22
•jjfrkjgg
mogen helpen. Vooral het oogsten was
een belevenis zonder weerga.' De H-eije-
naar, vurig propagandist voor de cham
pignon, is ervan overtuigd dat mensen
die het produkt eenmaal beter hebben
leren kennen gemakkelijk zullen uitgroei
en tot regelmatige champignon-gebrui
kers. 'Hun hoge voedingswaarde recht
vaardigt een flink gebruik per hoofd van
de bevolking' meent Paul Rongen met
stelligheid. Graag vergelijkt hij champig
nons met de meest eiwitrijke groente
soorten, terwijl ze buitendien uitmunten
door een laag gehalte aan koolhydraten
en vetten. Rongen: 'Misschien is hier
door jaren geleden wel het verhaal in de
wereld gekomen dat de champignon het
kalfsvlees onder de groenten zou zijn. In
zeker opzicht gaat de stelling nog op, zij
het met de restrictie dat de champignon
de eiwitwaarde van vlees nooit helemaal
haalt. Een feit blijft echter, dat het eiwit
gehalte van de eetbare paddestoel twee
tot viermaal hoger ligt dan bij de meeste
groenten.' Paul Rongen kent ook de
voornaamste vitamine-bouwstenen uit
de champignon op zijn duimpje. Het
staafde hem in zijn overtuiging dat meer
mensen champignons zouden moeten
eten in plaats van de vetrijke levensmid
delen met veel calorieën. 'Met slechts
honderd calorieën in een heel pond kun
nen champignons ons helpen om slank
te blijven. Daarbij zijn ze qua smaak een
waardevol onderdeel van ons levensmid
delenpakket. De keukenchef van menig
restaurant zou radeloos zijn indien hij
niet kon beschikken over champignons.
Het zijn al deze factoren die de champig
non van een luxe-artikel deden uitgroei
en tot een produkt dat al aardig oprukt
op de lijst van belangrijke voedingsmid
delen uit de tuinbouwsector.'
Met de champignons als uitgangspunt
heeft de Heijense bankdirecteur in de
loop der jaren steeds meer kennis ver
worven op het terrein van de paddestoe
len. Hij vertelt aan de hand van literatuur
hoe de paddestoelen al sinds onheuglijke
tijden tot de verbeelding hebben gespro
ken van het volk. De vele sagen, sprook
jes en legenden die gewagen van 'won
derlijke gestalten met dikke lijven en gro
te hoeden, die op gezette tijden plotse
ling verschijnen in bos en veld' zijn het
beste bewijs. Omdat men het vroeger
voor onmogelijk hield dat een plant zon
der bladeren en wortels kon leven wer
den de paddestoelen 'scheppingen van
de duivel' genoemd. Ook keek men met
argwanende blik naar een kring van pad
destoelen. Het heette dat ter plaatse dan
heksen en boze geesten hadden ge
danst. Nu nog wordt de benaming hek
senkring gebruikt voor deze groeiwijze
van paddestoelen. Veel namen houden
afkeer in voor deze 'kinderen van de
duisternis.' Satansboleet, duivelseieren,
judasoor en heksenboleet zijn er slechts
enkele voorbeelden van. Toch leefden er
ook in het grijze verleden, aldus Paul
Rongen, al volop mensen die paddestoe
len verzamelden voor consumptiedoel
einden. Truffel en champignon waren
reeds bij de Grieken en Chinezen erg ge
zocht. De keizerszwam met zijn prachtig
oranje gekleurde hoed stond bij de Ro
meinen in hoog aanzien en gold als go
denspijs. De Limburgse kenner waar
schuwt met klem echter tegen roeke
loosheid bij het zelf zoeken van eetbare
paddestoelen. 'Men kan het beste op
pad gaan met een deskundige op dit ter
rein. Verzamelde exemplaren worden
zorgvuldig vergeleken met afbeeldingen
in kleur uit een studieboek en men
neemt de kenmerken van de bewuste
paddestoelensoort goed in zich op.
Vorm, reuk of smaak geven geen enkel
aanknopingspunt betreffende de eventu
ele giftigheid van een bepaalde soort. De
meest gevaarlijke zien er vaak bijzonder
apetijtelijk uit. Bij toebereiding leveren ze
zelfs een zeer smakelijk gerecht op. Het
verraderlijke van het gif is dat de werking
zich meestal pas na een tijdsbestek van
10 tot 24 uur manifesteert. Meestal is
het dan te laat om nog hulp te bieden.'
Hij spreekt met bezorgheid over lieden
die nog altijd uit volle borst het fabeltje
verkondigen over het bruin of zwart wor
den van een zilveren lepel als bewijs
voor de aanwezigheid van giftige pad
destoelen. Paul Rongen: 'Nou, vergeet
het gerust hoor. Er klopt niets van. Dat
paddestoelen door dieren (kevers, slak
ken) zonder schade gegeten kunnen
worden, bewijst evenmin dat de bewus
te soorten ook zonder meer door de
mens geconsumeerd kunnen worden.
Wat dieren niet schaadt, kan voor de
mens soms dodelijk zijn. Cavia's bijvoor
beeld zijn vrijwel ongevoelig voor het
vergif van paddestoelen, terwijl konijnen
anti-stoffen schijnen te produceren
waardoor ze zonder enig gevaar kunnen
eten van de soorten die voor de mens
het gevaarlijkst zijn.'