t,
de eindoverwinning. Vier jaar geleden le
verde Vissers een soortgelijk huzaren
stukje met het tweespan Jelle en Jeroen,
waarbij eerstgenoemd paard bovendien
nog in de categorie enkelspannen met
de hoogste eer ging strijken. In de groep
jonge tuigpaarden, de groep dieren dus
die nog niets 'verdienden,' sloeg het
span Menco-Kornuit een opmerkelijk fi
guur. Vooral Menco, tot de aanvang van
dit seizoen nog helemaal onbetuigd,
weerde zich dapper. Hij liep in zijn eentje
op de diverse concoursen de lieve som
van 3840 gulden bij elkaar, terwijl in het
span met Kornuit zijn aandeel in het prij
zengeld nog eens 4240 gulden bedroeg.
Door al die verrichtingen leverde deze
edele viervoeter de unieke prestatie dat
hij als eerste paard binnen een jaar met
zijn prijzen boven de zwaarste limiet uit
kwam, zodat volgend seizoen meteen de
open klasse wacht. Nelis Vissers, die ge
durende de afgelopen zomermaanden in
totaal tijdens een dertigtal concoursen
veertig eerste prijzen vergaarde, geeft
toe dat de overwinning in de competitie
zwaar bevochten moest worden. 'Er la
gen drie eerste plaatsen en twee klasse
ringen als tweede aan ten grondslag.
Toen we ons laatste concours moesten
gaan rijden, dat was in Groningen, had
den we nog slechts een concurrent met
een gelijke puntenscore over de voor
gaande competitiewedstrijden. Om drie
uur 's nachts moesten we van huis. Bo
vendien had ik nog beloofd om voor de
wedstrijd mijn dieren op twee plaatsen
in de stad 'aan de hand' te laten zien. Of
schoon de concurrentie bij het begin van
de eindronde dus nog volkomen fit was,
stevenden de mentaal sterke Menco en
Kornuit regelrecht op de hoogste eer af.'
Nelis Vissers wil er niet veel ophef over
maken. Gewonnen bekers deelt hij met
gulle hand uit aan de kinderen in het
dorp of wie er verder ook maar belang
stelling voor heeft. Wel vraagt hij beleefd
om geen overdreven illusies te koesteren
met betrekking tot de gewonnen geldbe
dragen. 'Paarden kosten handenvol geld'
laat hij weten, en: 'Je moet niet op een
kilo voer kijken. De jongens behoren voor
dit werk boordevol energie te zitten.' Er
volgt een korte opsomming: 'negen kilo
voer a twee kwartjes is voor iedere klant
op stal het normale rantsoen per dag.
Dan praat ik nog niet eens over het hooi,
de dokterskosten, de auto, en zulke za
ken als brandstof of verzekeringen. Tui
gen zijn helemaal kostbaar. Normaal ben
je vierduizend gulden kwijt voor een een
voudig tweespantuig.
Niks wert
Het kostenaspect onder andere bracht
met zich mee dat de heer Vissers pas
een jaar of acht terug voorzichtig ging
grasduinen in de paardenwereld. Voor
heen, 'met een jong gezin', droomde hij
er alleen maar van. De stelregel 'We
eten er geen snee minder om' bleef
steeds het devies van deze paardenlief
hebber uit Netersel. Hij vertelt het ver
haal over zijn eerste paard. 'Al na een
ik er met gemak twee andere mooie die
ren voor terug kon kopen.' Hoewel hij
met zijn aankopen 'er ook wel eens langs
zat', lukte het Vissers toch uitstekend
'aan de gang te blijven.' Zijn voorkeur
voor onhandelbare, weinig gezeglijke
dieren heeft menige raadgever al ver
steld doen staan. Vissers: 'Ze kunnen zo
wild niet zijn of ik kan er nog wel wat
mee beginnen.
Een van mijn beste paarden kocht ik te
gen ieder.advies in. Ook zo'n wildebras,
waar de vroegere eigenaar niets mee uit
kon richten. Hij laat niet veel zien, moest
ik erkennen bij het eerste bezoek. Niks
wert, concludeerde mijn begeleider al
meteen. Maar toen we eenmaal dat
knellende touw uit zijn bek hadden ver
wijderd, begon het paardje zo sierlijk te
walsen dat mijn besluit vast stond: Jij
wordt de mijne. Jou koop ik. Doe wat je
niet kunt laten, het zijn jouw centen -
reageerde mijn metgezel wat kregel. In
een wip was de zaak bekeken. Vragen,
bieden, nog een keer ertussendoor en de
koop was gesloten. Mirakels goed heb ik
altijd gestuurd met dat paard.' De heer
Vissers licht een tipje op van de sluier
rond de moeizame trainingsarbeid. Een
tijdrovend karwei waarbij een engelen
geduld is vereist. 'Ik vind het niet gezellig
om met de zweep te werken. Door ie
dere dag te trainen in de manege leren
paarden ook zo prima te gehoorzamen.
Is het dier eenmaal teugelwijs, dan ga je
werken op uithoudingsvermogen. Ze
moeten de gang erin houden met dra
ven. En ook let ik erop dat ze mooi terug
komen.'
Met die laatste vakterm blijkt dan bij na
vraag de lichtelijk gebogen houding van
de hals te zijn bedoeld. Parmantig ge
spitste oortjes horen er ook bij, maar als
die niet van nature aanwezig zijn, is er
een listige kunstgreep mogelijk in de
vorm van oorknopjes. Het belangrijkste
van alles is echter de 'knie-actie.' In een
soort aangeleerde hefboombeweging til
len tuigpaarden extra hun benen hoog.
Tijdens wedstrijden worden ze niet zel
den ook voorzien van dubbele hoefijzers.
Om zich de fiere drafhouding eigen te
maken, aldus Nelis Vissers, moet een
hardleers dier soms 'in de schoenen': de
enige manier om hem 'los' te maken in
Aan de hand van een familie-album vol
dierbare wedstrijdfoto's mijmert Vissers
wat voor zich uit. 'Zo oud hij geworden
is, Jelle is bij mij nog nooit in de schoe
nen geweest. Maar d'n dezen kwam er
haast dagelijks in. Je had paarden die
van voren al eens zo groot werden wan
neer ze het hoofdstel maar zagen. Terwijl
ze ergens anders toch niet merkbaar op
reageerden.; Hier, déze twee konden
marcheren. Onvoorstelbaar. Als je dat
span zag gaan, dacht je werkelijk: hoe is
het mogelijk? Paarden met evenveel
looplust en temperament, keurig gelijk
dezelfde benen heffend ze moeten el
kaar aanvoelen. Wanneer paarden het
alvast gezamenlijk opnemen, dan ben je
al een heel eind. Ruime gangen maken
en ver naar voren grijpen. Zo hoort het.
Maar wel draven, net niet wegspringen.
Het publiek vraagt om steeds meer sen
satie. Voor kort kenden we, wat de
langspannen betreft, slechts twee paar
den voor elkaar. Het afgelopen jaar, heb
ben zeker 5 organiserende verenigingen
randem laten verrijden (3 paarden voor
elkaar). Vier verenigingen gingen zelfs
nog verder met aanspanningen van vier
paarden die voor elkaar lopen. Toch
moeten alle dieren dan afzonderlijk be
stuurd worden. Je hebt 6 of zelfs 8 leid
sels in een hand, en de andere is nodig
om bij te sturen. Als het voorste paard
maar weg wil en door wil gaan valt alles
wel mee!
Ingebreid
Het woord vakantie is voor Nelis Vissers
een onbekend begrip. Alle vrije dagen
blijven nagenoeg bestemd voor deelna
me aan concoursen. Ze vinden lang niet
allemaal tijdens de weekends plaats. En
dan nog is het meestal jagen en jachten,
met de onontbeerlijke assistentie van
veel enthousiaste helpers. Vissers: 'Door
de avondbank is vrijdagmiddag tussen 4
en 6 uur ons kantoor dicht. Onderweg
naar huis komt de overall me dan meest
al al tegemoet. De paarden moeten inge
breid worden, zoals dat heet. Achttien
tot eenentwintig strikjes zijn er nodig per
dier, en aangezien ik er meestal drie
moet invlechten zal het duidelijk zijn dat
ik geen minuut heb te verliezen. Met
warm water en groene zeep wassen we
zorgvuldig ook de benen van de dieren.
Die moeten natuurlijk hagelwit zijn. Mijn
vrouw zorgt trouw voor de kleding. Op
de eigenlijke concoursdag ben je voor
dag en dauw al in de weer. Je gaat op
pad, de wedstrijdkarretjes monteren,
voeren, plukjes wol aanbrengen ter ver
siering van de paardevlechtjes - noem
maar op. Alles moet op zijn voordeligst
uitkomen. Nog gauw eventjes zelf een
boterhammetje eten en eer je het weet is
al het moment aangebroken waarop de
ringmeester ons met de voorbrengers
binnenroept. De show begint. Het gaat
spannen. Maar de toeschouwers genie
ten.'