo bezig zijn om haar te beïnvloe den, dat wij zo weten wat goed voor haar is. We komen met onze cursussen, we leren haar lezen en schrijven, we brengen haar onze westerse cultuur. In dit verband moet ik opeens denken aan de tijd dat de Canarische Eilanden nog niet zo overspoeld werden met toeristen. In een dorp zag ik een jonge vrouw, die een zware last op haar hoofd droeg. Ze was duidelijk in een vergevorderde staat van zwanger schap en dus probeerde ik haar duidelijk te maken dat dit zware sjouwen niet goed voor haar was. Ze glimlachte wijs en trachtte mij uit te leggen dat door het ge wicht op haar hoofd haar spieren sterk wa ren en dat de vrouwen uit haar dorp alle maal een mooie houding hadden, dat ze niet krom liepen zoals wij, dat ze niet zo oppervlakkig adem haalden want dat is ook niet zo gezond, zei ze. Het is al vele jaren geleden, maar ik moet er nog altijd aan denken. Wat overigens niet wil zeggen dat die vrouwen dan maar hun zware lasten moeten blijven torsen. Wat de Derde Wereld betreft, het feit dat we zo weinig van de vrouwen, die daar le ven, weten komt natuurlijk in de eerste plaats doordat ze zo'n kleine inbreng heb ben in alles wat er over de arme en rijke landen wordt gepubliceerd. Natuurlijk, ook haar wereld is wel iets veranderd. Wedu- wenverbranding en het inzwachtelen van de voeten behoren tot het verleden. Betere gezondheidszorg, betere transport- en com municatiemiddelen zullen zeker invloed hebben gehad. Maar toch zijn het vooral de mannen, die profiteren van de ontwikkeling: zij krijgen degelijker onderwijs en de technische ont wikkelingen zullen vooral de mannen bete re mogelijkheden brengen. Over het algemeen zal de vrouw in de der de wereld nog altijd geassocieerd worden met verzorgende taken in de huiselijke sfeer, al is het duidelijk dat cursussen huishoudkunde geen doel op zichzelf zijn, wachtte een baby en ze vertelde wat zij in dit verband voelde en hoe ze er over dacht Mien Holthuizen bewustwording van de vrouw. Bovendien, zo lang het kindertal nog zo groot is zal de zorg voor haar gezin zwaar wegen en zal het weinig zin hebben haar de hand te reiken om buitenshuis grotere mo gelijkheden voor haar te scheppen. Die zouden haar taak alleen maar verzwaren. Maar zo lang het voor een vrouw nog steeds een pluspunt betekent als zij haar man vele kinderen schenkt zal het nog wel even duren voor ze haar handen en hoofd vrij krijgt voor meer ontwikkeling. On vruchtbaarheid betekent een schande en het is natuurlijk veel belangrijker om zonen ter wereld te brengen dan dochters, die je later als ze trouwen bovendien nog een bruidsschat moet meegeven. Emmy Holstege, die al bijna negen jaar projectleidster is in Chulumani, vertelt daar een mooi verhaal over. Een boer bezoekt de kraaminrichting, waarin zijn vrouw zojuist een tweeling ter wereld heeft gebracht. Hij bekijkt de kinderen en even later hoort het verplegend personeel een enorm lawaai. Ze rennen de kraamkamer in en zien dat de man zijn vrouw nogal energiek aan het af tuigen is. 'Wat doet u nu?' vragen de ver pleegsters. 'Mijn vrouw heeft twee kinde ren gekregen. Die jongen is van mij, dat klopt, maar dat meisje moet van een ander zijn.' Het is zo jammer dat de vrouw in de wes terse, rijke landen de vrouw in de ontwik kelingslanden niet wat beter kent. Wat we ten we eigenlijk van elkaar? Dat geldt vaak ook al voor de vrouw uit landen, die wat minder ver van ons verwijderd zijn, mis schien ook in ontwikkelingspeil. Enkele jaren geleden nam ik deel aan een wereldcongres van vrouwen, die werken bij radio en televisie, dat in Londen plaats vond. We kregen als congres een uitnodi ging van de BBC om aanwezig te zijn bij de opname van een aantal programma's. Ons groepje ging naar de opname van een radioprogramma dat ging over huwelijks partners van zeer ongelijke leeftijd. Er kwam een interview in voor met een vrouw van achtentwintig, die met een man dat ze het kind belastte met het feit dat het vermoedelijk zou moeten opgroeien zonder vader. Omgekeerd was er een vrouw van ver in de veertig, die trouwde met een man van begin dertig van wie zij een baby had gekregen juist op het moment toen ze dat, gezien haar leeftijd, nog kon volbrengen. Het was een bijzonder interessant pro gramma en we zaten daar te luisteren met vrouwen uit verscheidene landen, maar toch vrouwen, die in verband met hun werk midden in het leven stonden. De Turkse schoof nerveus op haar stoel heen en weer, klaagde dat ze het zo warm had en na af loop van de opname weigerde ze pertinent de technicus, die het programma had opge nomen, een hand te geven. Ik informeerde waarom dat was. 'Ik schaam me dood te genover die man,' zei ze, 'dat zijn toch geen onderwerpen waarover je praat met vreem den, laat staan via de radio.' Het duurde tot drie uur 's nachts voor we haar er van overtuigd hadden dat een vrouw een mens is en dat een man een mens is en dat je over elk probleem met el kaar kunt praten. Zij was verwonderd dat in de westerse landen dergelijke radiopro gramma's werden uitgezonden, wij waren verbaasd dat zij het onderwerp van gesprek als taboe bestempelde. Toch hadden we in de discussie iets meer van elkaar leren be grijpen. Het is zo jammer dat er geen mogelijkheid is meer vrouwen uit andere landen en voor al de derde wereld te leren kennen. Wij zouden stellig ook zo veel van hen kunnen leren! Juist die uitwisseling van ervaringen en opvattingen zou ons vrouwen verder kunnen helpen. Dat is wat wij als vrouwen tekort komen. Niet de 'koplopers', die hebben wel moge lijkheden in commissies e.d. met elkaar in contact te komen, maar de 'gewone' vrou wen moeten het hebben van 'horen zeggen'. Jammer.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1977 | | pagina 20