^A
-71-
nV
S\\
v?
pv
■v/ll
'((ft X
X\1
Ata
Ikarus
De Griekse mythologie is rijk aan schitte
rende vondsten die tot onze verbeelding
blijven spreken.
Neem Ikarus.
Ikarusje was bij moeder thuis al een bui
tenbeentje. Hij sprong met wijd gesprei
de armen van de hellingen rondom het
ouderhuis op Samos en een verzwikte
enkel was dan ook het vast malheur; een
pak slaag het bijpassende loon als hij de
pech had tussen de wijnstokken te be
landen. Ouder, maar niet wijzer gewor
den knutselde hij een paar vleugels in el
kaar die hij met zelf geknede, taaie was
op zijn blote rug bevestigde. Een paar se
conden duurde zijn triomfantelijk gewap
per tussen hemel en branding, de was-
binding begaf het en Ikarus sloeg met
een smak te pletter temidden van krij
send uiteenstuivende meeuwen.
Maar de droom leefde voort o.a. in Leo-
nardo da Vinei die bestraffend door zijn
leermeesters aan de oren werd getrok
ken als zijn tekentafel weer eens vol lag
met schetsen van onbegrijpelijke toestel
len. Leonardo toonde zich dan wel een
beter zwijger dan zijn latere landgenoot
Galilei die door zijn 'ketterij' van een om
de zon bewegende aarde het slachtoffer
van de inquisitie werd.
De gebroeders Wright- met een reuzen
stap komen wij in jongere geschiedenis
- viel niets meer te duchten. Zij bewezen
wat eeuwenlang gedroomd werd. Geze
ten in een comfortabele en monsterach
tig grote Boeing denken wij nauwelijks
aan deze primitieve en moeizame voor
geschiedenis maar de relatie met Ikarus
is gevoelsmatig wel degelijk aanwezig.
Achter een vers dagblad en Coca-Cola
betrekken wij de eer en de prestatie op
onszelf en kijken superieur neer op die
kleine, ploeterende, mooie en dwaze we
reld beneden ons.
Afstand-nemen is altijd een goed ding
mits wij gelijktijdig in een situatie als
deze onszelf relativeren in onze dagelijk
se problemen en tekortkomingen. Want
dan kunnen wij straks als een mentaal
opgefriste Ikarus weer op beide benen
terechtkomen in het nieuwe jaar om het
samen beter te maken.
Vanuit deze filosofie wenst schrijver u
een gelukkig en voorspoedig 1977.
P. Verschoof
Rabobank Tilburg
_V*/,
•cA L
v\
Er wordt binnen de Rabobankorganisatie
levendig van gedachten gewisseld en
veel van wat die communicatie oplevert
wordt dan aan het geduldige papier van
diverse periodieken toevertrouwd, zodat
wij van verschillende meningen kennis
kunnen nemen.
Dat is, dunkt mij, een goede zaak en ik
ben dan ook de laatste die daar verande
ring in zou willen aanbrengen. Het na
deel van veel informatie is echter dat de
'moeilijke' lectuur dan bestemd is voor
een vergeten uurtje. Voor mij is dat het
blad 'Rabobank'. Je wilt toch op de
hoogte blijven, maar de dikwijls diep in
financiële en economische problemen
gravende artikelen leiden bij mij in veel
gevallen tot een kennisnemen van, zon
der dat ik eigenlijk weet wat ik lees.
Een artikel op bladzijde 10 van de jong
ste oktoberuitgave heb ik echter meer
malen met volle aandacht gelezen.
Wat staat daar, vrij vertaald, onder het
kopje 'WOB' over miljoenennota en
structuurbeleid: Dat we momenteel zo'n
grote werkloosheid hebben is geenszins
VPR Hoofdstraat 54 Hoogeloon
het gevolg van ongewenste maatschap
pelijke verhoudingen in het verleden,
maar hangt zeker ook samen met het
verlangen naar allerhande maatschap
pij-hervormende maatregelen, zoals de
spreiding van inkomen, kennis en macht.
Nu is mij, toen ik als jong broekje voor
het eerst bij een bank ging werken, altijd
voorgehouden dat je in je functie van
bamkemployé nooit een standpunt in
moet nemen over politieke of religieuze
vraagstukken. Het zou bepaalde groepen
personen wel eens tegen je in het harnas
kunnen jagen en daar is de bank niet
mee gediend.
Deze wijze les indachtig, ga ik er dan ook
van uit dat de schrijver van dit artikel niet
een politieke uitspraak doet, waarbij hij
over onze hoofden heen de regering de
les wil lezen. Blijft dus over dat hij ons
medewerk(st)ers en betrokkenen bij de
Rabobankorganisatie een spiegel voor
houdt en ons de weg wil wijzen om uit
de economische zorgen te komen. En als
die conclusie juist is, dan heb ik toch wel
wat bedenkingen tegen die uitspraak.
Nu zult u zich misschien afvragen: wat
heeft dat nu te maken met de VPR en
waarom gaat het ook hen nu bezig hou
den.
Het addertje onder het gras in het artikel
schuilt in de mededeling dat volgens de
schrijver het verlangen tot een verdere
spreiding van kennis (inkomen en macht
wing) voorlopig maar in de ijskast ge
stopt moet worden. En om deze bittere
pil te vergulden moeten we dat doen ter
voorkoming van grotere werkloosheid.
Dat verband ontgaat me echter te enen
male en dat niet alleen, maar de VPR
heeft in zijn statuten o.m. opgenomen
dat zij een spreiding van kennis zoveel
mogelijk wil bevorderen in die zin dat zij
hoopt dat juist alle aandacht binnen onze
organisatie besteed zal worden aan een
goede opleiding en begeleiding en vooral
motivatie door informatie, die onont
beerlijk zijn voor een verdere groei van
onze Rabobanken en tot een zich betrok
ken voelen bij de organisatie door alle
medewerk(st)ers.
Als we al die plannen nu maar in de ijs
kast moeten zetten, verliezen we als VPR
toch wel een groot deel van ons be
staansrecht en hoe je door die ijskast-
procedure arbeidsplaatsen kunt winnen
is me nog niet duidelijk.
Ik hoop van ganser harte dat ik het arti
kel in 'Rabobank' verkeerd geïnterpre
teerd heb en ik zal in dat geval de eerste
zijn om mijn excuses aan te bieden, maar
dan dient de schrijver eerst wel eens dui
delijk uiteen te zetten wat hij nu precies
bedoelt, want op deze wijze komt zijn
betoog wel erg ongenuanceerd over en
zal het ons zeker nog wel even bezig
houden.
Hans Koet
(hoofdbestuurslid VPR)
Het is aardig, dat hier onze 'grote broer', het
maandblad Rabobank, even op de vingers
getikt wordt. Grote broer was terecht onder
de indruk van het enorme werkloosheidspro
bleem en omdat de oplossing daarvan nu pri
oriteit moet hebben, vindt hij het verstandig
dat we ons in het land voorlopig niet te veel
in de haren gaan vliegen rond allerlei maat
schappij-hervormende maatregelen. Op zich
zelf kunnen die maatregelen best gewenst
zijn, maar daar ze zoveel meningsverschillen
oproepen, - denk aan de VAD en bijvoor
beeld de bevoegdheden van de onderne
mingsraden - is het veel beter ons beleid
eerst te concentreren op het werkloosheids
vraagstuk.
De slotzin van het artikel vatte dat als volgt
samen: 'In het belang van spreiding van inko
men, kennis en macht kan men ver gaan,
maar toch niet zo ver dat hieraan tienduizen
den broodnodige arbeidsplaatsen worden
opgeofferd.'De bedoeling is uit het verband
wel duidelijk, al komt het woord kennis in
derdaad erg ongenuanceerd over. Daarmee
werd helemaal niet gedoeld op de terreinen
die H.K. op het oog heeft: opleiding, begelei
ding en vooral motivatie door informatie. Op
dat punt moet beslist niets in de ijskast. De
schrijver in het maandblad dacht echter aan
maatschappij-hervormende maatregelen,
waardoor bepaalde zaken eerder of in veel
wijdere kring openbaar zouden moeten wor
den, dan we nu gewend zijn: denk bijvoor
beeld aan het streven naar openbaarmaking
van de privé inkomens of vermogens. Of dat
gewenst is of niet wordt in het midden gela
ten. Alleen wordt het verstandig geacht, zul
ke zaken voorlopig maar 'tijdelijk in de ijs
kast' te bergen, om met alle energie de werk
loosheid te lijf te gaan.
H.K. hoeft geen excuses te maken. Grote
broer had zich maar beter moeten uitdruk
ken et hedne/He hij het niet vlerhtl