Nelis kent het klappen van de rij-zweep Looplust en temperament in Netersel doordringende leerlucht in de tuigkamer prikkelt de neusvleugels aangenaam. Maar dan is het inmiddels al aardig avond geworden, het einde van een uit voerig gesprek. Een spoedcursus in elementaire kennis van de tuigpaardensport leek geen over bodige luxe, die middag op het kantoor van de Rabobank Netersel. Geen pro bleem. Dan is men precies aan het juiste adres, hier diep in het Brabantse zuiden. Het tegenwoordige filiaal van de Bladel- se bank bezit in de persoon van Nelis Vissers een man die het klappen van de rij-zweep kent als geen ander. In niets lijkt zijn handdruk op die van een echte kantoormus. Een meer dan stevige knuist vol eeltknobbels wijst reeds op neveninteresses bij de man die al ruim twintig jaar de vroeger zelfstandige bank Netersel 'doet.' De tuigpaardensport, in derdaad. Vissers zal uiteindelijk zijn be zoek met een samenzweerderig gebaar meetronen naar de archiefzolder boven de bank om vol trots zijn kapitale collec tie tuigleer te laten bewonderen. Er han gen paardestellen in alle denkbare varië teiten, keurig gepoetst en ingevet. Een Even helemaal terug dus naar het begin, de constatering van een feit: hoewel ze op concoursen telkens weer fungeren als regelrechte publiektrekkers spelen de tuigpaarden in de hippische sport nog al tijd min of meer een assepoes-rol. Be grippen als limiet- en open klasse, enkel- span, tweespan, tandem, randem of kwadrem zeggen slechts het kleine groepje iets dat behoort tot de beoefena ren van deze puur Nederlandse aangele genheid. Nelis Vissers beaamt het met een bedachtzaam knikje. 'Er zijn gedu rende de zomermaanden massa's lande lijke concoursen met een regionaal deel nemersveld. Maar voor het echte grote werk moet je op de nationale concour sen wezen, iets meer dan twintig in to taal. Allemaal kennen ze bepaalde ru brieken, niet alleen afhankelijk van de vraag of je deelneemt met een, twee, drie of zelfs vier dieren aan een nummer. kampioenschap. In de limietklasse daar entegen is er sprake van een competitie. Acht nationale concoursen worden op voorhand als competitiewedstrijden aan gemerkt en de vijf beste uitslagen die ie dere individuele deelnemer daar rijdt, ko men voor op z'n eindrapport. Een eerste plaats is goed voor tien punten, de twee de levert je negen punten op en ga zo maar door.' Prijzengeld Bij zoveel gedetailleerdheid rijst vanzelf sprekend haast de vraag of een zekere Nelis Vissers uit Netersel wellicht zelf tot de grote kanshebbers behoorde voor de overwinning in dit seizoen. Dan komt het hoge woord eruit. Met de paarden Men- co en Kornuit behaalde hij dit jaar bij de competitie voor tweespannen inderdaad De bedragen die er met een bepaald paard gewonnen zijn, beslissen mede over de klasse-indeling. Kom je boven zekere limieten dan zit je in de zware open klasse. Aan het begin van ieder sei zoen wijst de Nederlandse hippische sportbond daar een van de uitgeschre ven concourswedstrijden aan als de krachtmeting die bepalend is voor het

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1976 | | pagina 8